Afbeelding
Foto:

'Ik verwacht meer duidelijkheid vanuit de branche'

Hoe heb jij tot nu de totstandkoming van de koepel ervaren?

“Vanaf het moment dat Ruud Rutten met Samen Sterk kwam en vervolgens de publicatie van het rapport Roemer, heb ik altijd gedacht: dit is de kans die de branche moet grijpen. Een kans als deze krijgen we natuurlijk bijna nooit. Sterker, als je deze verprutst ben je weer jaren verder voordat je zoiets voor elkaar kunt krijgen.”
“Ik heb ook sterk de indruk gehad dat heel veel partijen er op deze manier in staan. Natuurlijk, er zijn verschillen, en ook natuurlijk, het schuurt weleens en het gaat ook nog schuren, maar de bereidheid om er met z’n allen voor te gaan is echt heel groot.”

Jij bent voorzitter van de Kamer van uitgevers. Daarvan heeft de buitenwacht de indruk dat er niet zoveel dansende kikkers in de kruiwagen zitten als bij de brancheorganisaties. Het is rustiger, zeg maar. Klopt dat beeld?

“Dat klopt en is logisch, want wij hebben geen leden. Als wij met de uitgevers bij elkaar zitten, is er over het algemeen snel consensus over onze gezamenlijke belangen. Ook bij ons gaat het trouwens niet altijd makkelijk hoor. Er zijn onderwerpen waar de één zus en de ander zo over denkt, maar je zit veel sneller op één lijn.”

De brancheorganisaties kennen het Branche Voorzittersoverleg via welke er werd gecommuniceerd met het CBR en het ministerie. Welk gremium hadden de uitgevers daarvoor in het pre-koepeltijdperk?

“Vanuit de uitgevers was er geen regulier overleg met het ministerie. Met het CBR kwamen we wel periodiek bij elkaar. De ene keer ging het over de AM-, A- en B-examens en de andere keer over de andere examens of over de nascholing code 95, dat was ongeveer de scheidslijn. En dan schoven we alle vier aan.”

'Nu we samen optrekken, wordt de slagkracht groter'

Wat verwacht je dat er nu gaat veranderen?

“Twee dingen. Het eerste is dat ik verwacht dat er structuur komt in het overleg tussen de branche enerzijds en CBR, ministerie en IBKI anderzijds. Het is tot nu toe zo dat partijen individueel langskomen met als een van de gevolgen dat ‘de andere kant van de tafel’ allerlei verschillende meningen hoorde waar ze niet veel mee konden. Of waarvan bijvoorbeeld het CBR de mening gebruikte die haar het beste uitkwam. Daar zijn we nu van af, als het goed is.”
“Ten tweede verwacht ik meer duidelijkheid vanuit de branche. Als er iets speelt of als wij iets willen aandragen, dan wordt het toch eerst even door de koepel gehaald om de meningen te peilen. Ik verwacht dus meer structuur en meer eenheid.”

De kamers zijn nu bezig met het formuleren van prioriteiten, waarbij elke kamer drie speerpunten aandraagt. Welke zijn dat volgens de uitgevers?

“Onze speerpunten zijn met stip op 1 het theorie-examen, en dan met name dat door steeds meer partijen de theorieopleiding wordt vervangen door het gericht trainen van op frauduleuze wijze verkregen CBR-examenvragen. Dat heeft niets met opleiden te maken en dat is een grote zorg. We praten daar overigens al langer over met het CBR en dat moet echt opgelost worden.”
“Het tweede speerpunt is het onderdeel Gevaarherkenning in het theorie-examen B. Er wordt al jaren over gesproken om in plaats van de huidige statische beelden bewegend beeld te gebruiken, maar dat komt maar niet van de grond. Wij zijn inmiddels een beetje de weg kwijt, terwijl het voor ons wel een enorme impact heeft, want als het komt, moeten wij er klaar voor zijn en dan hebben we richtlijnen nodig.”
“Het derde speerpunt is de vraag wanneer en op welke manier het CBR alle moderne ADAS-technieken gaan implementeren in de examens.”

Je zegt dat je over twee van deze drie speerpunten al heel lang met het CBR praat. Dat wordt slepende dossiers genoemd. Wat doet jou vermoeden dat de koepel deze onderwerpen opeens los kan trekken?

“Voor oprichting van de koepel zijn wij een paar keer bij het ministerie geweest om te praten over de aanbevelingen van het rapport-Roemer en daar is meerdere malen bevestigd dat het ministerie heel blij zou zijn met oprichting van de koepel en bereid is om naar ons te luisteren en om de dingen te doen die nodig zijn. Nu we samen optrekken en we komen met standpunten die breed worden gedragen, wordt de slagkracht groter.”

Dus je hoopt dat de koepel het breekijzer wordt waarmee langlopende dossiers kunnen worden vlotgetrokken?

”Ja, zo kun je het wel omschrijven.”