CBR
CBR Foto: Hans Peijs

Het probleem van het CBR is het probleem van de branche

Een wachttijd die is opgelopen naar gemiddeld 17 weken, uitschieters naar 22 weken (Arnhem) en nog geen zicht op verbeteringen. Met deze cijfers is het niet vreemd dat het CBR de alarmbellen heeft geluid én een dringend appel doet op de branche om mee te werken aan een oplossing. In dit uitgebreide artikel staan we stil bij de problemen – uitdagingen worden ze heel modieus genoemd –, de oplossingen waaraan het CBR denkt én we hebben de brancheorganisaties gevraagd naar de oplossingen waaraan zij denken.

De laatste cijfers die wij vanwege de deadline kunnen publiceren werden genoteerd in de laatste week van maart. Toen was de gemiddelde reserveringstermijn voor het eerste examen 16,6 weken en voor de herexamens 7,5 week. Dat ligt ver buiten de gestelde zogenoemde Kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s) van 7 weken voor het eerste en 5 weken voor het tweede examen die met de regering zijn afgesproken. Eigenlijk hadden die week alleen de rijschoolhouders uit Weert mazzel met een reserveringstermijn van 5 weken voor het eerste en 5 weken voor het herexamen. Maar om nou vanuit de Randstad je examen te boeken in Weert is ook zo wat.

Voor de rest zaten alle examenlocaties boven de 7 weken, waarvan een groot aantal ruim. Arnhem spande die week de kroon met 22 weken, maar het is goed mogelijk dat dat nu weer anders is want het zijn dagkoersen. Hoewel. Amsterdam, Rijswijk, Utrecht en Haarlem zitten altijd in de hoek waar de klappen vallen.

800.000

Het is duidelijk dat corona de oorzaak is en ook is helder dat de branche nog een lockdown niet meer te boven was gekomen. Bij de derde lockdown rond kerst en de jaarwisseling werd de rijscholenbranche uit het niets tot de elementaire beroepen in plaats van de contactberoepen gerekend, waardoor er kon worden door gelest en geëxamineerd. Maar inmiddels zitten we wel op een kleine 800.000 in te halen examens, waarvan 456.000 theorie- en 305.000 praktijkexamens. Nu de theorielokalen weer op maximale bezetting draaien, zal het aantal in te halen theorie-examens relatief snel zijn afgerond. Maar bij de praktijkexamens gaat het om een een-op-eenexamen. 305.000 in te halen examens kosten 305.000 manuren. Dat doe je niet even tussen neus en lippen door.

De eerste knop: vergroten capaciteit

Edward Hofstede: 'Het is een vervelende situatie voor onze klanten en brengt vaak ook extra kosten met zich mee'

Een jaar geleden (de tweede en derde lockdown moesten nog komen) zag het CBR deze problemen al op zich afkomen waarna het liet weten dat er aan twee knoppen gedraaid kan worden: aan de ene kant is dat vergroten van de examencapaciteit en aan de andere kant beperken van de instroom.
Vergroten van de capaciteit gebeurt op verschillende manieren. Volgens het CBR wordt 67-plussers gevraagd langer in dienst te blijven, mensen die al van hun pensioen genieten wordt gevraagd nog een paar uur bij te springen en er wordt maximaal overgewerkt. Maar vooral zette het CBR in op de werving van honderd examinatoren boven op de zeshonderd examinatoren die er al zijn. De wijsheid van nu is dat het CBR er niet in slaagt haar beloften waar te maken.

Er wordt ongetwijfeld gebuffeld bij het CBR en de organisatie loopt op haar tenen, maar feit is wel dat het ziekteverzuim onder de examinatoren hoog is door corona en ook door te werken onder mentale druk. De impact van de coronamaatregelen is veel groter dan men had verwacht. Bijvoorbeeld het dragen van het mondkapje de hele dag door is een enorme fysieke belasting, maar dat hoeven we in deze branche niet uit te leggen: instructeurs hebben het ook heel lang moeten doen en menigeen hanteert het mondkapje nog steeds. In elk geval kampte het CBR eind maart met een ziekteverzuim van rond 14 procent (het meest recente cijfer is niet bekend bij het ter perse gaan van deze editie, maar veel lager zal het niet zijn). Overigens ligt dit ziekteverzuim min of meer in lijn met het ziekteverzuim bij soortgelijke zogenoemde zbo’s (zelfstandig bestuursorgaan).

