'De persconferentie was nog niet afgelopen of we zagen meteen een enorme druk op onze systemen.'
'De persconferentie was nog niet afgelopen of we zagen meteen een enorme druk op onze systemen.' Foto:

'Ik roep iedereen op om elkaar een beetje heel te houden want we helpen elkaar er niet mee'

De rijscholenbranche heeft aan hem moeten wennen, maar inmiddels is wel helder wat voor vlees de branche met Alexander Pechtold als algemeen directeur van het CBR in de kuip heeft. Hij zegt waar het op staat, staat altijd pal voor zijn manschappen, is niet te beroerd een mening te geven en te ontvangen (“Ik denk dat momenteel de halve sector mijn 06-nummer heeft”) en hij wil de branche vooral verder helpen. Dit alles markeert ook zijn beantwoording van een groot aantal brandende vragen.

We willen graag het artikel in tweeën knippen: een deel over het stuwmeer met in te halen examens en deel 2 over de commissie Roemer. En laten we dan beginnen met de vraag hoe dat stuwmeer is ontstaan, want er zijn ondernemers in de branche die dit niet snappen.

“Ik kan me die vraag goed voorstellen, want we krijgen die ook van kandidaten. Wat er aan de hand is, is het volgende. Wij kunnen elk jaar met onze ervaring redelijk goed voorspellen wat de economie gaat doen en hoeveel examens wij kunnen verwachten. Dat is 1.”
“Daarnaast zijn er verschillende diensten in ons land waarbij het werk ophoopt. Dat zie je bij zwemlessen, rechtbanken, in de operatiekamers en bij rijexamens. Dat is wezenlijk anders dan met bijvoorbeeld de terrassen. Je gaat niet omdat je heel lang niet op een terras bent geweest opeens zes keer op een terras zitten, maar dat examen wil je nog steeds doen.”
“De vraag is dan of het allemaal dezelfde dag terugkomt en met dezelfde aantallen. Een deel zal niet terugkomen, maar het overgrote deel wel. Na de eerste en ook na de tweede lockdown kunnen we derhalve goed inschatten wat er op ons afkomt. Dat is veel, momenteel al meer dan 700.000 examens, en het is nu aan ons om dit samen met de branche op te lossen.”

Op 21 april was er de persconferentie dat op 28 april de theorie-examens weer konden worden gestart. Zagen jullie meteen een enorm groot aantal aanvragen?

“Absoluut. De persconferentie was nog niet afgelopen of we zagen meteen een enorme druk op onze systemen.”

Wanneer verwachten jullie de grote bulk?

'Ik vind dat dat de blauwe L een keurmerk op zich moet worden. Dat verdient de branche'
'Ik vind het jammer dat de opleiding tot instructeur geen mbo-opleiding wordt'
'Voor de branche zijn slechts drie woorden essentieel: Voer Roemer uit'
'In dit land heeft van alles en nog wat een keurmerk, van haringkarren tot oliebollenkramen en ik vind dat rijlessen daar ook bij horen'
'Wij wijken niet van onze koers af. En die koers is dat klanten krijgen waarvoor ze betalen, dat er kwaliteit wordt geleverd en dat het CBR niet nodeloos examens afneemt die onzinnig zijn'
'ik zeg altijd dat de meerderheid van de instructeurs goed werk levert, maar dat er ook bij zijn die niet goed presteren'
'We gaan niet onder de duiven van de rijschoolhouders schieten. Dat is niet netjes'

“Na de zomer. Nu zie je dat mensen theorielessen gaan volgen en theorie-examen willen doen, voor de zomer nemen ze nog een paar rijlessen, dat gaat in de zomer door en vervolgens komt na de zomer de grote hausse aan aanvragen voor het examen.”

Maar zijn er niet minder aanvragen door de problemen met de lange reserveringstermijnen?

