'Zijn er nu meer van dit type leerlingen of waren deze er altijd al en is er nu meer aandacht voor? Ik ga voor het eerste antwoord'

Zomaar even een woensdagochtend. De eerste leerling van vandaag is Rachel. Rachel heeft een stevige ADHD met behoorlijke concentratieproblemen. Rachel rijdt ongelooflijk wild en slordig. Wat haar plaats op de weg betreft, die is overal en nergens. Rijniveau. Ik houd mijn hart vast. 

09.00. Door naar nummer twee. Sanne. Sanne heeft naar ik vermoed last van autisme of PDD Nos. Het is stil in de auto. Heel stil. Op mijn grapjes en opmerkingen wordt niet gereageerd. Feedback krijg ik nauwelijks. Emoties? Niet waarneembaar. Het rijniveau valt gelukkig mee, maar gezellig…

Op naar de volgende. Alexandra. Jawel. Alexandra ligt nog in bed. Dat is niet de eerste keer. Het is geen onwil, maar zij kan niet plannen. Haar moeder geeft aan dat zij zich van haar dochter niet met haar afspraken mag bemoeien. Ik snap het helemaal. Toch spreek ik af met haar moeder dat zij een CC krijgt van de afspraken. Ik leg het Alexandra wel uit. Rijniveau. Alexandra kan niet meer dan één ding tegelijk, maar met een goede opbouw gaan we er uitkomen.

Zomaar drie leerlingen op een willekeurige ochtend. Hoewel twee van de drie het niet zelf aangegeven hebben, allemaal met een rugzakje. En het zijn niet de enigen. Ongeveer een vierde van mijn leerlingen heeft wel een vorm van autisme, ADHD of iets dergelijks. Ik vraag mij weleens af: hoe zou dit percentage zich verhouden tot mijn collega’s? Zou dit ongeveer gelijk liggen of trek ik dit type leerlingen meer aan?

En dan de eeuwige discussie. Zijn er nu meer van dit type leerlingen of waren deze er altijd al en is er nu meer aandacht voor? Ikzelf ga voor het eerste antwoord, maar ik sta open voor andere meningen. Voorstanders van het tweede antwoord hebben wel een punt als ze stellen dat dit in de huidige welvaartsmaatschappij veel duidelijker naar voren komt. Maar ik zie wat ik zie. Daar kun je allerlei onderzoeken tegenaan gooien, maar het aantal leerlingen met een rugzakje in mijn bestand neemt beduidend toe.

Waar ook meer onderzoek naar gedaan zou kunnen worden, zijn de oorzaken. Ik kan er mogelijk wel een paar verzinnen. Maatschappelijke druk. De prestatiemaatschappij. Op sociaal gebied alles willen volgen. Bijbaantjes. Sociale media. Keuzestress. De huidige generatie is met 100 dingen tegelijk bezig en vindt het heel moeilijk om te plannen, keuzes te maken en prioriteiten te stellen. De druk ligt gewoon hoog. En als je even niet meekan dan heb je een probleem.

Accepteren of veranderen? Natuurlijk valt er wel een mouw aan te passen. Met een hoop geduld, goede begeleiding, bijscholingen van onze kant, rust, het brengen van structuur komen we een heel eind. In de meeste gevallen lukt het nog wel om er een redelijke bestuurder van te maken. Maar eigenlijk zijn we bezig met het oplossen van problemen. De oorzaken worden hiermee niet weggenomen. Maar eerlijk gezegd: Dat is makkelijk gezegd dan gedaan. Als we dit al op zouden kunnen lossen dan gaan daar jaren overheen. Waarschijnlijk zelfs generaties.


Hoe sta ik erin? In het begin vond ik het wel lastig. Ik ben iemand die resultaatgericht werkt en graag vorderingen ziet. Ik heb het dan ook moeten leren accepteren. Leerlingen met een rugzakje hebben vaak meer tijd en lessen nodig. Het is niet anders. Accepteer het en maak het bespreekbaar. Lastig om over te praten? Ik zeg altijd dat in ieder mens een autist schuilt. Ook in mij. Het is maar net in hoeverre je manier van denken het functioneren beïnvloedt. Een beetje zelfspot over de eigen tekortkomingen doet het altijd goed. Zo. Ik ga weer aan het werk. Nog één keer checken of de achterdeur echt op slot zit. Groeten van een parttime-autist.