Werving

Ook met de werving van honderd nieuwe examinatoren wil het niet vlotten. Op dit moment zijn er 68 geworven, waarvan inmiddels een deel examens afneemt. Hierbij spelen twee problemen. De eerste is dat je niet zomaar even examinator bent. Van de achtduizend sollicitanten die zich bij het CBR hadden aangemeld, kwamen er uiteindelijk een kleine drieduizend door de eerste ballotage. Er werden 1.337 kandidaten uitgenodigd voor een rollenspel en selectiegesprek: daar vielen weer mensen af waardoor er 387 de rijtest mochten doen en onder aan de streep bleven er van de ruim achtduizend geïnteresseerden 108 over die aan de opleiding begonnen. Ook speelt zeer nadrukkelijk de overspannen arbeidsmarkt een rol. In elke branche is het lastig om mensen te vinden en dat geldt dus ook voor deze branche. Op de vraag of dit betekent dat de honderd niet gehaald gaat worden, antwoordt Pechtold: “We wisten dat het moeilijk zou worden en we gaan het wel halen, maar niet binnen twee jaar.”

De tweede knop: minder examens

De tweede knop is ervoor zorgen dat er minder examens worden afgenomen en dat vraagstuk ligt bij de branche. Toen het CBR vorig jaar maart de branche opriep om iets te doen aan het gemiddelde slagingspercentage eerste examens van 50 procent, zag je meteen een verbetering. Het CBR ziet het liefst dat dit percentage wordt opgekrikt naar 60 procent, aangezien elke procent winst achtduizend minder examens vergt. Dan heb je het probleem nog niet opgelost, maar je schiet dan wel aardig op. Hoewel dit met de nodige scepsis werd ontvangen (hoe kun je nu verwachten dat de branche in een mum van tijd rechtbreit wat al jaren scheef ging, was de teneur), maar de branche pakte dit aanvankelijk goed op. Er zijn weken geweest dat de 55 procent werd aangetikt, maar inmiddels is het gedaald naar gemiddeld 52,8 procent.

Dat het aanvankelijk steeg, daar heeft het CBR wel een verklaring voor. Huizing: “Er waren 1500 rijscholen met een lager slagingspercentage dan 30 procent, waarvan vijfhonderd op 10 procent zit. Wij zien nu dat het percentage rijscholen onder 30 procent afneemt, dat zijn er momenteel nog rond de 1100, en we zien ook dat het percentage rijscholen met een slagingspercentage van 60, 70 procent groeit.”

Kaf van het koren

Het kaf wordt dus van het koren gescheiden en het CBR heeft hier wel een verklaring voor. Huizing: “Wij hameren erop dat kandidaten alleen goed voorbereid opgaan voor het examen en veel rijschoolhouders hebben dat goed opgepakt. Ook hebben de examenmanagers met de 1500 rijschoolhouders die slecht presteren gesproken. Tijdens die gesprekken is een groot aantal rijscholen wakkergeschud en er zijn er ook afgehaakt, onder andere door corona.” Pechtold: “We zien dat niet in de cijfers, maar we voelen het wel aan. Je ziet het ook in andere branches en in de winkelstraten: bedrijven die geen buffer hebben zijn omgevallen en met lesprijzen van 28 euro ben je snel door je buffer heen. Dat model is er wel aangegaan. Daar komt bij dat het rapport van Emile Roemer ook zijn schaduw vooruitwerpt. Daardoor kiezen rijschoolhouders die niet willen of kunnen voldoen aan de eisen die hopelijk gesteld gaan worden aan een rijschool eieren voor hun geld. De rijschoolwereld voelt aan: zoals het ging, gaat het niet meer, en corona heeft daar een versterkend effect in gehad. Maar we zijn er nog niet.”

