Afbeelding
Foto: Hans Peijs

ANWB startte eind 19de eeuw met eerste bewegwijzeringsborden

Geschiedenis verkeersbord gaat terug tot de Romeinen

Eigenlijk doen we het veel te weinig: even terug in de geschiedenis. Want zonder geschiedenis geen heden en toekomst. In deze editie staan we daarom eens stil bij de geschiedenis van het verkeersbord.

De Nederlandse wegen worden steeds drukker. Om zo veel bestuurders in veilige banen te leiden, zijn verkeersborden onmisbaar. Door de geboden, verboden, waarschuwingen en weginformatie die zij geven, weet iedere bestuurder precies waar hij aan toe is. Dit is zo vanzelfsprekend geworden dat weinig mensen beseffen hoe bijzonder de aanwezigheid van de borden eigenlijk is.

Romeinse mijlpalen

Romeinse mijlpalen kunnen worden beschouwd als de allereerste voorlopers van onze huidige verkeersborden. Het ging hier weliswaar niet om een gebod, verbod of waarschuwing,  maar louter om weginformatie. Mijlpalen waren door het hele Romeinse rijk verspreid en informeerden de reiziger over de afstand tot één specifiek punt: de Gouden Mijlpaal op het Forum Romanum in Rome. Zo wisten alle inwoners van het hele rijk precies hoe ver zij van de Romeinse hoofdstad verwijderd waren.

ANWB

De ontwikkeling van de moderne verkeersborden zoals wij die kennen, begint aan het einde van de negentiende eeuw met de komst van de fiets en de auto. Toen deze vervoermiddelen aan het einde van de negentiende eeuw hun intrede deden in Nederland, kwam er behoefte aan betere bewegwijzering. Vanaf 1894 verzorgde de Algemene Nederlandsche Wielrijders-Bond (ANWB) op kosten van haar leden de bewegwijzering in Nederland. De eerste waarschuwingsborden plaatste de ANWB in Zuid-Limburg, waar het steile, heuvelachtige terrein vooral voor fietsers gevaar kon opleveren. Hoewel de eerste verkeersborden aanvankelijk van hout waren, stapte de ANWB al snel over op veel duurdere ijzeren borden om te voorkomen dat ze telkens bij omwonenden in de kachel eindigden.

Tekst

Bestonden de eerste waarschuwingsborden voor het grootste deel uit tekst, met de komst van de auto werd er langzaam maar zeker een systeem ontwikkeld dat gebruikmaakte van symbolen. Zo konden bestuurders in één oogopslag zien welke bijzondere verkeerssituatie zij naderden. 

Internationale afspraken

De vernieuwingen op dit vlak mondden in 1908 in Rome al snel uit in internationale afspraken over hoe verkeersborden eruit zouden moeten zien. Daarmee werd de basis gelegd voor verdragen in de toekomst, waarvan het verdrag van de Weense Conventie voor Wegverkeer in 1969 de meest recente is.

Eerste verkeersbord

Maar eerst nog even terug naar 1932. Dat jaartal is namelijk relevant voor het antwoord op de vraag waar het eerste verkeersbord in Nederland werd neergezet. Los van de ANWB-wegwijzers claimen verschillende gemeentes het eerste officiële verkeersbord van het land te hebben. Bergen in Noord-Holland lijkt met de eer te gaan strijken. In die gemeente stond in 1932 een, in beton ingelegd, verkeersbord. Dit verkeersbord gaf een auto en motorfiets weer. Naar verluidt heeft de toenmalige burgemeester dit laten plaatsen omdat hij last zou hebben van het opkomende gemotoriseerde verkeer.

CBR

Daarna ging het blijkbaar snel, want in 1934 begon het CBR met het uitdelen van informatiemateriaal waarop de verschillende verkeersborden te zien waren die in Nederland voorkwamen. Tijdens het praktijkexamen kregen kandidaten vragen over deze verkeersborden. Het schriftelijk theorie-examen startte in 1963. Het kennen van verkeersborden speelde toen een grote rol. Het oefenen van de theorie werd daardoor steeds belangrijker.

Weense conventie

Terug naar de Weense Conventie voor Wegverkeer. In 1969 ondertekenden 73 landen, waaronder Nederland, in Wenen een verdrag waarin onder andere de standaardisering van verkeersborden werd vastgelegd. Dankzij dit verdrag herkennen wij in de meeste landen ter wereld de belangrijkste borden probleemloos. Natuurlijk zijn niet alle borden in al deze landen hetzelfde. Voor een deel zijn deze verschillen te verklaren door de verdragen die aan de Weense Conventie vooraf zijn gegaan, maar ook door verkeerssituaties die ieder land uniek maken. Zo kent Nederland tal van verkeersborden die je nergens anders ter wereld zult tegenkomen.

RVV

Drie jaar daarvoor was in Nederland al een belangrijk moment toen het eerste Reglement verkeersregels en verkeerstekens verscheen. En daarvan kennen we inmiddels de versie RVV 1990. Het RVV 1990 is veel minder uitgebreid dan de eerdere versie van het RVV, het zogenaamde RVV-1966. Onder het motto ‘Geef je verstand eens voorrang’ zijn in het RVV 1990 veel gedetailleerde artikelen geschrapt. Deze artikelen waren veel weggebruikers onbekend en bovendien moeilijk te handhaven. Een voorbeeld hiervan is het verbod op het schuin oversteken van de straat - bij een drukke weg doe je dat vanzelf niet en bij een rustige weg wordt het niet erg gevonden, zodat het verbod eigenlijk overbodig is. Het resultaat is een RVV op kernpunten.

Onveilig gedrag

Onveilig gedrag dat niet valt onder het RVV kan echter altijd nog bestraft worden op het kapstokartikel uit de Wegenverkeerswet, waarin staat: 'Het is een ieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd.' (art. 5 WVW).

In 2011 werd het ontwerp van diverse verkeersborden enigszins aangepast om de problemen die kleurblinden ondervinden te ondervangen: borden met een rode randen kregen een wit randje en waar rood en blauw elkaar raken wordt ook een witte rand scheidingslijn voorzien.

Afbeelding
Een Romeinse mijlpaal.