Minister: ‘Eind dit jaar reserveringstermijn gemiddeld 8 tot 10 weken’
Pas na de zomer verwacht het CBR serieuze stappen te zetten met het terugdringen van de reserveringstermijnen. “Op basis van de prognose van het CBR van de ontwikkeling van de reserveringstermijnen is de verwachting dat de reserveringstermijnen tot en met de zomer op het huidige niveau blijven. Na de zomer zullen de reserveringstermijnen gaan dalen om einde 2023 op een gemiddelde van circa 8-10 weken uit te komen.” Verder blijkt dat er afgelopen jaar per saldo maar 25 extra examinatoren zijn bij gekomen.
Dit schrijft minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat aan de Tweede Kamer. Acht tot tien weken is nog steeds niet binnen de gestelde termijn van zeven weken, maar de bewindsman heeft daar geen waardeoordeel over. Harbers: “Deze verwachte daling is het gevolg van een afnemende vraag in de loop van het jaar (seizoenspatroon) en vooral de uitbreiding van capaciteit doordat nieuwe examinatoren uit de opleiding stromen en examens gaan afnemen. Vanaf maart 2021 hebben 82 nieuwe examinatoren met succes de opleiding afgerond en zijn inmiddels aan het werk. In deze periode zijn 57 examinatoren gestopt vanwege uitdiensttreding. Daarnaast zijn er vanaf januari 2023 52 kandidaat-examinatoren met de opleiding gestart die na de zomer examens gaan afnemen. Het CBR continueert de werving van nieuwe examinatoren.”
Drie oorzaken
De minister schrijft dat er drie oorzaken zijn van de hoge reserveringstermijnen. De eerste is dat het volledige kwaliteitsborgingsprogramma voor de examinatoren wordt uitgevoerd (na twee jaar alleen risicogestuurd te zijn ingezet) waarmee het CBR voldoet aan de wettelijke eisen die gelden voor na- en bijscholing. “Kwaliteitsborging behoort tot de reguliere taken van het CBR en is van belang om de kwaliteit van de kerntaken (het afnemen van examens) aantoonbaar op orde te hebben. Het volledig uitvoeren van het programma betekent wel dat minder examencapaciteit beschikbaar is. Het gaat hierbij om circa 12.650 examens”, aldus Harbers
Daarnaast is het CBR vanwege de verschillen in reserveringstermijnen tussen regio en Randstad gestart met het verplaatsen van examencapaciteit van de regio naar de Randstad en dit leidt tot enig productieverlies. Als derde is de vraag naar examens meer toegenomen dan eerder verwacht.
Discussie over rijsimulator steekt Europees
de kop op
De Europese Commissie denkt erover om het gebruik van een rijsimulator tijdens de rijopleiding te verplichten. Het CBR vindt dit geen logische stap.
In het voorstel van de Europese Commissie voor aanpassing van de Europese Rijbewijsrichtlijn staat onder andere een mogelijk verplicht onderdeel tijdens de rijopleiding ‘Reacting and anticipating to hazardous situations using simulators’ voor de rijbewijscategorieën A, B, C en D.
Het CBR vindt dit geen goed idee. In een position paper van het CBR valt onder andere te lezen: “Het werken met simulatoren zou voor alle rijbewijscategorieën opgenomen kunnen worden als een mogelijk verplicht onderdeel binnen de rijopleiding. Het wordt door het CBR echter niet onderschreven als een logische optie om dit als verplicht onderdeel op te nemen voor het praktijkexamen. Het is nog onvoldoende duidelijk of gevaarpredictie en gevaarherkenning valide en betrouwbaar getoetst kunnen worden met een simulator. Daarnaast levert de uitwerking van de verplichting van het gebruik van simulatoren ook een organisatorisch vraagstuk op: dienen de simulatoren op elke praktijklocatie geïnstalleerd te worden of komt er bijvoorbeeld een verplichting bij voor de opleiders? En is de genoemde termijn voor de invoering van simulatoren wel uitvoerbaar en financieel haalbaar?”
Dit zeggen de getallen over de brandstof
Sinds eind 2019 stroomt er E10, E5 en B7 uit de pomp. E10 is goedkoper en milieuvriendelijker dan E5, maar wegens de grotere hoeveelheid bio-ethanol niet voor alle auto's geschikt. Wat zijn de verschillen? En hoe zit het met B7, premium brandstoffen en Blue One?
Het verschil tussen E10 en E5 is de hoeveelheid bio-ethanol. E10 heeft 10 procent bio-ethanol, E5 5 procent. Bio-ethanol is alcohol gemaakt van de suikers van bijvoorbeeld mais of tarwe. De E staat voor ethanol, het cijfer voor het percentage: 10 procent dus. E10 heet aan de pomp ook wel Euro95/E10, maar bevat twee keer zoveel ethanol als het ‘oude’ Euro95. Het cijfer 95 staat overigens voor het octaangetal. E5 is iets duurder dan E10, maar ook iets zuiniger door de hogere energiedichtheid.