Er moet iets gebeuren

De slotsom is dat er iets moet gebeuren wil het niet nog meer uit de hand lopen. Om te beginnen doet het CBR zelf een duit in het zakje. Maximaliseren overwerk (maar er zit een grens aan de mogelijkheden, laat de directie weten), detachering van de provincie naar de Randstad (want in de Randstad zijn de problemen veel groter dan in de periferie), verlenging van de werkzaamheden door gepensioneerden en maximale detachering vanuit overige divisies (beroepsexamens en rijtesten). Dit zet zoden aan de dijk, maar de dijk blijft dan nog steeds lek. En om die reden komen de zogenoemde 'paardenmiddelen' weer van stal. En paardenmiddelen zijn het. Hoewel bewezen is dat de tussentijdse toets zorgt voor een beduidend hoger slagingspercentage (liefst 13 procent) geeft het CBR ter overdenking aan de branche om hier tijdelijk mee te stoppen. Ook het schrappen van het faalangstexamen en het verhogen van de examenleeftijd van 17 naar 18 jaar (in feite is dat - al dan niet tijdelijk - de nek omdraaien van 2toDrive, dat ook een hoger slagingspercentage heeft dan het reguliere examen) zijn wat het CBR bespreekpunten. En daar vindt de branche wat van, zo blijkt uit de reacties van de branchevoorzitters. Wij hebben hen namelijk een aantal vragen voorgelegd, met de volgende antwoorden als resultaat:

De reserveringstermijnen lopen alsmaar op. Kun je schetsen welke problemen rijschoolondernemers daarvan in de praktijk ondervinden?

Jos van Zuylen (voorzitter VRB): “Dat lijkt me voor zich spreken, hierdoor moet men veel verder vooruit gaan plannen en is het des te moeilijker om het moment van examen aan te laten sluiten bij het examengereed krijgen van de leerlingen. Een systeem waarbij men makkelijker kan switchen met kandidaten onderling zou zeer wenselijk zijn. Hiermee komt het CBR de branche enigszins tegenmoet. Voor de kort(er) durende opleidingen zoals A en BE is het funest.”

Edward Hofstede (opvolger van Jos Post als voorzitter van de LBKR): “De lange wachttijd was er vrij plotseling. Daardoor kunnen leerlingen die bijna examenklaar zijn nu niet lekker door en moeten ze lang wachten. Vaak moeten ze zelfs even stoppen met lessen en dan weer beginnen. Het is een vervelende situatie voor hen en het brengt vaak ook extra kosten met zich mee. Rijschoolhouders moeten dit telkens verdedigen, maar dit valt niet uit te leggen. Planningtechnisch is het zo voor velen niet te doen.”

Arno Smit, voorzitter BOVAG: “Allereerst is dit erg treurig voor de leerlingen: óf zij worden op kosten gejaagd óf de routine gaat eruit waardoor de kans om voor het 1ste examen te slagen kleiner wordt. Rijscholen zelf lopen met hun planningen vast. Ze moeten constant de boel weer aanpassen als er op het laatste moment een examen wordt geannuleerd door CBR. De bedrijfsvoering van de rijscholen staat constant onder druk doordat het CBR zijn capaciteit niet op orde heeft; de gevolgen van corona waren al verschrikkelijk voor de branche, maar het ziet er nu naar uit dat we hier nog zeker een jaar extra last van blijven houden.”

Roger Keijbeck, voorzitter FAM: “De krantenkoppen stonden er afgelopen week vol mee: 'Oplopende reserveringstermijnen bij het CBR'. Een beeld dat de FAM al jaren kent en al talloze oplossingen voor aangedragen heeft. Helaas geeft het CBR nauwelijks thuis en lijkt het ook deze keer de rijscholen weer te willen benadelen door te dreigen met het verhogen van de examenleeftijd naar 18 jaar. Een statement waar de FAM het volledig niet mee eens is. De problemen bij het CBR zouden zijn ontstaan door het hoge ziekteverzuim bij het CBR door de omikronvariant van het virus. Ook veel leerlingen zeggen examens af, waardoor plekken leeg blijven. Dit zijn overigens plekken die in de ogen van veel FAM-leden gemakkelijk ingevuld kunnen worden met andere kandidaten. Het CBR heeft het wisselen van capaciteit op een dergelijke manier echter onmogelijk gemaakt, zodat veel opleiders ervoor kiezen om het examen maar te laten vervallen. Hierdoor nemen examinatoren soms maar enkele examens per dag af, iets dat voor het invoeren van de quotumregeling nauwelijks gebeurde.”

Het CBR gaat met de branche c.q. nieuwe koepel overleggen, waarbij het zwaard van Damocles boven de branche hangt. De branche wordt voorgesteld tijdelijk de TTT en faalangstexamens op te schorten of de reserveringstermijn te accepteren. Kunnen jullie hier uit kiezen en zo ja, welke keus maak je dan?

