Voorspelbaar én controleerbaar

Om op mijn vakgebied een beetje bij te blijven verdiep ik me momenteel uitgebreid in het onlangs verschenen Autisme en het voorspellende brein van Peter Vermeulen. Vermeulen, klinisch pedagoog, is zeer bekend in de wereld van autisme. Hij geeft wereldwijd lezingen en trainingen en is auteur van ruim vijftien boeken over autisme.

Zijn boek is onthullend en leerzaam en biedt verrassend nieuwe inzichten over autisme! Onthullend, omdat het alles wat we dachten te weten over de werking van het brein min of meer overhoop gooit.

Recent onderzoek toont namelijk aan dat het klassieke beeld dat we hebben over de werking van het brein met de computermetafoor van input, verwerking en output, niet echt klopt.

Leerzaam, omdat Vermeulen dit nieuwe inzicht op betekenis in relatie tot autisme onderzoekt. De ontdekking van het voorspellende brein werpt niet alleen een nieuw licht op autisme, het leidt ook tot de conclusie dat enkele van de gangbare interventies in autisme dringend moeten worden herzien. Zeer interessante kost dus voor rijinstructeurs die volgens eerdere en verouderde inzichten hebben geleerd om te gaan met autisme (en ADHD) tijdens de rijles.

Wat overeind blijft is dat kleine stapjes bepalen hoe iemand met een ASS kan leren omgaan met prikkels. Die kleine stapjes zijn nu logisch vanuit de theorie van het voorspellende brein. Een wereld zonder onvoorspelbare prikkels is een illusie, zegt Vermeulen in zijn boek. Maar nog erger dan een onvoorspelbare prikkel is een onvoorspelbare én oncontroleerbare prikkel.

Overprikkeling voorkomen gebeurt paradoxaal genoeg niet door het wegnemen van zo veel mogelijk prikkels, maar om ze voorspelbaarder te maken, alleen op een iets andere manier, te weten door controle te bieden.

Volgens Vermeulen blijkt juist die controle een belangrijke speler te zijn in de strijd tegen overprikkeling. Hij lardeert het boek met verhelderende voorbeelden. Voor mensen met autisme die overgevoelig zijn voor geluid, licht, tast of drukte gaat het er dus niet om dat je prikkelarme ruimtes creëert, maar dat je ze de mogelijkheid biedt die prikkels in de omgeving te controleren.

Ik vergeleek dit met mijn eigen ervaring toen ik een behandeling moest ondergaan waarbij de tandarts normaal gesproken verdoofde. Dat wilde ik niet omdat ik een hekel heb aan de naweeën daarvan. Hij zei toen dat het flink pijn kon doen, maar hooguit vijf minuten zou duren. Als de pijn te veel werd moest ik mijn hand opsteken. Dan zou hij me alsnog verdoven.

Ik doorstond het zonder verdoving. Het was voorspelbaar (ik verwachtte pijn), er was een begin en een eind (hooguit vijf minuten) en ik had er controle over (hand opsteken).

Vertaald naar de rijles geef ik aan het einde van de les op wat er de volgende les wordt behandeld. De leerling kan kiezen om zich voor te bereiden. Kennis is macht, macht geeft zekerheid, hoe meer zekerheid des te minder stress, dus des te fijner de leerling zich voelt en beter leert.

Ik werk dan graag met zogenoemde ‘toetsoefeningen’. Bij de Rijopleiding in Stappen worden die als middel gebruikt om een ander (hoger) doel te bereiken. Ik leg uit in welke relatie het lesonderwerp tot die oefeningen staat, uit welke ze mogen kiezen (3 of 4), welke verbanden er zijn met de verkeerstheorie, dat de oefening een half uur duurt, dat ze zelf kiezen in welk gebied ze die willen doen en op welk moment in de les.

De leerling bepaalt dus wat er gebeurt. Er is voorspelbaarheid, een begin en een eind en de leerling heeft zelf controle over het gebied en het aanvangsmoment. Ze vinden het ook nog eens leuk zo.

Welk nieuw licht er ook gaat schijnen, ik vind de Rijopleiding in Stappen nog steeds het meest geschikt.