Waarnemingscyclus of voorspellingscyclus?

Veronderstel eens dat wat wij een impulsieve actie vinden eigenlijk een razendsnelle voorspelling is? Een ‘onbewuste’ voorspelling van de leerling op basis van opgeslagen informatie en ervaringen vanuit een ‘breinmodel’? We hebben geleerd dat de waarnemingscyclus begint met waarnemen, voorspellen, evalueren, enzovoorts en niet met ‘voorspellen’.

Toch is deze veronderstelling stevig onderbouwd door Peter Vermeulen, een Vlaamse pedagoog en autoriteit op het gebied van autisme.

Vermeulen schreef verschillende boeken en gaf eerder al een treffende definitie van mensen met autisme: absolute denkers in een relatieve wereld. Het laatste boek van zijn hand is ‘Autisme en het voorspellende brein’. Baanbrekend, want volgens Vermeulen is waarnemen namelijk een constructie (illusie) van het brein. In zijn boek over de theorie van het voorspellende brein legt Vermeulen uit dat we de wereld niet waarnemen, maar het door ons brein gecreëerde model ervan. Het brein wacht niet op informatie vanuit de zintuigen, maar ‘voorspelt’ de informatie alvast.

Vergelijk het met de voorspellingscorrectie van je smartphone, een zelflerend fenomeen. Maar check die tekstvoorspelling nog wél even, anders staat er iets anders. Dat kunnen we een voorspellingsfout noemen.
In de trainingen ‘rijles en autisme’ leerden rijinstructeurs dat de breinwerking bij autisme is gebaseerd op het klassieke beeld van de computermetafoor. Wat zou betekenen dat het brein logisch en rationeel opereert en informatie van de zintuigen ontvangt (waarnemen of perceptie); met de informatie aan de slag gaat en die verwerkt (denken of cognitie) en dat het denken resulteert in betekenis op basis waarvan het brein ons lichaam vertelt hoe te reageren op de wereld (gedragsreactie). Volgens Vermeulen is dat achterhaald.

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat ons brein niet logisch en rationeel is. Wie ‘bewust’ nadenkt over een probleem maakt fouten en neemt allesbehalve intelligente en goed doordachte besluiten. Dat de mens als soort wist te overleven was niet dankzij een brein dat logisch redeneert en berekent. Het brein klungelt bij logisch nadenken, wat traag gaat en veel tijd kost. Ons brein heeft weliswaar input en informatie nodig, maar is dus veel minder afhankelijk van de zintuigen dan we denken.

Waarnemen speelt zich voor 90% IN het brein af! Het brein ontvangt de wereld dus niet, maar voorspelt die. Bij dit proces staan de zintuigen dan ook niet aan het BEGIN van het proces. Dat zet de waarnemingscyclus op zijn kop, nietwaar?

Daarom kunnen we ‘impulsief’ wellicht beter gaan kwalificeren als een voorspelling, een razendsnelle aanname als voorbereiding op wat nog moet komen en wat de zintuigen daarna moeten checken. Het brein heeft een ‘model’ gecreëerd dat vervolgens via feedback van de zintuigen moet worden beoordeeld op bruikbaarheid.

Als een voorspelling bij ons niet-autistische brein onjuist blijkt, stellen we die voorspellingsfout gewoon ‘even’ bij. Ons brein kan omgaan met betrekkelijkheid en we kunnen gemakkelijk gissen. Bij een zwart-wit denkend autistisch brein werkt dat anders. Een voorspellingsfout leidt al snel tot overprikkeling. Het autistische brein heeft moeite met samenhang, is contextblind en kan niet goed ‘gissen’ wat ergens de essentie van is.

Voor rijles aan leerlingen met een ASS betekent dit een nóg groter belang voor 100% kloppende informatie en veel herhaling. Meer controle aan de leerling geven blijkt in relatie tot overprikkeling een cruciale rol te spelen. Bijvoorbeeld zelf een route laten voorbereiden.
Regisseur worden van de eigen beleving is dé manier om met de onbetrouwbaarheid en onzekerheid van de informatie uit de zintuigen om te gaan. Vooruitlopen op de zaken in plaats van afwachten tot ze gebeuren. Hoe gebrekkiger het kennisniveau, des te groter de onzekerheid. Voed de leerling dus met zo veel mogelijk informatie zodat het ‘breinmodel' steeds vollediger wordt en voorspellingsfouten zo veel mogelijk kunnen worden voorkomen.