Afbeelding
Foto: Hans Peijs

Brancheorganisaties zetten in op aanpassing TVL-steun

De gezamenlijke branchevertegenwoordigers BOVAG-FAM-LBKR en VRB stellen voor om een aantal veranderingen aan te brengen in de TVL-steunmaatregel (Tegemoetkoming Vaste Lasten) zodat rijschoolondernemers daar ook iets aan hebben.

Er wordt voorgesteld om:
- Het te vergoeden percentage TVL te bepalen op 26%.
- Geen ondergrens te bepalen.
- Als basiscriterium dezelfde richtlijnen aan te houden die de Belastingdienst toepast, nl. 1225 uren per kalenderjaar. Dus wanneer je in aanmerking komt voor alle fiscale voordelen/aftrekposten als zzp’er en/of ondernemer kun je aanspraak maken op de tegemoetkoming vaste lasten.
- Een eenmalige procentuele compensatie voor de maand december.

Dit is de onderbouwing:

Vaste lasten rijschool werkend vanuit de thuissituatie

Rijscholen die hun lesauto al dan niet uit eigen middelen hebben aangeschaft, hebben andere maandelijkse vaste lasten. Reserveringen en afschrijvingen zijn wel lasten, maar niet als maandelijks te betalen vaste lasten in beeld te brengen.
Als je een lesvoertuig in de operational lease hebt zijn de totale kosten wel als vastelastenpost opvoeren. Bij financial lease wordt het plaatje weer anders en is afhankelijk van de contractopbouw.

Een vaste berekening die voor iedereen toepasbaar is kun je daarom niet bepalen. Daar hangen heel veel verschillende onderdelen aan. De grootte van het voertuig, aantal te verrijden km’s dat je maakt in een rijles, aanschafkosten, gebruiksduur en vervanging of overzetten dubbele bediening en andere verplichte lesvoertuiggerelateerde zaken.

Daarnaast zijn er heel veel zzp-rijscholen die meerdere voertuigcategorieën aanbieden - A en AM - waardoor de vastelastencomponenten ook zwaarder wegen.

Vaste componenten per maand zijn in ieder geval: voertuigkosten, motorrijtuigenbelasting, autogerichte noodzakelijke verzekeringen, arbeidsongeschiktheidsverzekering, pensioenvoorziening, lesplanning, abonnement digitale lesagenda, lessystemen theorie, telefoonabonnement, accountantskosten, branchegerelateerde contributies en vakliteratuur, afdracht CBR, verplichte scholingskosten en verkeersleermiddelen.

Ongeveer 26-27% van de opbrengsten zijn gemiddeld de aftrekbare vaste kosten t.o.v. de omzet.

Vaste lasten rijschool met een bedrijfspand zonder personeel

Bovenstaande componenten met als extra huur of rentelasten, energiekosten, verzekeringen, onderhoudskosten en gemeentelijke belastingen.

Vaste lasten rijschool met een bedrijfspand en personeel en meerdere categorieën

Alle bovenstaande kosten + bijkomende secundaire zaken die met personeel te maken hebben en niet meegenomen kunnen worden in de NOW-regeling.

Hierbij is het dus realistisch te stellen dat het TVL-percentage gecorrigeerd dient worden van 18 naar 26%.

TONK kan veel rijschoolhouders soelaas bieden

De Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) wordt gezien als een belangrijke nieuwe steunmaatregel die bij huidig beleid op 1 maart ingaat.

TONK biedt een tegemoetkoming voor noodzakelijke kosten voor huishoudens die door de crisis te maken krijgen met terugval in inkomen en daardoor noodzakelijke kosten van bestaan niet meer kunnen betalen. Hierbij valt onder meer te denken aan de volgende situaties:
- Huishoudens die nog wel inkomen uit werk hebben, maar tegelijkertijd met een dusdanige terugval in inkomsten geconfronteerd worden dat zij noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen. Dit kunnen zelfstandigen zijn die veel van hun opdrachten zien verdwijnen, maar ook flexwerkers die plotseling minder worden opgeroepen en ook werkenden die kortdurend vanwege quarantaine inkomsten mislopen.
- Huishoudens die terugvallen op een uitkering en daardoor dusdanig achteruitgaan in inkomsten dat zij noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen.
- Huishoudens waar een of beide partners geen inkomen uit werk meer heeft en ook geen recht op een uitkering. Daardoor kunnen zij een dusdanige terugval in inkomsten ervaren dat zij noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen.

