In 2016 bezocht Barbara Visser de VRB en FAM. Ze staat hier op de foto met Willem Weijer (FAM), Irma Brauers (VRB), Ruud Rutten (FAM) en Peter van Neck (VRB, vlnr). Van hen is inmiddels alleen Irma Brauers nog actief voor een brancheorganisatie.
In 2016 bezocht Barbara Visser de VRB en FAM. Ze staat hier op de foto met Willem Weijer (FAM), Irma Brauers (VRB), Ruud Rutten (FAM) en Peter van Neck (VRB, vlnr). Van hen is inmiddels alleen Irma Brauers nog actief voor een brancheorganisatie. Foto: Hans Peijs

Branche krijgt met Barbara
Visser de minister die ze verdient

Van alle Kamerleden die contact hebben met de brancheorganisaties FAM, VRB, LBKR en BOVAG Rijscholen, was in de jaren voorafgaand aan de verkiezingen van maart 2017 het contact met Barbara Visser van de VVD (ze stond zevende op de kandidatenlijst) het meest intensief. Dat leidde ertoe dat de brancheorganisaties en Visser op veel vlakken ook op één lijn zaten. De verwachting is daarom dat zij als nieuwe demissionair minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) zal doorpakken, hoewel in het verleden behaalde resultaten geen garantie voor de toekomst bieden, maar ze helpen natuurlijk wel.

De laatste jaren kwam er op het voor de rijscholenbranche zo essentiële ministerie van Infrastructuur elke keer een minister die het beter voorhad met de branche. Voor Van Nieuwenhuizen, die onlangs is afgezwaaid om een nieuwe topfunctie te bekleden bij de Vereniging Energie-Nederland, was dat overigens relatief makkelijk, want haar voorganger Melanie Schultz-van Haegen liet niet blijken veel op te hebben met de rijscholensector. Ze talmde en draalde, met als gevolg dat de sector met haar niets opschoot. Nee, dan Van Nieuwenhuizen. Die heeft zeker in haar laatste periode wel blijk gegeven de branche de helpende hand te willen bieden, hetgeen onder andere heeft geleid tot de commissie Roemer. Dat het rapport ‘Van rijles naar rijonderwijs’ van zijn hand nu even in de la ligt heeft niets te maken met haar goede wil, maar alles met het feit dat het kabinet al maanden demissionair is. En nu is ze weg en heeft ze plaatsgemaakt voor Barbara Visser, die overstapte van het staatssecretariaat van Defensie naar haar oude liefde Infrastructuur.

Liefde zit diep

De liefde tussen de branche en Visser zit diep. Toen zij in oktober 2017 werd geroepen voor het op een na hoogste ambt op Defensie was de branche in een soort van rouw. De brancheorganisaties hadden namelijk een bijzonder goede relatie opgebouwd met Visser, die er regelmatig blijk van had gegeven de wantoestanden in de branche te willen aanpakken en die zich als een pitbull had vastgebeten in het dossier. Zij had regelmatig overleg met de branchevoorzitters en had ook een aantal bedrijfsbezoeken aan rijscholen afgelegd. En het was Visser die de branche heeft geadviseerd een document op te stellen met alle wensen, verlangens en prioriteiten. Dit wordt binnenkort aangeboden aan de Tweede Kamer.

Niet verloren

Ruud Rutten, destijds voorzitter van de FAM, liet weten dat het een gemis is dat Visser staatssecretaris werd ("Ik wil haar vanaf deze plaats daarmee feliciteren"), maar hd er net als ieder ander vertrouwen in dat haar kennis over de branche niet verloren zou gaan. "Barbara heeft onnoemlijk veel betekend voor de branche en weet waar de pijnpunten zitten en die kennis zal zij ongetwijfeld overdragen aan haar opvolger." Irma Brauers, secretaris van de VRB, zei destijds dat het haar niet verwonderde dat zij staatssecretaris werd, maar had haar liever op Infrastructuur gezien.