“Wel iets. Wij merken nu bijvoorbeeld dat mensen van 16 en 17 jaar iets minder snel examen willen doen als gevolg van het bericht dat we hebben laten weten dat een van de paardenmiddelen die we achter de hand hebben om het stuwmeer op te lossen is om mensen pas examen te laten doen op hun 18de. Je ziet dat daardoor een aantal 17-jarigen even wacht. Maar die komen vervolgens wel bij de mensen die in 2022 18 jaar worden. Of dat dweilen met de kraan open is? Nou, zo wil ik het niet omschrijven. We gaan dit echt met de branche oplossen. Wij hebben onlangs het verhaal over het slagingspercentage en de andere maatregelen verteld omdat wij wilden voorkomen dat als straks iedereen gevaccineerd is, er wordt gezegd dat het CBR zit te pitten omdat er geen maatregelen zijn aangekondigd en genomen.”

Er zijn twee routes om het stuwmeer leeg te laten lopen. Laten we beginnen bij het verhogen van de capaciteit. Het CBR wil bijvoorbeeld honderd nieuwe examinatoren aanstellen? Hoe zit het met de werving en aanstelling op dit moment?

“Volgend jaar willen we boven op de 570 examinatoren honderd nieuwe examinatoren hebben aangesteld en de verwachting is dat dit gaat lukken. Waarbij we niet zomaar honderd mensen kunnen aanstellen, want die honderd moeten worden begeleid door examinatoren en die hebben we momenteel hard nodig om de wachtlijsten in te lopen. Het is passen en meten. Maar voor jouw beeld: we hadden er al dertig in opleiding voor de tweede lockdown en die kunnen nu eindelijk verder met de opleiding. Vervolgens komen er klasjes van twaalf en voor de eerste klas hebben we nu vijf nieuwe mensen. De bedoeling is dat er in september vier klassen starten, daarna vier in februari en vervolgens een klas in april volgend jaar.”

Stappen er ook veel instructeurs over naar de andere kant?

“Er zijn inderdaad rijinstructeurs die weleens wat anders willen, maar ook onder mensen van de brandweer en politie is examinator een gewild beroep. En we willen bij andere overheidsorganisaties kijken of er interesse is. Wat betreft de rijinstructeurs: degenen die examinator willen worden weten de weg ongetwijfeld te vinden, maar we gaan onder deze groep niet actief werven, want we gaan niet onder de duiven van de rijschoolhouders schieten. Dat is niet netjes.”

Een andere bijdrage aan de capaciteitsuitbreiding is overwerk. Hoe staat het met de bereidheid onder de medewerkers?

“Het kan nog iets beter. Vorig jaar hebben we veel bereikt door dat buiten de CAO om te regelen, maar dat gaan we dit jaar niet doen om de simpele reden dat de rek er op een gegeven moment uit is. Daar hebben we constant overleg over met de Ondernemingsraad.”

Helpt het ook mee dat sinds 1 april niet iedereen met ADHD automatisch meer een rijgeschiktheidstest hoeft af te leggen?

“Alle beetjes helpen, maar we hebben het dan niet over de grote aantallen.”

Het CBR was open met Koningsdag en op 5 mei: dagen dat dit anders niet het geval is. Waarom zit tweede pinksterdag daar niet bij?

“Omdat we niet een te grote druk op de medewerkers willen leggen. Hoeveel en hoe vaak kunnen mensen overwerken? Daar zijn limieten aan. Het inlopen van de examens wordt een langjarig traject en dat moeten onze mensen wel aankunnen.”

Waarom worden er geen examens op zondag afgenomen?

“Omdat je dan geen valide examen kunt afnemen, want er moet natuurlijk wel verkeer zijn. Dat is echt een brug te ver.”

Betekent dit ook dat er een grens zit aan het aantal examens dat een examinator op een dag maximaal kan afnemen?

