Afbeelding
Foto: Hans Peijs

Waar gaat het heen met de brandstofprijzen?

Of u nu benzine of diesel tankt, feit is dat de prijzen aan de pomp historisch hoog zijn. Wat is de oorzaak en hoelang gaat dit nog door?

Eind juni is voor het eerst in de geschiedenis de benzineprijs bij de duurste tankstations boven de 2 euro gestegen voor een liter Euro95/E10. Deze tankstations zitten aan de snelweg, waar je altijd de hoogste prijs betaalt omdat de tankmaatschappijen hier ten eerste de hoofdprijs betalen voor hun plek en omdat je daarnaast ook betaalt voor de service die hier wordt verleend. Service die zich overigens beperkt tot een ruime winkel waar je vervolgens ook weer de hoofdprijs betaalt voor een broodje. Maar dat terzijde. De goedkoopste tankstations vind je in de provincie en zijn altijd onbemande tankstations. Het verschil tussen een liter benzine bij een pomp aan de snelweg en een onbemande tank is al snel 15 cent.

Diesel ook

Ook de prijs voor diesel, nog altijd de meest getankte brandstof in de rijscholenbranche, hoewel benzine aan een opmars bezig is, simpelweg vanwege het feit dat veel automerken geen auto’s op diesel meer fabriceren, is nog nooit zo hoog geweest, tonen cijfers van United Consumers aan. Een liter kost 1,572 euro.

1,83 euro

Het vorige record van de benzineprijs dateert van 2012 en was destijds lang geen 2 euro, maar ‘slechts’ 1,83 euro. De hoogste piek ooit is nu dus bereikt. In januari 2020 kwam de literprijs flink in de buurt van dat oude record, maar door de coronapandemie zakte de prijs erna aanzienlijk. Sinds afgelopen herfst klimmen de prijzen echter weer. Dat een tankbeurt nu zo in de papieren loopt, komt door de oplopende olieprijzen. Terwijl er eerder minder vraag was naar brandstof door de coronacrisis en de olieproductie juist laag werd gehouden, neemt de vraag toe nu er in veel landen weer meer geproduceerd, geconsumeerd en gereisd kan worden.

Houd uw lesprijs goed in de gaten

Prijs ruwe olie

Er is overigens wel iets vreemds aan de hand met de vergelijking tussen 2012 en nu. In 2012 tikte de gemiddelde Nederlandse benzineprijs een recordhoogte van 1,83 euro per liter aan, maar een vat Brentolie kostte toen bijna 115 dollar. Momenteel is dat rond de 70 euro, maar toch is de gemiddelde benzineprijs al rond 1,72 euro. Toen in juli 2008 de olieprijs piekte op 145 euro per vat, kostte een liter benzine gemiddeld 1,78 euro.

Een vat ruwe olie kost inmiddels zo'n 75 dollar, terwijl dat ruim een half jaar geleden nog 40 dollar was. "Aan het begin van de coronacrisis daalde de olieprijs omdat de vraag naar olie naar beneden ging", vertelt Lucia van Geuns, energie-adviseur bij The Hague Centre for Strategic Studies tegen de NOS. "De OPEC-landen en Rusland hebben in reactie daarop de productie van olie teruggeschroefd om te voorkomen dat de prijs nog verder zou dalen." Inmiddels stijgt de vraag naar olie weer: we rijden meer auto en leggen weer bezoekjes af. "Maar het aanbod is nog niet meegestegen met die vraag. Daardoor is er krapte op de markt ontstaan en stijgt de olieprijs", aldus Van Geuns.

Meer olie

Vanaf 1 juli zijn de OPEC-landen en Rusland weer wat meer olie gaan produceren, maar niet genoeg om deze krappe markt weer in balans te brengen, zegt Van Geuns. "Ze hebben niet zoveel haast. Ik denk dat ze ook voorzichtig zijn: corona is nog niet helemaal weg. Die hoge prijzen worden nu dus kunstmatig in stand gehouden door de OPEC-landen en Rusland."

Niet opgeschroefd

Ook in de Verenigde Staten, de andere belangrijke producent van olie, wordt de productie niet zo hard opgeschroefd als je misschien zou verwachten vanwege de krappe markt, zegt Van Geuns. "Maar daar zijn ook verschillende dingen gebeurd. Banken zijn wat minder geneigd te investeren in schalieolie, en president Biden heeft milieurestricties opgelegd. Voor veel schalieproducenten zijn de hoge prijzen nu winstgevend, en in plaats van die winst te gebruiken om te investeren en extra olie uit de grond te halen, pakken veel producenten nu juist de winst. Dat zorgt er ook voor dat de productie niet zo hard toeneemt."

Overheid

Naast de prijs van een ruw vat olie en de gevolgen van de coronacrisis speelt ook de Nederlandse overheid mee bij de prijs aan de pomp, want die bepaalt hoeveel er aan accijnzen, heffingen en belastingen per liter brandstof binnenkomt. Een liter ongelood is opgebouwd uit 17 procent BTW, 46 procent accijns en COVA-voorraadheffing (Stichting Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten, kortweg COVA) en 36 procent als prijs voor belastingen, accijns en heffing. Met andere woorden: van elke euro die wordt betaald aan benzine gaat ongeveer twee derde naar de staat.

BTW

De ruwe olieprijs & raffinagekosten voor diesel ligt met 31% van de pompprijs, hoger dan voor benzine (23%) en LPG (28%). De opslag- & transportkosten liggen voor alle producten rond de 3%. De exploitatiekosten zijn voor LPG het hoogst: 28%. Voor diesel en Euro95-benzine zijn de exploitatiekosten gelijk, maar procentueel bedragen deze 13,5% voor diesel en 11% voor benzine. Wat betreft accijnzen staat benzine bovenaan met 45,6%, gevolgd door diesel (34,9%) en LPG (23,8%). De BTW heeft met 17,4% van de eindprijs bij alle brandstoffen een even groot aandeel.

Niet minder rijden

Een belangrijke vraag is of ‘we' met z'n allen minder gaan rijden? Retaildeskundige Paul Moers denkt dat het niet zo'n vaart loopt. "We zijn net zo verslaafd aan autorijden als aan sigaretten en sterke drank. Autorijden maakt ons onafhankelijk. Dat gevoel willen we hebben, koste wat het kost. Of je moet in de bijstand zitten, misschien dat je er dan serieus over gaat nadenken. Wie zich een tweede auto kan permitteren, doet dat ding niet zomaar weg”, zegt hij tegen het AD.

De lesprijs

Een andere belangrijke vraag is er eentje die alleen op de rijscholenbranche van toepassing is: is het tijd voor verhoging van de lesprijs op basis van de stijgende brandstofprijzen? Als je eerlijk rekent, valt dat natuurlijk wel mee. Gemiddeld rij je tijdens een rijles 30 kilometer, dat is ongeveer twee liter euro dus met een verschil tussen 1,50 en 2 euro aan de pomp heb je het over 1 euro extra kosten. Dat is niet veel en met een gezonde lesprijs van minimaal 50 euro hoef je niet meteen de lesprijs te verhogen. Maar de lesprijs is natuurlijk niet alleen afhankelijk van de prijs van brandstof. Ook andere kostenverhogingen spelen een rol, zoals de kosten van, tot 26 juni, mondkapjes. Die zijn ook niet duur, maar alles bij elkaar tikken al die kleine bedragen toch op. We adviseren daarom om uw lesprijs goed in de gaten te houden en, dat vooral, uw concurrenten in de omgeving in de gaten te houden.