Het probleem wordt naar achteren geschoven. Die kandidaten verdwijnen niet uit het systeem

Never a dull moment in de rijschoolbranche. De stofwolken van het opnieuw afgestofte rapport van Emile Roemer zijn weer neergedaald. Als ik moet geloven wat er geschreven wordt, maken wij rijscholen er een zooitje van. Het zal wel. In ieder geval, mijn kandidaten zijn tevreden en slagen leuk. En dat is voor mij het belangrijkste.

Maar saai is het nooit in de rijschoolbranche. De afgelopen weken was het weer raak. Het CBR zit in de problemen. Het lukt niet om de wachttijden onder controle te krijgen. En dat is, volgens de directeur van het CBR, de schuld van de rijscholen! En daarom komt het CBR met maatregelen. De eerste keer gezakt? Een minimale wachttijd van 4 weken. Na de tweede keer zakken kom je bij het CBR op de zwarte lijst. Een minimale wachttijd van 15 weken! De belastingdienst is er niks bij.

Gaan deze maatregelen werken? Misschien op korte termijn. Het probleem wordt naar achteren geschoven. Die kandidaten verdwijnen niet uit het systeem. Maar eigenlijk weet iedereen met enige kennis van de branche wel dat een kandidaat die 15 weken moet wachten, geen 15 weken gaat lessen. Hij gaat zijn lessen uitstellen tot hij of zij weer aan de beurt is. De kwaliteit gaat er zeker niet mee omhoog. Een kandidaat is gebaat bij een vlot en goed verlopend leerproces. Het meest zure vind ik het eigenlijk voor de faalangstige of moeilijke kandidaat die grote moeite heeft met presteren. Nog meer druk. Welkom in de prestatiemaatschappij.

Afgelopen maand was brancheorganisatie LBKR in Den Haag. De boodschap: Het CBR vertelt een eenzijdig verhaal. De problemen die het CBR heeft, het tekort aan personeel, leggen zij neer bij de rijscholen. En rijschoolhouders zijn het meer dan beu dat de problemen van het CBR afgeschoven worden op de rijschoolbranche. Absoluut een terecht verhaal. By the way, waar waren de andere brancheorganisaties? Spreken met één mond? Het bleef weer oorverdovend stil. Een gemiste kans. 

Overal in de arbeidsmarkt is het moeilijk om personeel te krijgen. In veel branches is een schreeuwend tekort. Op het journaal de problemen op Schiphol. Goed dat de directeur van Schiphol, Dick Benschop, de hand in eigen boezem steekt. Het lukt niet om voldoende personeel te vinden. Een eerlijk verhaal. Het ligt niet aan de reiziger. Daar kan het CBR een voorbeeld aan nemen. Zelfreflectie en kritisch naar de eigen organisatie durven kijken. Daar ontbreekt het aan bij het CBR. Dat de lat hoog ligt bij het aannemen van personeel vind ik prima. Niks mis met een stukje kwaliteitsbewaking. Alleen, het CBR heeft als werkgever een imagoprobleem. Het mag niet zo zijn dat het uitvoerend personeel op de werkvloer de fouten van het management moet gaan opvangen en uitleggen. Zorg ervoor als CBR dat je een aantrekkelijke werkgever wordt. Een organisatie waar een werknemer trots op kan zijn om bij te mogen werken. Dan komt het vanzelf goed met dat personeelstekort. 

Weer even terug naar de slagingspercentages. Een goed slaginspercentage is mooi meegenomen. Maar er is veel meer voor nodig. Het is een wisselwerking tussen CBR, instructeur, ouders van de leerling en de leerling zelf. En alle facetten moeten meewerken en kloppen. Als er te veel nadruk gelegd wordt op de slaginspercentages gaat dat ten koste van de werkverhoudingen. Zowel in de auto als in de examenzaal. Prestatiedruk kan gekke dingen doen met mensen.

Deze zomer voor mij geen vliegvakantie. Ik zoek wel naar alternatieve vormen van vervoer. Voor mijn kandidaat is er geen alternatief. Hij moet langs het CBR. Andere opties zijn er niet. Geacht CBR, laten we het a.u.b. sociaal houden. Dan blijft het gezellig in de branche. 

Iedereen een fijne vakantie gewenst.