'In het verleden behaalde resultaten zijn geen garantie voor de toekomst, maar ze helpen natuurlijk wel'

Vertrouwen

Maar waarop was dat vertrouwen eigenlijk gebaseerd? Allereerst uit het feit dat de VVD, de SP en iets mindere mate de PvdA zich het lot van de rijscholenbranche aantrokken, waarbij Visser dus de meeste credits verdiende. Deze drie partijen vonden en vinden het nog steeds van het grootste belang dat er puin wordt geruimd in de branche. Visser was daarbij ook niet te belazerd om ferme standpunten in te nemen. De sanctie op de praktijkbegeleiding bijvoorbeeld had er van haar niet af gemoeten, maar dat is wel wat op 1 april vorig jaar is gebeurd. 

In vier keer geslaagd

Visser zit namens de VVD sinds 2012 in de Kamer en had sinds 2014 de portefeuille Verkeer. Tot pakweg 2015 had ze nog amper meer weet van de sector dan dat ze zelf heeft afgereden ("Ik ben pas de vierde keer geslaagd"), maar dat veranderde snel. In een interview in Rij-instructie in februari 201, zei ze over haar ‘doop’: "In 2015 diende de SP een motie in waarin werd gevraagd om de sanctie bij de praktijkbegeleiding op te heffen. De VVD en PvdA stemden tegen, waardoor deze motie het niet haalde. Ik kreeg daarna enorm veel reacties van brancheorganisaties en rijschoolhouders en naar aanleiding daarvan had ik een gesprek met de brancheorganisaties. Daarin viel mij op dat de vertegenwoordigers heel serieus bezig zijn met hun vak, maar dat ook zij grote twijfels hebben over de huidige bijscholing. 'Als je onze branche serieus wilt nemen, zorg dan voor een zorgvuldige bijscholing', was hun boodschap."
"Ik heb daarna gesprekken gevoerd met verschillende rijschoolhouders, zowel kleine als grote en zowel leden als niet-leden van een brancheorganisatie, en toen bleek dat deze onvrede erg diep zit. Daar kwamen tussendoor nog de berichten over altijdgeslaagd.nl en het verhaal dat instructeurs in ruil tegen seksuele handelingen rijlessen aanbieden."

In het interview sprak ze nog veel meer heldere woorden, die met haar benoeming tot minister nu opeens veel meer betekenis krijgen dan van een Kamerlid die opnieuw in de Tweede Kamer wilde komen. We noemen er een paar:

Over de lage organisatiegraad: 

“Als je met elkaar een vuist wil maken, moet je het eerst met elkaar eens worden. Ik heb heel veel waardering voor de brancheorganisaties, maar als je al een lage organisatiegraad hebt en het onderling niet eens wordt, dan is er verdeeldheid en dan is het onduidelijk wat de sector wil, nog los van alle andere rijschoolhouders en instructeurs die niet aangesloten zijn. Ik heb daarom vorig jaar de brancheorganisaties voorgesteld om met een gezamenlijk plan te komen.” Dat plan kwam er met het zogeheten Startdocument, dat de aanzet is tot de gewenste verbeteringen in de branche.

Over de branche:

“In het algemeen stel ik vast dat de overgrote meerderheid in deze branche bestaat uit goedwillende ondernemers die het beste voor hebben met de branche. Er is een klein groepje dat het verpest voor de sector en daar moet iets tegen worden ondernomen. Ik zou daar ook goed klaar mee zijn."

Over de rotte appels in de branche:

"Ik vind het belangrijkste dat je rotte appels moet kunnen uitsluiten en dat er basiseisen zijn ten aanzien van de kwaliteit van een rijschool. Bijvoorbeeld: iedere rijinstructeur moet Nederlands spreken, dat is een basiseis. En ik vind dat je als je sjoemelt met het systeem je dan niet meer moet kunnen inschrijven voor examens bij het CBR. Als je daarvoor een andere rijschool misbruikt dan geldt dat ook voor die andere rijschool. Gewoon wegwezen. Maar ik geef toe dat het meest lastige is om precies te definiëren wat je onder sjoemelen verstaat. Gaat het puur om strafrechtelijke overtredingen dan is het vrij helder, maar gaat het ook om signalen die wettelijk misschien net aan kunnen, maar totaal niet in de geest van de wet zijn en leerlingen ook gewoon duperen. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat iemand zijn inkomen verliest op basis van zachte signalen van andere rijschoolhouders, Maar als er signalen zijn, moet je daar wel onderzoek naar kunnen doen."
"Bij het vaststellen van die criteria hebben we onder meer het CBR nodig. Het CBR zal, denk ik, echter niet zelf met voorstellen komen omdat zij een uitvoeringsorganisatie is die binnen de wettelijke kaders werkt. Als we het anders willen dan zal de politiek met nieuwe kaders en bevoegdheden moeten komen, dit kan het CBR niet zelf doen. Maar hier hebben we juist ook de de brancheorganisaties voor nodig. Om gezamenlijk te kijken of er een goede afweging te maken is die uitvoerbaar is om de rotte appels voortaan te kunnen weren."

