Afbeelding
Foto:

Eindelijk maatregelen tegen gebruik lachgas in het verkeer

Minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal maatregelen aangekondigd die het gebruik van lachgas in het verkeer moeten terugdringen. Dat wordt tijd, want dit is een groot probleem.

Vorig jaar zijn er 712 verkeersongevallen gebeurd waarbij bewezen is dat er lachgas in het spel was. In de eerste tien maanden van 2021 waren het er 595 en 21 daarvan hadden een dodelijke afloop.
Bijna een op de vijf ongelukken met het verdovende middel leidde in 2021 tot letsel zoals botbreuken en whiplashes. In bijna de helft van de gevallen (bij 283 ongevallen) was er alleen sprake van blikschade. Sinds 2019 telde de politie 64 dodelijke ongelukken waarbij lachgas een rol speelde.

Geruststellende cijfers

Nog meer cijfers, maar dan enigszins geruststellende. Actieve handhaving door de politie heeft resultaat: In 2021 werden ongeveer 5000 verkeersincidenten geregistreerd door de politie waarbij lachgas betrokken was. Het gaat daarbij om incidenten van een parkeerbekeuring tot aan een ongeval, waarbij tevens in de auto of bij de bestuurder of passagier lachgasattributen zijn aangetroffen. In de meeste gevallen heeft de politie een proces-verbaal op kunnen maken voor de betreffende overtreding(en).

Lastig aan te tonen

Het probleem blijft echter dat het lastig is aan te tonen dat er lachgas in het spel is. Rijden onder invloed van lachgas moet onderbouwd worden op basis van waarneming van de verbalisant of verifieerbare getuigenverklaringen dat sprake is van een verdenking terzake het gebruik van lachgas. Het directe effect van lachgas op de mens is namelijk van korte duur en het gebruik ervan is op dit moment niet aantoonbaar in bloed, urine, adem of speeksel bij de bestuurder. Voor een aantal andere drugs is dat wel het geval, waardoor de politie met een speekseltester en daaropvolgend bloedonderzoek kan aantonen dat de bestuurder onder invloed van de stof reed.

'In 2021 werden ongeveer 5000 verkeersincidenten geregistreerd door de politie waarbij lachgas betrokken was'

In de Opiumwet

Een maatregel waarvan het nodige wordt verwacht is dat lachgas in lijst II van de Opiumwet wordt opgenomen. Volgens de minister leidt dit naar verwachting tot een beperking van het aanbod van lachgas en daarmee tot verminderd gebruik van lachgas, ook achter het stuur. Bij inwerkingtreding wordt zowel het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, aanwezig hebben als het vervaardigen van lachgas dat bestemd is voor recreatief gebruik, strafbaar.

Effectiever

Daarnaast zal het verbod ook de handhaving op lachgasgebruik in het verkeer effectiever maken. Wanneer gebruik van lachgas in het verkeer niet kan worden aangetoond, kan op basis van het verbod in ieder geval wel op het vervoer of aanwezig hebben van lachgas worden gehandhaafd, bijvoorbeeld met lachgascilinders of ampullen in de auto. Voor de versterking van de handhaving van het lachgasverbod wordt structureel 14 miljoen euro vrijgemaakt.

Detectie

Om de handhaving op rijden onder invloed van drugs, waaronder lachgas, te versterken, wordt verkend of de detectie van middelengebruik in het verkeer verder geoptimaliseerd kan worden. Voor lachgas loopt een onderzoek van TNO, Maastricht Universitair Medisch Centrum en Leiden Universiteit Medisch Centrum in opdracht van de politie naar de detectie van lachgas in ademlucht. De uitkomsten van het onderzoek worden eind dit jaar verwacht.

Bestuursrechtelijke maatregelen

Naast een strafrechtelijke aanpak van rijden onder invloed zijn er bestuursrechtelijke maatregelen. Als de politie oordeelt dat de bestuurder die onder invloed is niet veilig verder kan rijden dan kan de politie direct een tijdelijk rijverbod opleggen op basis van artikel 162 Wegenverkeerswet 1994 om verdere gevaarzetting te voorkomen. Daarnaast verwijst de politie bestuurders die onder invloed van drugs hebben gereden op basis van artikel 130 WVW1994, door naar het CBR. Op dit moment kan het CBR een vorderingenonderzoek drugs opleggen. Een psychiater keurt op basis van richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie of een bestuurder afhankelijk van drugs is. Indien dit het geval is, wordt een bestuurder ‘rijongeschikt’ verklaard en verliest hij zijn rijbewijs voor minimaal een jaar, waarna de bestuurder opnieuw wordt gekeurd.

Educatieve Maatregel Drugs in het verkeer

Het ministerie van IenW heeft het CBR verder opdracht gegeven een Educatieve Maatregel Drugs in het verkeer (EMD) te ontwikkelen. Iedere bestuurder die voor de eerste keer wordt gepakt voor het rijden onder invloed van drugs wordt in de toekomst een EMD opgelegd. Indien bij het CBR contra-indicaties zijn (zoals een vermoeden van alcohol- en/of drugsafhankelijkheid) wordt de bestuurder echter direct een vorderingenonderzoek opgelegd. Als de bestuurder in het onderzoek rijgeschikt wordt verklaard, wordt daarna de EMD alsnog opgelegd.

Preventie en voorlichting

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport werkt via verschillende initiatieven aan het terugdringen en voorkomen van lachgasgebruik. Zo heeft dit ministerie het Trimbos-instituut de opdracht gegeven om gerichte voorlichtingsmaterialen over lachgasgebruik te ontwikkelen voor verschillende doelgroepen, zoals jongeren, ouders, gemeenten, handhavers en preventieprofessionals. Hoewel deze voorlichtingsactiviteiten niet direct op verkeer gericht zijn, gaat van de initiatieven wel een algemene preventieve werking uit die ook tot minder gebruik achter het stuur zou kunnen leiden.

Integrale aanpak

Om specifiek deelname aan het verkeer onder invloed van lachgas aan de voorkant te voorkomen, zijn ook hierop gerichte preventieve maatregelen van groot belang. Momenteel wordt door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gewerkt aan een integrale aanpak van rijden onder invloed van alcohol, drugs en rijgevaarlijke medicijnen. De preventie van lachgasgebruik in het verkeer wordt hierin meegenomen. Ook is rijden onder invloed opgenomen in het Landelijk Actieplan Verkeersveiligheid 2022-2025.

TeamAlert

Daarnaast heeft in 2020 TeamAlert in opdracht van het ministerie van IenW de digitale campagne ‘Rij ballonvrij’ ontwikkeld voor de doelgroep lachgasgebruikers in het verkeer. De terugkerende campagne van TeamAlert heeft als doel een sociale norm neer te zetten en jongeren te stimuleren om veilige keuzes in het verkeer te maken na lachgasgebruik. TeamAlert zoekt actief de samenwerking met publieke en private partners op landelijk, regionaal en lokaal niveau om de doelgroepen optimaal te bereiken. In 2020 heeft deze campagne mede door hulp van jongerenwerkers meer dan één miljoen jongeren bereikt. Ook in 2021 is deze campagne gebruikt door TeamAlert. In november 2022 wordt het vervolg op de campagne ‘Rij ballonvrij’ weer door TeamAlert uitgevoerd.