“Ja. Negen examens op een dag en na een pauze nog drie of vier examens in de avond, dat houdt niemand vol. Onze medewerkers die de mensen inroosteren zijn hier hartstikke druk mee. Waarbij elke locatie zijn eigen planning heeft, want elke locatie heeft zijn eigen vraag en aanbod. Want laat helder zijn: niet op elke locatie is het even druk. Rijswijk, Amsterdam, Utrecht en Eemnes zijn locaties waar het altijd drukker is en nu ook. Als mensen mij over de theorie-examens vragen waarom het zo lang duurt wanneer ze aan de beurt zijn, is mijn eerste reactie altijd ‘Heb je al ergens anders gekeken?’ We gaan stapsgewijs capaciteit uitbreiden. Ook kijken we hoe de onderlinge verhoudingen in het land zijn en dan gaan we capaciteit weghalen waar het niet nodig is om die te verplaatsen naar locaties waar het hard nodig is. Op die manier willen we iedereen die wacht, voor 1 augustus hebben geholpen. En als blijkt dat er capaciteit over is om nieuwe aanvragen sneller te helpen, dan zullen we dat zeker niet nalaten.”

Je zegt dat het CBR alle zeilen bijzet, maar op sociale media wordt dat regelmatig door instructeurs betwijfeld. Waar komt dat beeld dan vandaan?

“Veel instructeurs hebben een een-op-een-ervaring en denken dat dat maatgevend is voor de rest van het land. ‘Ik sta hier in Deventer en ik zie niemand’, dat soort verhalen. En ja, dat kan een keer gebeuren, maar op hetzelfde moment is het op de meeste andere locaties heel druk.”

Baal je van die beeldvorming?

“Ik ben het gewend en ik kan ermee omgaan, maar ik roep iedereen op om elkaar een beetje heel te houden, want we helpen elkaar er niet mee.”

Helpt het wel om te zeggen dat er cowboys in de branche zijn?

“Ik noem dat cowboys en de minister noemt het rotte appels. Dat is wat zwaarder aangezet. Los daarvan: ik zeg er altijd bij dat de meerderheid van de instructeurs goed werk levert, maar dat er ook bij zijn die niet goed presteren. Er zijn ongeveer 500 rijschoolhouders met een gemiddeld slagingspercentage eerste examens onder 10 procent. In welke beroepsgroep zou dat geaccepteerd worden? Net zoals ik het bijzonder vind dat slechts 30 procent van de 6.600 rijscholen boven de 60 procent zit. Ik vind 60 procent niet overdreven hoog.”
“Ik vind ook oprecht dat momenteel de goeden onder de kwaden lijden. Die kwaden die zich constant via sociale media roeren, zijn namelijk niet gebaat bij een hoger slagingspercentage, zijn niet gebaat bij een commissie Roemer en zijn er niet blij mee dat het CBR nu terugbijt. Maar ze roepen wel het hardst.”

Nu we het daar toch over hebben: hoe kan het dat het slagingspercentage al jaren 50 procent is en dat de minister onlangs tijdens een debat in De Tweede Kamer tussen neus en lippen door meldde dat het momenteel 54,6 procent is? Dat lijkt haast belachelijk.

“Dat is een momentopname en het wisselt. Deze week is het 52 procent. Maar daar gaat het niet om. Laatst had ik een discussie met rijinstructeurs en daar werd gezegd dat het slagingspercentage al 15 jaar 50 procent is. Ik vraag dan of ze dat normaal vinden. Na een korte stilte was het antwoord: 'nee, eigenlijk niet.' Nou, dan begint vandaag de route om er iets aan te doen. Om ervoor te zorgen dat dat een hoger slagingspercentage wél normaal wordt, want ik accepteer dat niet. Het vergt namelijk veel te veel nodeloze examens, maar wat veel erger is: het draagt bij aan het beeld van een treurig pad op weg naar het rijbewijs. Ik wil een transparante sector waar instructeurs een eerlijke boterham kunnen verdienen, klanten niet te veel geld zijn om het rijbewijs te kunnen halen, waar kwaliteit wordt geleverd en waar we met z’n allen werken aan verkeersveiligheid.”

Zeg je nu eigenlijk dat de branche het zelf de afgelopen jaren heeft laten versloffen? Of het CBR?

