Afbeelding

Brancheorganisaties helemaal niet blij met antwoorden minister

actueel

De brancheorganisaties VRB en FAM zijn helemaal niet te spreken over de antwoorden van minister Van Nieuwenhuizen van Verkeer en Infrastructuur op vragen van de SP. Hun reactie komt er voor een belangrijk deel op neer dat de minister te veel de oren laat hangen naar IBKI. Ook BOVAG Rijscholen heeft zo zijn bedenkingen.

Afgelopen vrijdag beantwoordde de minister de vragen van de SP. De strekking van het antwoord is dat de minister veel vertrouwen heeft in IBKI en niet van plan is om iets te veranderen aan de wijze van afnemen van de toets van de praktijbegeleiding. VRB-voorzitter Eric Bakker is hier helder over, zo laat hij weten: "Met het beoordelingsprotocol is inderdaad op zich niets mis, maar bij de uitvoering van dit protocol gaat het meerdere malen faliekant verkeerd. En de voorgestelde verbeteringen die door de branche worden aangedragen, worden helaas door IBKI op cruciale punten anders uitgelegd en doorgestuurd naar het Ministerie. Het is preken voor eigen parochie. We hebben sterke twijfels of iedere IBKI examinator wel de eigen spelregels kent en toepast. En wat we ook zeker weten is dat het RIS gebeuren dat dus eigenlijk identiek zou moeten zijn aan het PB traject van IBKI helemaal niet overeenkomt."

Afgebrand
Het feit dat de minister niet twee keer dezelfde examinator wil inzetten, vindt de VRB goed. "Dit voorstel komt niet uit de koker van de brancheverenigingen BOVAG, FAM en VRB en VRB is hier ook geen voorstander van. Zeker als je de eerste keer wordt afgebrand tot aan je enkels zit je hier niet op te wachten. En bij een eventuele PB3 komen er zelfs twee IBKI examinatoren die beiden niet bij de eerste twee PB's ingezet mogen zijn. Dat zou wat ons betreft voorbehouden moeten zijn aan mentor examinatoren." Bakker heeft wat dit betreft een suggestie: "Zou dit niet een duo-beoordeling door een IBKI en RIS examinator samen kunnen zijn? "

Geen klachten
Hij vindt het opvallend dat IBKI ermee wegkomt onder het motto van 'Wij krijgen geen klachten'. Bakker: "Dat kan wel kloppen, men durft niet, zeker als je weet dat je voor je tweede en eventuele derde PB weer bij die instantie moet zijn. Er is zelfs een  opleidingsinstituut dat  beweert dat ze een bepaalde IBKI examinator weggestuurd hebben. Dan kan grootspraak zijn, maar de verhalen worden wel uitgedragen door de cursisten."

Slagingspercentage
Ook het feit dat de minister niet van plan is het slagingspercentage van rijinstructeurs individueel bij te houden, kan niet de goedkeuring wegdragen van de VRB. "De minister zou een WRM-bevoegde instructeur het vertrouwen moeten geven dat hij handelt vanuit zijn beroepsethiek, dus de verkeersveiligheid hoog in het vaandel heeft staan. Dat commercieel belang en vakliefde wel eens met elkaar kunnen schuren dat is duidelijk, maar daarvoor zou de minister moeten open staan om goede rijscholen, die investeren in kwaliteit  te belonen en juist de onderkant van de markt moeten uitschakelen. En daarover zijn de branche en met name het CBR het op hoofdlijnen eens. En wordt hiermee gesuggereerd dat rijscholen die dus nu een hoog slagingspercentage hebben, hun kandidaten teveel lessen laten nemen? Ik mag  hopen dat dit niet bedoeld wordt."

Eenheidsworst
Een ander ongewenst effect kan zijn, zo liet de minister weten, dat leerlingen met een lagere slagingskans minder snel door rijscholen worden aangenomen. "Dus eigenlijk zegt de minister dan nu dat er 'eenheidsworst in leerlingenland bestaat.' Iemand met iets mindere capaciteiten zou door de rijinstructeur in dezelfde tijd als getalenteerde leerlingen klaar moeten gestoomd worden? Daar gaat de minister toch niet over? Ze heeft toch gekozen voor een examenmodel en niet voor een opleidingsmodel? Bij een kandidaat met mindere talenten/capaciteiten op rijvaardigheidsgebied is de weg naar het CBR-examen alleen wat langer. Nog afgezien van het feit dat je aan het uiterlijk van een kandidaat niet kunt zien over welke talenten of gebrek aan talenten hij beschikt. Ze zou moeten inzetten op de slecht presterende rijscholen die kandidaten aanbieden die er niet klaar voor zijn. Die moeten aangepakt worden en niet de rijscholen die wel goed werk afleveren."