Naast Euro 98/E5 zijn er premium benzinebrandstoffen die onder de noemer E5 vallen, maar die in de praktijk geen bio-ethanol hebben. Shell V-Power, BP Ultimate 98 en Total Excellium bijvoorbeeld bevatten een octaangetal van 98 en geen bio-ethanol. Premium brandstoffen hebben eigen toevoegingen, die per merk verschillen. Premium brandstoffen kosten gemiddeld 8 cent meer per liter dan E10-brandstof.
Blue One 95 bevat maximaal 10 procent bio-ethanol. Net als E10 dus. Het verbruik van Blue One 95 is gelijk aan E10. De overweging om Blue One 95 te tanken is de prijs, want Blue One is iets goedkoper dan E10. Ook is er E85, met maximaal 85 procent bio-ethanol. Dit wordt weinig verkocht in ons land, want is louter geschikt voor flexifuel auto’s
Reguliere diesel heet tegenwoordig B7. Aan B7 is maximaal 7 procent biobrandstof toegevoegd. Geen bio-ethanol zoals in benzine, maar een bewerkte vorm van plantaardige oliën. Alle dieselauto’s zijn geschikt om B7 te tanken. Er zijn ook andere dieselsoorten, zoals B10, B100 en XTL. Het is raadzaam om van tevoren na te gaan (bij de dealer of fabrikant) of deze geschikt zijn voor je auto.
BOVAG bepleit schakeltest tijdens opleiding Code 78
Les Elektrisch hield onlangs een webinar over de elektrische auto. Daarbij werd duidelijk dat niet de vraag of, maar wanneer de elektrische auto ook in de rijscholensector zijn opwachting gaat maken. Dat lijkt namelijk onontkoombaar. Er is nog wel een hindernis, een grote zelfs: de automaatcode, Code 78. In het kader van de herziening van Code 78 heeft BOVAG afgelopen maand in gesprek met leden van de Tweede Kamer gepleit voor de mogelijkheid om lessen in een handgeschakelde auto al vóór het examen te kunnen nemen.
Zodoende hoeft slechts één keer een rijbewijs te worden afgegeven. In de nieuwe, vierde Europese Rijbewijsrichtlijn wordt voorgesteld om eerst een examen in een automaat af te nemen en dan het bijbehorende rijbewijs mét Code 78 af te geven. Vervolgens zou er na minimaal zeven uur rijles in een schakelauto een test moeten worden afgenomen om een nieuw rijbewijs zónder Code 78 te verkrijgen. Volgens BOVAG kunnen die lessen en de test ook tijdens de opleiding plaatsvinden en niet per se pas na het automaat-examen.
Los van deze wens is nader onderzoek nodig naar het juiste aantal benodigde aantal lesuren voor de Nederlandse situatie, hoe de schakellessen en een schakeltest ingevuld kunnen worden en wat een dergelijke opzet voor gevolgen heeft voor de betaalbaarheid van de rijopleiding en het rijbewijs.
Onderhoud aan theorie-examens motorfiets en bromfiets
Het CBR past per 1 juli de theorie-examens voor motorfiets en bromfiets aan. "We gaan in het theorie-examen meer gebruik maken van examenvragen waarmee scherper getoetst kan worden of iemand de examenstof voldoende beheerst.
Het aantal examenvragen blijft gelijk. Daarnaast wordt de slaagnorm iets aangepast en komt er in het nieuwe uitslagformulier meer uitgebreide feedback over welke onderwerpen de kandidaat goed en minder goed kent.
Slaagnorm
Op dit moment moet je bij beide examens nog 44 van de 50 vragen goed hebben om te slagen. Vanaf 1 juli zijn 43 goede antwoorden van de 50 voldoende om te slagen voor het bromfietsexamen en 41 van de 50 voor het motorexamen. Het theorie-examen voor de motor en de bromfiets zijn los van elkaar onderzocht, beoordeeld en gewogen.
Onderhoud
De aanpassingen komen voort uit periodiek onderhoud. Bij de invoering van het motor- en bromfietstheorie-examen werd er alleen getoetst met ja/nee-vragen. Intussen zijn er nieuwe vraagvormen zoals meerkeuze- en sleepvragen bij gekomen. Ook worden er vragen gesteld over onderwerpen als milieuwetgeving en nieuwe voertuigen, zoals speed-pedelecs. Door de jaren heen is er dus veel veranderd en is onderhoud nodig.
Duidelijkere informatie op het uitslagformulier
De aanpassingen in zowel het motor-als het bromfietsexamen volgen op de eerdere aanpassingen in het theorie-examen voor de auto in 2019. De huidige 25 onderwerpen worden onderverdeeld in 8 onderwerpen, de inhoud van de onderwerpen verandert niet. Zo kan een kandidaat aan het einde van het examen de fout beantwoorde vragen niet meer inzien, omdat we hebben gemerkt dat dit kandidaten onvoldoende helpt. Daarnaast ziet vanaf 1 juli het uitslagformulier er anders uit. Daarop is goed te zien welk onderwerp de kandidaat goed en minder goed kent."
