Afbeelding

Fietsers altijd in de voorrang
op rotonde is slecht idee

Onlangs was er een Kamerdebat over verkeersveiligheid. Daarin kwam een voorstel voorbij om fietsers buiten de bebouwde kom altijd voorrang te geven op een rotonde. In jargon wordt dat de discussie over 'fietsers in of fietsers uit de voorrang' genoemd. Minister Harbers van IenW reageerde door te stellen dat dit een kamikaze-voorstel is. Het geeft ook aan dat de Kamerleden lang niet altijd hun zaakjes op orde hebben, want twee jaar geleden is al vastgesteld dat dit een heel slecht idee is.

De discussie over de voorrangssituatie op rotondes is een repeterende breuk: regelmatig wordt die gevoerd. Fietsveiligheidsexpert Hans Godefrooij van DTV Consultants deed er onderzoek naar en publiceerde er op Verkeerskunde.nl in januari 2020 een blog over, waarbij hij zich liet leiden door een uitgebreid onderzoek naar rotondes waaraan hij zelf leiding gaf. Een aantal conclusies:
“Onze verkenning laat zien dat van de 2.448 enkelstrooksrotondes binnen de bebouwde kom met een vrijliggend fietspad, er 1.699 het fietspad in de voorrang hebben. Op 749 rotondes hebben de fietsers geen voorrang. Het gemiddeld aantal geregistreerde fietsongevallen (ongevallen waarbij minimaal één fietser betrokken is) was in de periode 2015 – 2018 op de rotondes met fietsers in de voorrang 0,73. Op rotondes waar fietsers géén voorrang hebben, was dat 0,18.”
“Daarbij moet worden aangetekend dat het aannemelijk is dat de intensiteiten, zowel van het fietsverkeer als van het gemotoriseerd verkeer, voor een groot deel het ongevalsrisico bepalen. In de cijfers is echter geen rekening gehouden met deze expositiemaat. Het kan natuurlijk zo zijn dat op rotondes met fietsers uit de voorrang minder wordt gefietst, en dat hierdoor (een deel van) het lagere aantal fietsongevallen wordt bepaald. Het verschil is echter dusdanig groot dat ik wel durf te concluderen dat fietsers uit de voorrang tot minder ongevallen leidt dan fietsers in de voorrang.”

“Zelf denk ik dat vooral het gedrag van de fietser een belangrijke rol speelt bij het verschil in ontstaan (en voorkomen) van fietsongevallen op rotondes. Als een fietser voorrang heeft, neemt hij immers vaak ook voorrang. En als een fietser géén voorrang heeft, is hij toch net iets terughoudender met zichzelf voor een aanstormende auto te werpen.”

Wat zijn de argumenten voor fietsers in de voorrang?

“Allereerst is er een juridisch argument voor fietsers in de voorrang op rotondes: rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor. Een automobilist die een rotonde verlaat, moet een rechtdoorgaande fietser dus voor laten gaan als het fietspad onderdeel is van de rotonde.”

“Het plaatsen van haaientanden voor de fietser doet niets af aan deze regel. Haaientanden betekenen immers: verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg. In CROW-publicatie 126, Fietsoversteken op rotondes, staat hierover: 'Indien fietsers uit de voorrang worden gehouden, is het noodzakelijk de vormgeving van het fietspad zodanig aan te passen dat het fietspad niet meer tot de dezelfde weg behoort als de hoofdrijbaan. (…) Om buiten de discussie te blijven of het fietspad wel of niet tot ‘dezelfde weg’ behoort, wordt aanbevolen de oversteek op circa tien meter van de hoofdrijbaan te houden.' Binnen de bebouwde kom is er vrijwel nooit ruimte om deze tien meter daadwerkelijk voor elkaar te krijgen.”

Uniformiteit

“Het tweede argument komt voort uit de voorrangspositie van fietsers op andere rotondes. Uit onze verkenning is gebleken dat, hoewel ze volgens de richtlijnen niet worden aanbevolen, er in Nederland binnen de bebouwde kom behoorlijk wat rotondes liggen met een fietsstrook.”

“Ook liggen binnen de bebouwde kom veel rotondes zonder fietsvoorzieningen. Van de 3.650 enkelstrooksrotondes die binnen de bebouwde kom liggen, zijn er 723 (20 procent) voorzien van een fietsstrook; 460 rotondes (13 procent) hebben geen fietsvoorzieningen. Op deze rotondes hebben fietsers altijd voorrang, om de doodeenvoudige reden dat het niet anders kan. Uit oogpunt van uniformiteit is het dan logisch om fietsers ook op rotondes met vrijliggend fietspad in de voorrang te hebben. Buiten de bebouwde kom speelt deze ‘uniformiteitswens’ niet, aangezien rotondes buiten de bebouwde kom nooit fietsstroken hebben.”

Voetgangers

“Een derde argument is dat de voetgangersoversteken bij rotondes binnen de bebouwde kom meestal zijn uitgevoerd als zebrapad. Omdat het onwenselijk (en onveilig) is om een verschillend voorrangsregime toe te passen op naast elkaar gelegen fiets- en voetgangersoversteken, zouden ook alle zebrapaden bij rotondes moeten verdwijnen.”

"Wat mij betreft is het meest belangrijke argument echter van een hogere orde: fietsvriendelijkheid. Er zijn veel redenen om het gebruik van de fiets te stimuleren. Het voert hier nu te ver om ze allemaal te noemen en uit te werken, maar het gaat om argumenten als gezondheid, bereikbaarheid, leefbaarheid, milieu (denk aan de stikstofdiscussie) en klimaat. Het is dus belangrijk om fietsen zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Voorrang op rotondes voor fietsers is in dat kader een heel goede maatregel die zowel bijdraagt aan het comfort van fietsen (lekker doorfietsen, weinig stoppen), als aan een gunstige(re) reistijd van fietsen ten opzichte van de auto (zeker op binnenstedelijk niveau).”

Conclusie

"Een rotonde is, zoals eerder al aangegeven, hoe dan ook een relatief verkeersveilige oplossing voor alle verkeersdeelnemers; ook voor fietsers. Van de 13.000 tot 14.000 ernstige fietsongevallen die jaarlijks in Nederland gebeuren, wordt slechts 2 procent op rotondes geregistreerd. En hoewel de verschillen in verkeersveiligheid tussen fietsers in en fietsers uit de voorrang dus groot lijken, is er in absolute zin niet zoveel winst te boeken door overal de fietser uit de voorrang te halen. Bovendien zou dat geen recht doen aan alle argumenten die pleiten voor fietsers ín de voorrang.”

“Onze verkenning laat zien dat er nog een enorme diversiteit is in de vormgeving van rotondes. Er zijn maar weinig rotondes die echt volledig volgens het boekje zijn aangelegd. En hoewel er, uiteraard, altijd goede redenen zijn om van de richtlijnen af te wijken, zou verkeersveiligheid in het ontwerp toch een veel belangrijkere rol kunnen en moeten spelen.”

“Wat mij betreft richten we onze pijlen, áls we ze al op rotondes richten, daarom vooral op het zo veilig mogelijk aanleggen van rotondes met fietsers in de voorrang. Én op een goede campagne om fietsers duidelijk te maken dat voorrang hebben niet hetzelfde is als voorrang krijgen.”