Eendracht maakt macht
Eendracht maakt macht. Dit was de kop van de hoofdredacteur van de vorige rijinstructie en daarmee sloeg hij naar mijn mening de spijker op zijn kop. Deze heb ik ook gestolen: 'Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder', ook een waarheid als een koe als je het mij vraagt.
Toch merk ik dat er in onze branche met arendsogen wordt gekeken als we het hebben over samenwerken. De vraag is natuurlijk waar dat aan ligt, een antwoord daarop heb ik niet voorhanden. Maar kennelijk zijn we terughoudend als het gaat om vernieuwingen of veranderingen en laat dat nou net iets zijn waar geen ontkomen aan is. Veranderingen door het rapport Roemer, veranderingen door de ontwikkelingen in voertuigen, of door slimme technologieën in het verkeer, en ga zo maar even door.
Als bestuur van welke branchevereniging dan ook is het alle zeilen bijzetten om deze ontwikkelingen te kunnen blijven volgen. Sterker nog, het is bijna ondoenlijk om overal goed van op de hoogte te zijn en daarom zijn wij van mening dat samenwerken met andere partijen je als branchepartij uiteindelijk beter en sterker kan maken. Waarom het wiel opnieuw uitvinden als een ander dat al gedaan heeft. Een mooi voorbeeld is de samenwerking met DAS. Doordat we steeds meer vragen op juridisch vlak kregen en we natuurlijk ook niet het verkeerde advies wilden geven door gebrekkige kennis, is hieruit gebleken dat wij door de samenwerking met DAS nu onze leden hierin beter kunnen ondersteunen. Een win-winsituatie wat ons betreft.
Samenwerken wil niet altijd zeggen dat we naar elkaars pijpen moeten dansen, maar eens een keer het verhaal vanuit een ander perspectief horen kan geen kwaad. Wellicht komen er zaken op tafel waaraan we domweg nog nooit gedacht hebben.
Samenwerken kan voor een bepaald project of vraagstuk, maar ook voor langere tijd, zoals we onlangs de samenwerking met de KNMV zijn aangegaan. VRB blijft de VRB en KNMV blijft de KNMV, maar kunnen we elkaar versterken? Zeker wel!
Ook met alle perikelen rondom de lange wachttijden bij het CBR zullen we, om iets te kunnen bereiken, moeten samenwerken.
Gaan wij dan met Jan en alleman samenwerken? Natuurlijk niet, dat zou nergens op slaan. We zullen altijd bekijken of het de VRB iets kan brengen.
Laten we openstaan voor veranderingen en niet op voorhand iets afkeuren, waarbij we uiteraard wel kritisch mogen en moeten blijven.
Jos van Zuylen,
voorzitter VRB