Eerste rijprocedure omvat 27 regels voor 'het verkeer op den weg' en 8 bekwaamheidseisen
Het is bijna 100 jaar geleden dat het CBR (toen nog Centraal Bureau voor de afgifte van Bewijsstukken van Rijvaardigheid, CBBR, geheten, werd opgericht. Dat was in 1927. De eerste rijprocedure is echter minder oud. Maar puur omdat het leuk is, drukken we hiernaast de eerste pagina af van de rijprocedure en in de tekst hieronder belichten we wat er zoal in stond.
De Motor- en Rijwielwet wordt in 1905 ingesteld omdat er regels moeten komen aan het toenemend autoverkeer. Voor het besturen van een motorrijtuig is vanaf dan een rijbewijs verplicht. Dit wordt dan op aanvraag, zonder examen, verstrekt.
In 1935 wordt de Motor- en Rijwielwet omgezet in de eerste Wegenverkeerswet, maar het duurt nog 15 jaar voordat het eerste leerboekje voor het praktijkexamen met de eisen tot rijvaardigheid tot stand komt. Uit die periode stamt ook de eerste rijprocedure.
In de eerste rijprocedure staan 27 ‘Regels voor het verkeer op den weg'. Om het tijdsbeeld te schetsen, noemen we er een paar.
- Gij zijt verplicht met het motorrijtuig dat ge bestuurt, geheel rechts te houden en U daarmede niet verder van den kant van de weg te verwijderen, dan door de omstandigheden gerechtvaardigd wordt.
- Het is verboden een motorrijtuig in te halen dat, bij het inhalen van een ander naar links is uitgeweken (tripleeren).
- Gij zijt verplicht wanneer ge het voornemen hebt stil te houden of plotseling snelheid te verminderen tijdig Uw linkerarm zichtbaar op en neer te bewegen of Uw oranje stoplicht in werking te stellen.
- Wanneer gij van richting wilt veranderen zijt gij verplicht Uw richtingaanwijzer tijdig horizontaal uit te steken in de richting welke zal worden ingeslagen. Deze regel geldt onafhankelijk van het feit of er al dan niet verkeer op den weg is.
- Het is verboden de overige weggebruikers door rook of damp van Uw motorrijtuig te hinderen of net een geopende geluiddemper (knalpot) te rijden.
- Het is verboden, dat naast den bestuurder personen plaats nemen, tenzij daarvoor voldoende ruimte is (60 c.M. voor U zelf en 40 c.M. voor elk ander persoon).
- Het is verboden te rijden onder invloed van alcoholhoudenden drank. Het veroorzaken van een ongeval onder deze omstandigheden zal tot strafverzwarinq leiden.
Ook zijn er de eerste ‘Eischen voor rijvaardigheid.’
- Rijvaardig is de bestuurder van een motorrijtuig alleen dan wanneer hij zijn motorrijtuig volkomen beheerst en zich tevens stipt aan de regels voor het verkeer houdt.
Bij de beoordeling van de rijvaardigheid wordt dan ook zoowel gelet op de bekwaamheid in het besturen zelf als op het in acht nemen van de regels voor het verkeer op den weg.
Hierbij wordt in het bijzonder gelet op de volgende punten:
a. het correct rijden zonder schokken of stooten (zulks zoowel bij het wegrijden als gedurende den geheelen proefrit);
b. het vaardiq overschakelen, zoowel versnellend als vertragend;
c . de bediening van de remorganen in het verkeer en op onverwachte order van den adviseur;
d. het op juiste wijze rijden van bochten naar rechts en naar links;
e. het tegemoet rijden en voorbijrijden (inhalen) van andere weggsebruikers;
f. het behoorlijk achteruitrijden met automobielen in rechte lijn zoowel als in bochtenr; het achterwaarts plaatsen van een wagen in een garage: het keeren en het parkeeren;
g. het correct en tijdig geven van verkeersteekers met den arm of met den richtingaanwijzer; het opvolgen van aanwijzingen van politie-beambten bij wegkruisingen en (of) drukke verkeerspunten;
h. de kennis van de verkeersvoorschriften, verkeersborden en verkeersteekens, alsmede van de verlichtingsvoorschriften.
