Jessie en Colin Keijbeck hebben inmiddels het bedrijf van hun vader overgenomen. .
Jessie en Colin Keijbeck hebben inmiddels het bedrijf van hun vader overgenomen. . Foto: YARA VERSTAPPEN FOTOGRAFIE

Op naam reserveren pakt slecht uit voor grote rijscholen

Voor de FAM staat vast dat de maatregel om alleen nog te reserveren op naam aanpassingen in de 'handelswijze omtrent reserveringen van examens zijn'. Dat heeft volgens FAM-voorzitter Roger Keijbeck grote impact op hun bedrijfsvoering en op de kosten die de klant kwijt is voor het behalen van het rijbewijs. En de maatregel dat vanaf 1 juni naamloze examens door het CBR worden ingenomen wordt zelfs 'buitenproportioneel' genoemd. “’Onze roosters en terreinen zijn allang en breed ingericht op de capaciteit die door ons is ingekocht’’, zegt Keijbeck.

Stilgelegen

Reden voor de aanpassingen is dat het CBR met lange reserveringstermijnen te maken heeft. De FAM vraagt zich in alle oprechtheid af of dit terecht is aangezien ook de opleidingen hebben stilgelegen. “We hebben een lange lockdown gehad en nu wordt dit in enkele weken bedacht en ingevoerd terwijl dit ontzettend veel consequenties met zich meebrengt. Als reserveringstermijnen oplopen moet gekeken worden wie oneigenlijk gebruik maakt van het examenreserveringssysteem (TOP) om vervolgens deze opleiders aan te pakken”, aldus Keijbeck.

Betere kandidaten

Wat betreft de andere aangekondigde maatregelen: daarvan vindt Keijbeck dat je niet de hele branche daarop kunt aankijken, maar dat diegenen die de problemen veroorzaken (rijschoolhouders met een laag slagingspercentage) moeten worden aangepakt. “Volgens ons moet worden gekeken naar de veroorzakers van deze lage slagingspercentages en moeten zij maatregelen nemen zodat zij betere kandidaten afleveren.”

Verder geldt dat de administratieve lasten (machtigen/reservering/gezondheidsverklaring) voor zowel cursisten, opleiders als het CBR de laatste jaren door verschillende maatregelen van het CBR zodanig zijn verhoogd dat dit tot ergernis leidt. Dit kan volgens de FAM worden opgelost door de regie terug te leggen bij gerenommeerde opleiders die de klant ontzorgen.

''Het CBR heeft tot op heden te weinig met de aangedragen voorstellen gedaan'

Quotum

Ook spreekt de FAM over een ongelijk speelveld omdat opleiders met 40 examens of meer per jaar te maken hebben met een 5% quotum met een minimum van 2 examens dat zonder naam ingekocht kan worden. Door deze minimumregeling genieten opleiders met minder dan 40 examens per jaar een groter quotum.
Keijbeck: “De 5% quotumregeling beperkt de groei van de grotere opleiders, wat invloed heeft op de bedrijfsvoering en resulteert in een verhoging van de kosten voor de opleider en de consument. Eenmansrijscholen geven aan dat ze achter deze maatregelen van het CBR staan en ermee kunnen leven. Dit is goed te begrijpen aangezien zij hier geen tot weinig last van ervaren. Door bovengenoemde maatregelen worden juist de instructeurs in loondienst én de opleiders waar deze instructeurs bij in dienst zijn, onevenredig hard geraakt.”

2toDrive

Ook de maatregel om alleen nog personen van minimaal 18 jaar op examen te laten komen snijdt geen hout, meent Keijbeck. “Door het verhogen van de examenleeftijd vervalt de mogelijkheid van 2toDrive, waarbij een kandidaat de mogelijkheid heeft om met 17 jaar het rijbewijs te halen en tot zijn 18e onder begeleiding een auto te besturen. Echter, uit onderzoek blijkt dat 17-jarigen beter presteren dan 18-jarigen en vaker in één keer het rijbewijs halen.” In die lijn ligt ook het voornemen van het schrappen van de tussentijdse toets en het faalangstexamen. “De FAM vindt dit een vreemd besluit aangezien dergelijke producten juist het slagingspercentage omhoog brengen.”

Meedenksessie

Tot slot voelt branchevereniging FAM zich niet serieus genomen door het CBR omdat zij een tijd terug zijn uitgenodigd voor een ‘meedenksessie' waarin zij input konden leveren over bepaalde kwesties die spelen binnen de rijschoolbranche. "Het CBR heeft tot op heden te weinig met de aangedragen voorstellen gedaan", laat Keijbeck weten, die zo spoedig mogelijk met het CBR rond de tafel wil zitten. "Een ‘gelijk speelveld' zou volgens FAM het uitgangspunt moeten zijn, maar op dit moment is hier volgens hen absoluut geen sprake van.”