'Ik ben lid van een brancheorganisatie. Wat ga ik straks terugzien van de standpunten van mijn eigen brancheorganisatie?'

Regelmatig lees ik in het nieuws over de nieuwe koepelorganisatie die door brancheorganisaties gevormd gaat worden. Een organisatie van brancheorganisaties die zich verenigen en met één mond spreken, zodat overheid, CBR, IBKI en anderen weten met wie ze uiteindelijk zakendoen.

Graag wil ik vooropstellen dat ik het een goede zaak vind. Ik heb het nooit praktisch gevonden dat allerlei organisaties en verenigingen door elkaar heen roepen. Je bereikt er weinig mee. Iedereen is voor zijn eigen standpunten aan het lobbyen. De overheid weet niet meer met wie ze eigenlijk zaken moeten doen en wij zien door de bomen het bos niet meer. 

Toch wil ik er een kritische noot bij zetten. Net als in de politiek waar VVD, CDA, D66 en CU een kabinet vormen, bestaan er in de rijschoolbranche veel verschillen. Hoe breng je al die verschillen bij elkaar? In hoeverre is de brancheorganisatie waar ik lid van ben bereid om water bij de wijn te doen om maar mee te mogen praten? Vooropgesteld, meepraten is belangrijk, maar niet koste wat het kost. Met andere woorden: ik ben lid van een brancheorganisatie. Wat ga ik straks terugzien van de standpunten van mijn eigen brancheorganisatie? 

Ja, ik beken. Ik ben lid van een brancheorganisatie. Veel collega’s zijn dat niet. Om mij heen hoor ik veel kritiek. Brancheorganisaties, je hebt er niks aan. Beetje koffiedrinken in den Haag. Ja en amen knikken. Wat hebben ze nu eigenlijk bereikt de afgelopen jaren?

Ik snap de kritiek. Ook ik heb stevige vraagtekens bij de manier waarop er naar mij en mijn vakgenoten gekeken wordt. Vraagtekens bij de manier waarop over ons gepraat wordt. Vraagtekens bij wat voor maatregelen we over ons heen krijgen. Vraagtekens bij het feit dat onze brancheorganisaties geen grenzen aan durven te geven. En toch, vooralsnog blijf ik lid van een brancheorganisatie. 

Waarom ik lid blijf? Dat wil ik best uitleggen. Langs de zijlijn blijven staan en roepen dat er allemaal niks van deugt, gaat ons niks opleveren. Sterker nog. We krijgen alleen maar meer bagger over ons heen. We hebben brancheorganisaties nodig. Organisaties die ons vertegenwoordigen en voor ons opkomen. En omdat brancheorganisaties af en toe een schop onder hun kont nodig schijnen te hebben, hebben ze leden nodig. Daarom! Word niet alleen lid, maar durf ook je mening te geven. Stuur bij waar dat kan. Corrigeer elkaar.

'Langs de zijlijn blijven staan en roepen dat er allemaal niks van deugt gaat ons niks opleveren. Sterker nog. We krijgen alleen maar meer bagger over ons heen'

Maar één ding zeg ik er wel bij: het is vijf voor twaalf. De koepel is de laatste kans voor de brancheorganisaties. Het vertrouwen in brancheorganisaties binnen onze branche is al absoluut niet hoog. Als er meer draagvlak moet komen wordt het nu echt tijd om serieus te gaan kijken naar wat er in de branche leeft en daarmee aan het werk te gaan. De eerste primaire taak van een brancheorganisatie is het vertegenwoordigen van de belangen van de branche. Opkomen voor de belangen van de leden. Ervoor waken dat CBR, IBKI en overheid niet over ons heen lopen. De grenzen aangeven wanneer dat nodig is. Laat ik nou toch het idee hebben dat brancheorganisaties op dit moment zich met hele andere zaken bezighouden.

Een koepelorganisatie van alle brancheverenigingen. Ik vind het prachtig. Dat is pas Samen Sterk. Maar ook een koepelorganisatie heeft een achterban nodig. En als deze koepelorganisatie een succes wil worden, de achterban wil vasthouden, en daadwerkelijk wat wil betekenen voor de branche, moet het roer echt om. Beste belangenbehartigers, zoals gezegd: het is vijf voor twaalf. Van mij krijgen jullie vooralsnog het voordeel van de twijfel. Maar als het weer niks wordt heb ik het echt gezien en trek ook ik de deur achter mij dicht.