“Allebei. Maar laten we niet te ver terugkijken. Laten we er nu aan werken om beter te worden.”

Toch nog even: je hoort ook regelmatig verhalen van instructeurs dat examinatoren hun vertellen dat het CBR bewust mensen laat zakken. Wat is daarvan waar?

“Laatst spraken wij online met ongeveer 30 rijschoolhouders en dat ging er stevig aan toe. En ook daar werd dit gezegd. Ik heb toen geantwoord dat ik meteen naam en het rugnummer van de examinator wil, want dan kan ik er iets aan doen. Maar het is gewoon niet waar en dan komt er ook niks.”

“Weet je: voor slechte opleiders is het heel fijn om te roepen dat het allemaal aan het CBR ligt. En wij maken fouten, absoluut. Maar wij zijn niet te beroerd om die te benoemen en om te melden dat we eraan werken om het beter te doen. Maar we zijn gelijktijdig ook niet te beroerd om te zeggen wat er beter kan aan de opleiderskant. Dat dit af en toe zeer doet en dat het soms gepaard gaat met emoties snap ik, maar wij wijken niet van onze koers af. En die koers is dat klanten krijgen waarvoor ze betalen, dat er kwaliteit wordt geleverd en dat het CBR niet nodeloos examens afneemt die onzinnig zijn.”

Het gaat, zoals je zelf aangeeft, om een relatief kleine groep instructeurs die broddelwerk leveren. Hoe slecht voorbereid komen kandidaten soms op examen?

“Er zijn er die voor de derde of vierde keer komen en dan geen motorvoertuigbeheersing hebben. Kom op zeg, dan stuur je ze toch niet op examen? Of het moet je verdienmodel zijn, dat kan ook. Maar wees daar dan eerlijk over. Vierhonderd euro voor het examen terwijl wij 110 euro vragen, dat komt voor. En ik zie hier lesauto’s rijden met teksten ‘Rijles voor 28 euro'. Iedereen kan dan toch nagaan dat dat niet kan. Gratis herexamen, ook zoiets. Hoezo gratis. Dat kan niet, tenzij je het op een andere plek terugverdient.”

Het CBR kent deze rijschoolhouders. Waarom pak je die dan niet gewoon aan en klaar is Kees?

“Dat mogen we niet. Een examinator mag niet in de auto tegen een kandidaat zeggen dat zij of hij wel heel slecht rijles heeft gehad. Maar ze mogen wat mij betreft wel meer zeggen dan dat nu gebeurt. Als iemand voor de zoveelste keer langskomt en echt geen motorvoertuigbeheersing heeft, dan mag een examinator van mij best vragen of de kandidaat wel een goede klik heeft met zijn opleider. Daar is niets mis mee.”

De braafheid voorbij?

“Het is gewoon wat het is. Ja, er zijn hier in het verleden dingen misgegaan, maar als je naar de analyse op de lange termijn kijkt, dan heeft het ook te maken met een branche die niet goed georganiseerd is. Veel rijschoolhouders geven dat ook toe. In dit land heeft van alles en nog wat een keurmerk, van haringkarren tot oliebollenkramen en ik vind dat rijlessen daar ook bij horen. Dat verdient de klant en dat verdient de branche.”

En dus was het onlangs nodig om een aantal maatregelen aan te kondigen?

“Het is een helder verhaal. Er is een stuwmeer en wij hebben aangegeven wat wij gaan doen en we hebben aangegeven wat de branche in onze ogen zou moeten doen. Werken die allebei niet, dan hebben we drie paardenmiddelen. In de discussie gaat het altijd eerst over de paardenmiddelen, maar daar gaan we pas aan denken als de andere twee maatregelen niets opleveren.”

Heb je het gevoel dat de branche gaat komen met maatregelen om het slagingspercentage op te krikken?

