De branche in het nieuws

Zo gebeurt er niets en zo verschijnen er weer berichten die de rijschoolbranche in een verkeerd daglicht plaatsen. Dat is het beeld dat beklijft in de laatste weken van 2022: de branche staat er weer lekker op.
Het eerste bericht ging over een instructeur in Zoetermeer die recent compleet doordraaide en het tweede bericht ging over een rijschoolhouder uit Noordwijkerhout die zijn verhaal deed bij Hart van Nederland over de vele klachten aan zijn adres en niet nagekomen beloftes.
Het derde bericht betrof om een rijinstructeur uit Apeldoorn die voor de rechter moest verschijnen vanwege vermeende onzedelijke handelingen met een leerlinge. Hij is vrijgesproken, waarbij de de rechter oordeelde het verhaal onwaarschijnlijk te vinden omdat het meisje in kwestie de rijinstructeur een bedankkaart had gestuurd.
In het vierde bericht was de afloop anders. Dat betrof een rijinstructeur in loondienst die is ontslagen omdat hij appjes naar leerlingen had gestuurd die, laten we het zo maar stellen, niets te maken hadden met de rijlessen. De man heeft geen meisje aangeraakt en werkte al langere tijd tot tevredenheid bij de rijschool, waardoor de rechter ontslag op staande te ver vond gaan. Het werd ontslag met vijf maanden salaris mee.
Het is de vraag of dit soort berichten ooit voorgoed zullen verdwijnen. De combinatie ‘mannelijk instructeur met jonge leerlinge op raakafstand in de auto' blijft waarschijnlijk in incidentele gevallen altijd leiden tot ongewenst gedrag van de kant van de mannelijke instructeur, hoe vervelend het ook is. Daar helpt een verplichte Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) ook niets aan.
Het glas is echter gelukkig half vol, of bijna vol zelfs. Want laten we ons als branche gelukkig prijzen dat het veel en veel vaker goed gaat. Dit soort berichten zijn vervelend voor de sector, maar procentueel gaat het gelukkig nergens over.
Het derde bericht waar de branche niet blij van wordt, is van een andere orde. Dat betreft het fraudegeval in Arnhem. Hier werd een kandidaat betrapt die met een spiekvest met camera's (ik had er nog nooit van gehoord) plus een oortje het theorie-examen naar buiten bracht om het door te verkopen. Daar gaat tegenwoordig grof geld in om. Volgens een woordvoerster van het CBR worden dit soort examens tegenwoordig verkocht voor tweeduizend euro.
Het CBR doet er alles aan wat binnen haar macht ligt om fraude aan te pakken, maar is aan handen en voeten gebonden aan de wet. En die wet bepaalt dat het CBR aan handen en voeten gebonden is om echt te kunnen ingrijpen. Het CBR heeft daarom onlangs de Tweede Kamer gevraagd om de wetgeving aan te passen zodat fraudeurs echt aangepakt kunnen worden, maar tot op heden is dat aan dovenmansoren gericht.
Dat is jammer, want zolang fraude niet echt wordt aangepakt, blijft er de kans dat theorie-examens in handen vallen van mensen en organisaties die deze gebruiken om kandidaten snel en zonder kennis van zaken aan een theorie-certificaat te helpen.