VOG
De SP vroeg verder om een continue screening van rijinstructeurs (zoals deze ook in de kinderopvang plaatsvindt), maar die gaat er niet komen want de verplichte VOG die er komt, volstaat, zo laat Van Nieuwenhuizen weten. Bakker: "We kunnen ons voorstellen dat dit praktisch niet of in ieder geval moeilijker uit te voeren is. Je moet immers ook nog veroordeeld zijn. Maar dat moet je als overheid niet weerhouden om het traject in te stellen. Als signaalfunctie is het wel erg duidelijk. Alleen is de onderbouwing erg zwak. In een beperkte ruimte als een auto verkeert de kandidaat ook in een kwetsbare positie. En juist in de leeftijdsgroep waar we als branche mee te maken hebben zijn kandidaten erg kwetsbaar en onzeker over zaken die toelaatbaar zijn."
"Maar wat gebeurt er als een instructeur in het eerste jaar van zijn bevoegdheid de fout in gaat? En veroordeeld wordt? In zijn eigen werkgebied zal hij het loodje leggen, maar vervolgens verhuis je naar een ander deel van het land en geen haan kraait er naar. En het is ook raar dat je dan nog vier jaar je werk kunt blijven doen en dan vanwege een strafbaar feit op het wisselmoment geen VOG kunt krijgen, waarbij opgemerkt dat de terugkijkperiode vier jaar is. Zedendelicten daargelaten, die verjaren immers nooit."

FAM
Ook Ruud Rutten, voorzitter van de FAM, is teleurgesteld over de antwoorden, maar brengt wel enkele nuances aan. "Na wat vaker lezen wil ik de uitspraak toch wel enigszins in perspectief zien. Ik ga er bijvoorbeeld van uit dat de reactie gebaseerd is op alleen de vragen van Kamerlid Lacin van de SP. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat dit een algemeen beeld is over de kennis van de minister over de opleiding en praktijkbegeleiding van de rijinstructeur. Via diverse kanalen is zij voortdurend door de brancheverengingen bijgepraat en op de hoogte gehouden. Er is ons dan ook toegezegd om hier samen met de brancheorganisaties, CBR, het Ministerie en de Kamerleden een vervolg aan te geven. Wij gaan er nog steeds vanuit dat dit ook gebeurt. En hebben tot op de dag van vandaag nog geen signaal gekregen dat dit niet zo is."

Hand boven het hoofd
Rutten vindt verder net als Bakker dat IBKI wel erg makkelijk de hand boven het hoofd wordt gehouden. "Ik hoef hier niet te schrijven wat de rijinstructeur in Nederland vindt van de manier van werken van het IBKI en de huidige manier van examineren en begeleiden. Dit kan en moet anders. Ook hierover hebben wij regelmatig gesprekken en discussies met het IBKI. De brancheorganisaties zullen het hier dan ook niet bij laten zitten. Wij zullen er echt alles aan doen wat binnen onze macht ligt om de minister ervan te overtuigen dat haar antwoorden niet de juiste zijn."

BOVAG
Ook Frank Hoornenborg van BOVAG Rijscholen reageert op de antwoorden van de minister. Hij laat puntsgewijs het volgende weten:
"Omdat er voor de branche een duidelijk andere beleving is bij de RIS-toets en de toets bij het IBKI, pleiten wij ervoor om naar één standaard te gaan (naar bijv. het model van de RIS). Tevens willen wij dynamische onderwerpen tijdens de toetsen met een rijbewijsleerling (een leerling die niet in het bezit is van een rijbewijs zodat het meer aansluit op de werkelijkheid). Met dynamische onderdelen bedoelen we dat de instructeur vooraf niet weet welke les hij moet gaan geven, zodat het instuderen van het toneelstukje moeilijker wordt." 

Protocol
"Het protocol zelf is niet het probleem, wat ons betreft. IBKI en CBR hebben een protocol nodig om te toetsen, echter wij vinden dat er een integrale beoordeling moet komen, waarbij niet voor 100 procent getoetst wordt op het protocol, maar ook naar het gevoel dat de examinator heeft bij een instructeur en zijn instructie. Met andere woorden geeft de instructeur een effectieve les of niet en sluit deze aan op de behoefte en het karakter van de leerling. Daarnaast willen wij een verzwaring van de toetsen om de kwaliteit omhoog te schroeven."

Niet sterk
Inzake het voorstel om de examenresultaten van een instructeur mee te nemen in de beoordeling, vinden wij de onderbouwing niet sterk, gebaseerd op een aanname. Bovendien is het moeilijk controleerbaar of de kandidaat de volledige opleiding bij de betreffende instructeur gelest heeft. Het continu screenen op gedrag is niet onze vraag geweest. We zijn blij dat de VOG ingesteld wordt. Daar vragen we al jaren om.Een verplichte cursus autonoom rijden is momenteel niet realistisch en het is begrijpelijk dat deze niet verplicht wordt."

Theo Vuyk
Blijf lekker doorwerken zolang het kan 6 mei, 15:15 3
Afbeelding
Tussentijdse toets: ANWB-rijscholen zijn grootgebruiker 3 mei, 13:21
Afbeelding
Helft cannabisgebruikers kruipt binnen 8 uur na blowen achter het stuur 1 mei, 15:22
Afbeelding
Naarmate kinderen ouder worden, neemt de invloed van opvoeders op verkeersgedrag af 1 mei, 13:59
Burgemeester Frank Dales van Velsen flankeert een trotse Ronald de Vries.
WRM-docent Ronald de Vries is Lid in de Orde van Oranje-Nassau 29 apr, 14:11 3
Afbeelding
Leerlingen tevreden over de wijze waarop rijscholen omgaan met lange reserveringstermijnen 26 apr, 14:44 5