“Ja. Woensdag 28 april is er een bijeenkomst waar de branche plannen presenteert en ik kijk daar erg naar uit. Waarbij ik op voorhand al enthousiast ben over een zogeheten examengereedverklaring. Gewoon een collega laten testen of iemand gereed is voor het examen en pas als dat het geval is, gaat diegene op examen.”

Nog even terug naar de paardenmiddelen. Het eventueel afschaffen van de tussentijdse toets en het faalangstexamen kan niet op veel applaus rekenen in de Tweede Kamer. Dat noemen ze terugfluiten.

“Ja, en daarvan gaat de Tweede Kamer merken dat ik daar eigenwijs in sta. Wij gaan over het hoe, zij gaan over het wat. Als de Kamer zegt dat ze het niet accepteren, dan mag de Kamer er ook een handtekening onder zetten dat een lange wachttijd wordt geaccepteerd. Want je kunt heel makkelijk vertellen wat ik niet mag doen, maar vertel me dan ook wat ik wel mag. En dat ga ik op 25 mei ook gewoon zo vertellen, want dan is er een technische briefing in de Tweede Kamer gepland waarbij Jan-Jurgen Huizing en ik verslag zullen uitbrengen.”

“Maar vergeet niet: de TTT vinden wij een prachtig product. Onderwijskundig helemaal verantwoord. Roemer wil in plaats van een fotomoment met het ene examen een leerplan dat een soort film is. Nou, de TTT past daar perfect in. Dat we dat zeggen, kost echt veel pijn, bij mij en bij mijn collega’s. Maar er worden er elk jaar 80.000 afgenomen dus als we slagen moeten maken en we moeten grijpen naar de paardenmiddelen, dan zet dat zoden aan de dijk.”

En geldt dat ook voor een vraag om het examen in te korten?

“Ja, dat is onbespreekbaar. Een examen is een kwaliteitsproduct. Je moet 35 minuten kunnen rijden, dat moet op een verantwoorde wijze worden toegelicht vooraf en het resultaat moet op een verstandige manier achteraf worden toegelicht. We hebben de instructeur al niet in de auto, dus dan kan het niet en daarom gaan we daar niet aan tornen. En een deel van die tijd is ook rusttijd van mijn collega’s en ook daar gaan we niets vanaf halen.”

Was je verbaasd dat BOVAG daar mee kwam?

“Eigenlijk wel. BOVAG weet namelijk heel goed hoe dat soort dingen gaat. Stel je voor dat er iemand roept dat er van de APK ook wel iets af mag. Dat accepteert de BOVAG echt niet.”

En inmiddels hebben we weer een nieuwe brancheorganisatie, nu met de afzender turbo-opleider Nutheorie.nl. Met beeld van een tierende Pechtold. Wat vind je daarvan?

“Ik kom uit de lokale politiek en hou wel van die dimensie. Dit zijn ondernemers en die houden niet van bureaucratie en niet van de overheid. Ze willen snel klappen maken en dat ben ik helemaal met ze eens, maar dan wel met kwaliteit. En weer een nieuwe branchepartij is niet de kwaliteit die ik wil. Er zijn inmiddels een stuk of tien belangenorganisaties die samen goed zijn voor nog geen 1200 aangesloten rijscholen. Kom op zeg, waar gaat dat over. Onlangs had ik een gesprek van een uur met de voorzitter van de FAM, daarna kwam de LBKR en daarna nog een. Ik heb drie keer hetzelfde verteld. En dat mag, maar ik mag daar ook wat van vinden. Ik hoor dan ook dat het al jaren zo is. Nou, ik vind het dan al jaren niet normaal.”

Hoe zou het dan moeten?

“Stel je eens voor dat elke rijschool een bedrag in een pot doet voor een sterke branchevereniging. Dan is er geld voor een bestuur en een onafhankelijke voorzitter die het gezicht van de branche is. En als er dan wat aan de hand is, dan gaat dat gezicht aan deze directeur vertellen hoe het zit. Ik vind Samen Sterk een heel goed initiatief, maar ook dat pakt tot nu toe niet door.”

