Afbeelding
Foto: Hans Peijs

4 procent meer rijbewijzen dan vijf jaar geleden

Op 1 januari 2022 waren er ruim 11 miljoen mensen met een Nederlands autorijbewijs. Het aantal autorijbewijshouders is 4 procent hoger dan 5 jaar eerder. Onder 75-plussers nam het autorijbewijsbezit het meest toe: hier steeg het aantal autorijbewijsbezitters vergeleken met 5 jaar eerder met 38 procent naar 940.000 in 2022.

Begin 2022 waren er ruim 10.000 17-jarigen met een autorijbewijs, 45 procent minder dan op 1 januari 2020, voor het begin van de coronacrisis. In 2020 en 2021 haalden minder jongeren een rijbewijs. Door de coronacrisis waren er periodes dat rijlessen en rijexamens niet door konden gaan. Sinds de start van het project 2toDrive in 2011 mogen jongeren beginnen met rijlessen als ze 16,5 jaar zijn en afrijden vanaf hun zeventiende verjaardag. Geslaagden mogen autorijden onder begeleiding van een ervaren automobilist. Zodra ze 18 zijn, mogen ze zelfstandig met de auto op pad.

Bromfiets- en motorrijbewijzen

Begin 2022 waren ruim 11,6 miljoen Nederlanders in het bezit van een bromfietsrijbewijs. Het hoge bromfietsrijbewijsbezit heeft te maken met de automatische verstrekking van het bromfietsrijbewijs aan iedereen die een autorijbewijs bezit.
Daarnaast hadden ruim 1,5 miljoen Nederlanders een motorrijbewijs. Van de 955.000 motorrijbewijshouders van 50 jaar of ouder waren er 128.000 75 jaar of ouder. De afgelopen 5 jaar nam het aandeel motorrijbewijsbezitters van 50 jaar of ouder toe van 57 naar 63 procent. In dezelfde periode nam het aantal mensen onder de 30 jaar met een motorrijbewijs met 2 procent af tot 93.000.

Afname vrachtauto- en busrijbewijzen

Op 1 januari 2022 beschikten 518.000 personen over een Nederlands vrachtautorijbewijs. Dat zijn er 15 procent minder dan vijf jaar eerder. Bij de personen met een busrijbewijs was de daling nog groter. Sinds begin 2017 nam hun aantal af met 32 procent tot 214.000.

'Rijbewijs is roze want deze kleur stat symbool voor samenwerking'

Van de mensen met een vrachtautorijbewijs was 64 procent 50 jaar of ouder. Bij de busrijbewijshouders was dit 91 procent. Slechts 1 procent van de busrijbewijshouders en 6 procent van de vrachtautorijbewijshouders is jonger dan 30 jaar. 

Waarom roze?

En dan nog iets: het rijbewijs is al jaren roze. Eerst het roze papiertje en nu het roze kaartje. Maar waarom roze?
Er zijn twee verdragen over het Internationaal Wegverkeer waarin de kleur van het rijbewijs nauwkeurig staat voorgeschreven. Die twee verdragen zijn het Verdrag van Genève uit 1949 en het Verdrag van Wenen uit 1968. In beide verdragen wordt de kleur roze voorgeschreven. Of anders gezegd: het is ooit in Genève bedacht en in Wenen weer overgenomen.
Voor Nederland geldt sinds het bekrachtigen van het Verdrag van Genève in 1952 dat roze de kleur voor het rijbewijs is. In het verdrag van Wenen staat roze als aanbevolen kleur.

Dit zijn allemaal verdragen, maar waarom nu roze? Uit RDW-informatie blijkt dat er voor roze is gekozen omdat deze kleur symbool staat voor samenwerking. Er staat geen bron vermeld.

Zoek je in het algemeen naar de betekenis van de kleur roze, dan lees je dat roze onder meer de kleur van de vrede is. Samenwerking zou daar een afgeleide van kunnen zijn. De VN heeft mogelijk een dergelijke verheven bedoeling gehad.