Over het CBR:

“Ik vind dat al die kennis en data bij het CBR veel beter benut moet worden. En ik heb begrepen dat de nieuwe directeur ook al bezig is om de informatie beter te ontsluiten voor iedereen. En vergeet ook niet: het zijn gegevens waar de belastingbetaler voor betaalt."

Over minimaal mbo-3 als vooropleiding:

"Het zal u niet verbazen dat ik daar als VVD'er geen voorstander van ben. En het zegt ook niet altijd iets. Er zijn rijschoolondernemers zonder een gedegen vooropleiding die heel goed presteren en er zijn er met een goede opleiding die het niet goed doen."

Over een verplichte theorie-opleiding:

“Iedereen moet zelf weten hoe de benodigde kennis wordt opgedaan. De één leert beter klassikaal en zal zelf deze stap zetten en de ander leert beter thuis op zolder."

Over de praktijkbegeleiding, waarvoor ze heeft meegereden met een IBKI-instructeur:

"Allereerst was ik onder de indruk van de IBKI-instructeur; dat was duidelijk iemand met kennis en kunde. Daar lag het dus niet aan, maar mij bekroop inderdaad een gevoel dat het een toneelstukje was.”

Over de rol van een goede opleiding bij verkeersveiligheid:

"Met verkeersveiligheid begint alles in deze sector. Verkeersveiligheid is hoe je je gedraagt in het verkeer, maar begint bij een goede opleiding, punt."

Over de monopoliepositie van het CBR en IBKI:

"Wat het CBR betreft: één organisatie die bij alle rijexamens dezelfde criteria hanteert, vind ik volstrekt logisch. Bovendien komen er nu vanuit de branche nauwelijks klachten over het CBR. Sterker, ik hoor juist veel waardering. Dus ik zie niet in waarom we een nieuwe organisatie zouden moeten optuigen. Wel moeten we het functioneren van het CBR kritisch volgen en dan heb ik het over de tarieven en de wachttijden voor examens; daar hoor ik namelijk wel klachten over vanuit de branche."
"Wat IBKI betreft: daar is veel onvrede over, maar als Kamerlid vind ik het eerlijk gezegd lastig om te beoordelen omdat ik niet precies weet hoe de besluitvorming plaatsvindt. Dan heb ik het over de vraag waarom er niet gedifferentieerd kan worden in de (examen)eisen of in de tarieven. We hebben hier vragen over gesteld, maar het blijft lastig om precies te achterhalen."

Over de kans dat zij de nieuwe minister van Infrastructuur zou worden:

"Die kans acht ik nul. We moeten eerst afwachten hoe de verkiezingen aflopen en daarna moeten we zien of de VVD in de regering komt. En als dat allemaal het geval is dan verwacht ik niet dat ik minister zal zijn, maar een betrokken Kamerlid dat graag haar steentje weer wil bijdragen."

Inmiddels zijn we bijna vijf jaar verder en is Visser de nieuwe minister van Infrastructuur. Ze is demissionair en hoe de verdere formatie van een kabinet loopt, weet niemand. Maar in elk geval smaakt deze benoeming naar meer.

Afbeelding
Barbara Visser was als Kamerlid onder anderen op bezoek bij rijschoolondernemer Eric Bakker.
Barbara Visser was als Kamerlid onder anderen op bezoek bij rijschoolondernemer Eric Bakker.