Helder. Komen we bij het rapport van Roemer. Heb jij als oud-politicus er voordeel van gehad dat je tegenover een oud-politicus zat?

“Het voordeel is dat we allebei weten hoe het werkt. Een groot voordeel van Emile is dat hij de branche kent, hij kent het CBR, hij heeft met iedereen gesproken en hij kent de stroperigheid in Den Haag. Met Roemer heeft de branche echt geboft en er lag ook nog eens relatief snel een rapport.”

Ben je bang dat het rapport uiteindelijk onder in een la verdwijnt?

“Het is een mooi rapport waarvan ik echt hoop dat dat niet gebeurt. Als we nu niet doorpakken, gebeurt er de komende tien jaar niets. Klopt, de minister heeft laten weten dat ze in principe wil doorpakken ondanks het feit dat ze demissionair is. Ik hoop oprecht dat er voor de zomer iets gebeurt, temeer daar dit geen politiek issue is. Van links tot rechts: iedereen is het erover eens dat er wat kan en moet gebeuren. Voor de branche zijn slechts drie woorden essentieel: Voer Roemer uit. Dit rapport verbindt namelijk de sector. Schouders eronder.”

Zijn er zaken die jij hebt aangedragen waarvan je het jammer vindt dat je ze niet terugziet?

“Ja, twee. Ik vind het jammer dat de opleiding tot instructeur geen mbo-opleiding wordt, want dat verdient deze branche en verdient dit vak. En we hebben voorgesteld om kandidaten te laten afrijden in een CBR-examenauto. Elke dag rijden hier instructeurs in de rondte in dezelfde auto terwijl kandidaten met verschillende auto’s moeten kunnen omgaan. Dat is echt belangrijk, helemaal omdat auto’s steeds ingewikkelder wordt. Voor de branche was dat een no-go, maar het wordt wel opgeschreven als toekomstvisie. Geduld is een schone zaak.”

Waar ben je het meest over te spreken?

“Het voorstel voor de CCA. Laat de CCA controle houden op de branche en alles wat daarbij hoort, dan houden wij controle op de kwaliteit van het examen.”

Daarvan vraagt Herme Bruin, directeur van IBKI, zich in dit blad af of het verstandig is om er weer een gremium bij te hebben.

“Ja, maar misschien moet er wel één af.”

Zeg je nu: haal een streep door IBKI?

“Laat ik het zo zeggen: het voortbestaan van het CBR mag nooit een doel op zich zijn en dat geldt ook voor IBKI. Ik sta open voor elke bijdrage die nodig is om de kwaliteit in de branche te verbeteren. Met een CCA leveren wij een deel van onze autonomie in. Nou, prima.”

Het is een heel verhaal geworden en veel vragen zijn gesteld en beantwoord. Mis je nog iets?

“Ja. Ik vind dat dat de blauwe L een keurmerk op zich moet worden. Erkende rijscholen, top, meteen mee beginnen. Zet er maar een kroontje op, helemaal goed. Dat verdient de branche. Daarnaast vind ik dat we er trots op mogen zijn dat de CBR-examens geen coronabrandhaard zijn geworden. Daar hebben de brancheorganisaties en het CBR aan bijgedragen en dat heeft ertoe geleid dat we bij het ministerie zaken voor elkaar hebben kunnen krijgen.”

Er is natuurlijk een slotvraag der slotvragen: hoe groot is de kans dat je minister wordt in een volgend kabinet?

“Uiterst klein tot nihil. Klopt, dat is geen nul, maar je moet nooit nooit zeggen. Maar als ik nu zie wat er allemaal in Den Haag gebeurt dan ben ik oprecht zo blij dat ik elke dag mijn schouders onder iets mag zetten waarvan ik oprecht vind dat het heel belangrijk is voor ons land, ook al is het maar een klein stukje. Ik heb nog geen dag spijt dat ik hier zit.”

'We gaan dit echt met de branche oplossen.'
'Een examen op zondag is geen valide examen.'