Batterij opgeladen

Voor de meesten van ons zit de zomervakantie er alweer op en we hebben als het goed is de batterij weer opgeladen. In de afgelopen maanden is er van alles gebeurd in onze branche en in de komende maanden zal dat niet anders zijn. Sommige zaken komen als een donderslag uit heldere hemel. De verandering in het arbeidsrecht is er één van.
Per 1 augustus 2022 geldt de Wet implementatie richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden, gebaseerd op een EU-brede richtlijn, met de invoering van wijzigingen van diverse arbeidswetten. Die zullen ook gevolgen hebben voor onze branche.

Enkele zaken die daarin opvallen:

Werkgever betaalt de verplichte scholing. Een scholing die verplicht is door de wet is altijd kosteloos voor de werknemer. Ook de tijd die ermee gemoeid is geldt als werktijd en zal moeten worden betaald door de werkgever.
Zoals wij het begrijpen vallen hier de verplichte bijscholingen, die wij moeten volgen om ons instructiebewijs te mogen houden, ook hieronder. Maar hoe zit het nou als iemand zijn PB niet haalt, ook niet na herkansingen? Welke plichten, maar even belangrijk, welke rechten heb je dan als werkgever en werknemer?

Mag ik als werkgever nog wel medewerkers aannemen die nog niet in het bezit zijn van een instructiebewijs, maar waarbij de werkgever aangeeft dit te willen betalen met een terugbetaalgarantie van de werknemer, mocht die eerder vertrekken dan bv. 3 jaar?

Of stel: de werknemer rondt de opleiding niet af; wie draait er dan op voor de gemaakte kosten? Gelukkig lijkt dit in de nieuwe regels nog te mogen, maar dient men wel een apart inlegvel in de arbeidsovereenkomst toe te voegen met daarin duidelijke afspraken.

Een verbod op nevenwerkzaamheden is moeilijker te voorkomen. Dit kan uitsluitend nog als de werkgever met een objectieve onderbouwing aangeeft dat dit niet gewenst is. Maar wat houdt dit nu precies in?

Kortom, de nieuwe wetgeving roept veel vragen op getuige de verschillende verhalen en uitleggen die de ronde doen. Om onze leden te ondersteunen zullen wij als VRB ons inzetten om in de komende tijd zo veel mogelijk duidelijkheid hierover te krijgen.

Jos van Zuylen,
voorzitter VRB



.