Jos van Zuylen: “Kiezen uit deze paardenmiddelen is ondoenlijk. Het enige dat ik me zou kunnen voorstellen is dat een rijschool bijvoorbeeld maar een bepaald % examens als faalangst mag kiezen. Het schrappen van de TTT of RIS-toets zal ook afbreuk doen aan de slagingspercentages en dan spannen we het paard achter de wagen.”

Edward Hofstede: “Wij maken geen keuze. Dat mag het CBR zelf doen. Straks wordt naar buiten gebracht dat de brancheverenigingen hebben gekozen, maar wij zijn van mening dat het CBR deze problemen zelf moet oplossen. Dit wordt vaak ook weer gekoppeld aan het slagingspercentage. Die is al tientallen jaren vrijwel gelijk, dus het probleem ligt niet op dit vlak.”

Arno Smit: “We begrijpen de dilemma’s waar het CBR voor staat. Maar we moeten niet vergeten dat wanneer de leeftijdsgroep onder 18 jaar eruit gehaald wordt, het CBR dan wel snel kan inlopen, maar dat dit ten koste gaat van de agenda’s van de rijscholen. Het kan zelfs leiden tot een halvering van het aantal nieuwe inschrijvingen. Daarnaast zijn er duizenden jonge leerlingen die tussentijds ineens hun opleiding moeten staken. De voorstellen die BOVAG heeft gedaan, leiden óók tot een versnelde inloop van de achterstanden, maar dan moet het CBR wel mee willen doen.”

Roger Keijbeck: “In het artikel van het AD op 23 maart geeft CBR-directeur Alexander Pechtold aan dat de rijscholen moeten gaan beslissen hoe de huidige problematiek opgelost gaat worden. Een uiterst vreemd statement, de branche heeft immers 0,0 inspraak in de beslissingen van het CBR. Daarnaast hebben brancheverenigingen zoals de FAM eerder het gevoel dat het CBR nog minder inspraak toelaat door het anders indelen van overleggen met de brancheverenigingen. Waar het vroeger nog echte overleggen waren tussen CBR en branche lijkt het nu eerder een ronde mededelingen vanuit het CBR.”

Zijn jullie verrast dat de paardenmiddelen weer op tafel komen?

Jos van Zuylen: “Helaas niet.”

Edward Hofstede: “Dat zeker. De plotselinge lange wachttijd is voor ons onverklaarbaar. Het zou gaan om ziekteverzuim etc., maar corona is nu al jaren in ons land… dat is niets nieuws. Had men dit niet kunnen voorzien?”

Arno Smit: “Ja. Het is jammer dat het gesprek via de media wordt gevoerd.”

Roger Keijbeck: “In het artikel van het AD op 23 maart geeft CBR directeur Alexander Pechtold aan dat de rijscholen moeten gaan beslissen hoe de huidige problematiek opgelost gaat worden. Een uiterst vreemd statement, de branche heeft immers 0,0 inspraak in de beslissingen van het CBR.”

Zien jullie nog andere oplossingen?

Jos van Zuylen: “Jazeker. Het is soms enkele dagen voor een examen al bekend dat een kandidaat niet op examen kan omdat hij in quarantaine zit; hij komt echter pas in de uitstelregeling als hij zich afmeldt op de dag van het examen zelf. Dan gaat de capaciteit sowieso verloren, dit moet anders kunnen. Dit is een voorbeeld van een kleine stap, maar veel kleine stappen bij elkaar gaan tellen."
"Er is ook veel gezegd over het verhogen van de slagingspercentages, van fouten kan men leren, en het CBR heeft op voorstel van de branche een top 10 gemaakt van meest voorkomende redenen van het niet-behalen van het examen. Het wordt hoog tijd dat dit naar buiten komt, en wellicht helpt dit ook weer een klein beetje.”

Edward Hofstede: “Het probleem moet bij de bron worden aangepakt. Er zouden veel nieuwe examinatoren geworven worden, wat is daarvan overgebleven? Die vraag brandt bij ons. Wellicht toch tijdelijk weer recent gepensioneerden terugvragen, rijinstructeurs opleiden voor bijvoorbeeld de TTT en wat extra’s bieden voor examinatoren die van goede wil zijn en over willen werken. Wellicht één examen extra per dag per examinator levert al veel extra capaciteit op… We zien ook op de zaterdagen nog maar weinig activiteit in onze omgeving.”

Arno Smit: “BOVAG heeft begin 2021 al een lijst met suggesties aan CBR overhandigd en we rekenen erop dat het CBR zich hier nog eens over gaat buigen. BOVAG is juist bereid zijn om mee te helpen en het probleem de kop in te drukken. Dit zijn ze:
- Kort rij-examens in met 10 minuten;
- Laat de tussentijdse toetsen afnemen door ervaren rijinstructeurs;
- Geef rijscholen met een hoog slagingspercentage voorrang;
- Leid versneld examinatoren op voor een flexibele schil;
- Hevel het inleidende gedeelte van een examen naar de rijinstructeur – en/of voer dat gesprek met meerdere leerlingen tegelijk;
- Zet examinatoren uit rustiger regio’s in drukkere regio’s in.

Roger Keijbeck: “De FAM denkt zelf aan hele andere oplossingen. Ze liggen zelfs al klaar op de plank bij het CBR. Naar aanleiding van een meedenksessie heeft de FAM een concreet lijstje met mogelijke oplossingen om de reserveringstermijnen terug te dringen aangedragen. Dit verslag is al in februari 2021 verstuurd om de destijds oplopende achterstand van 293.000 praktijkexamens op te lossen. Om het geheugen weer op te frissen zetten we ze nog even op een rij:
- Verkort de examenduur met 10 minuten. Hierdoor is het mogelijk 11 examens per dag te rijden in plaats van 9;
- Stel de capaciteit van uitgevallen examens direct beschikbaar richting de rijscholen. Dring hiermee de niet-ingevulde capaciteit terug;
- Gebruik andere mensen voor het afnemen van steekproeven code 95. Zet de examinatoren die dit momenteel doen in om examens af te nemen;
- Laat CCV examinatoren 4 dagen per week 6 examens afnemen. Hiermee speel je 1 extra dag vrij om B-examens af te nemen;
- Schaf de quotumregeling af en laat rijscholen zelf wisselen met examencapaciteit. Hiermee kunnen kansloze kandidaten gewisseld worden en kunnen ook coronagevallen ruilen met kandidaten die hierdoor sneller op kunnen.”

Is het niet vreemd dat het CBR van zijn probleem het probleem van de rijschoolhouder maakt? Want: de branche maakt dan een keus en het CBR kan dan altijd zeggen: het is de branche die heeft gekozen.

Jos van Zuylen: “Tja, het probleem van het CBR wordt inderdaad ons probleem en we zullen moeten kijken hoe we hier uitkomen.”

Edward Hofstede: “Dit heb ik in een eerdere vraag al even aangestipt. Zo hoort het niet te zijn.”

Arno Smit: “Het zou jammer zijn als de burger voorgehouden wordt dat het aan de branche zou liggen. Wij weten namelijk dat rijinstructeurs en alle andere medewerkers van rijscholen in het hele land zich juist volop inzetten om de verliezen en achterstanden weg te werken. Ondanks alle coronabeperkingen noteert onze sector dan ook een relatief laag ziekteverzuim van rond de 4%, terwijl het CBR met vergelijkbare omstandigheden een ziekteverzuim heeft van maar liefst 14%.”

Roger Keijbeck: “Daarnaast hebben brancheverenigingen zoals de FAM eerder het gevoel dat het CBR nog minder inspraak toelaat door het anders indelen van overleggen met de brancheverenigingen. Waar het vroeger nog echte overleggen waren tussen CBR en branche lijkt het nu eerder een ronde mededelingen vanuit het CBR.”

Wil je nog iets toevoegen?

Jos van Zuylen: “Op 4 april komen de branchepartijen voor de koepel i.o. weer bij elkaar, wellicht kunnen we hierin gezamenlijk optrekken, samen bereiken we meer dan alleen.”

Edward Hofstede: “Nee.”

Arno Smit: “Laten we juist nu tonen dat we goed kunnen samenwerken en dat we elkaars belangen respecteren. Daarom hopen wij echt dat onze voorstellen ingezet of in ieder geval vol goede moed geprobeerd worden. Wij staan klaar om ons hiervoor in te zetten, een betere handreiking kunnen wij als branche niet doen.”

Roger Keijbeck: “Er zijn dus duidelijk oplossingen aangedragen vanuit de branche. Oplossingen die rijscholen niet benadelen en het CBR in staat stellen de reserveringstermijn terug te dringen. Tijd dus voor het CBR om actie te ondernemen voor rijscholen nog meer de dupe worden.”

Afbeelding
Roger Keijbeck.
Jos van Zuylen.
Arno Smit.
Afbeelding