Nadere uitwerking van de tijdelijke regeling TONK volgt in samenwerking met gemeenten (streefdatum 1 maart 2021).

De auto is een blijvertje

De auto blijft in Nederland een normaal geaccepteerd vervoermiddel en dat betekent dat met alle nadelen ervan moet worden gedeald.

Dit blijkt uit het Toekomstperspectief Automobiliteit 2040 dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat onlangs heeft gepresenteerd.
Deze nota is een belangrijke omslag in het denken over de auto. Natuurlijk is er vervuiling, natuurlijk zijn er files en natuurlijk heeft de auto ruimte over, maar feit is ook dat veel Nederlanders nu eenmaal liever de auto gebruiken dan dat ze met het openbaar vervoer reizen. Wijlen directeur Paul Nouwen van de ANWB zei ergens in de jaren tachtig dat mensen altijd zullen blijven autorijden omdat ze nu eenmaal hun eigen geurtje willen ruiken. En nu, zo ongeveer dertig jaar later, is dat nog steeds niet veranderd.

De beleidsmakers denken inmiddels dat de belangstelling voor de auto niet afneemt, maar veel eerder zal stijgen, ook onder jongeren. In de notitie staat ook dat voor circa 90 procent van alle ritten geldt dat die met het ov twee keer zo lang of nog langer zouden duren. Alleen in stedelijke gebieden is dit anders, maar hoe dan ook blijft de auto een dominante rol spelen in het mobiliteitssysteem. We hebben een aantal belangrijke passages eruit gehaald:

- De auto blijft onverminderd populair door de vrije mobiliteit die hij biedt. De grote vraag anno nu is dus hoe we de kwaliteiten van de auto kunnen blijven benutten, maar de negatieve effecten van de auto kunnen terugdringen.
- 75% van de kilometers en 43% van de verplaatsingen wordt met de auto gemaakt. We zien mensen steeds meer, vaker en verder met de auto reizen. Ter vergelijking is dat voor het ov 13% km en 6% verplaatsingen en voor de fiets 8% km en 26% verplaatsingen. De auto is verantwoordelijk voor 60 tot 70% van de afgelegde woon-werkkilometers van en naar de vijf grote steden.
- Gebruikers vinden de auto gemakkelijk, comfortabel, onafhankelijk, het gevoel van op jezelf zijn, en flexibel.
- Snel (voor meeste verplaatsingen snelste deur-tot-deurreistijden).
- Voor circa 90% van de dagelijkse autoverplaatsingen is het ov geen alternatief (in verband met reistijd), zie afbeelding rechtsonder.

De ambities voor de auto zijn vervolgens als volgt gedefinieerd:

- Onze ambitie is een veilig, robuust en duurzaam mobiliteitssysteem, waarbij de gebruiker en diens deur-tot-deurreis centraal staat en de impact op de leefomgeving minimaal is.

- Robuust houdt in dat mensen en goederen binnen een acceptabele tijd op hun bestemming kunnen komen, ook als er door incidenten verstoringen optreden.

- De centrale bereikbaarheidsopgaven voor wat betreft de automobiliteit zijn het per auto bereikbaar houden van economische toplocaties, (lucht)havens, banen en voorzieningen én het waarborgen van de verkeersdoorstroming op (inter)nationale corridors. Dit zal echter gecombineerd moeten worden met een verdere verbetering van de verkeersveiligheid voor kwetsbare verkeersdeelnemers (voetgangers en (brom)fietsers) en leefbaarheid (geluid, CO2, luchtkwaliteit) en rekening houdend met de schaarse ruimte en daardoor beperkter wordende uitbreidingsmogelijkheden van het wegennet.

- De komende decennia komt er daarbij ook nog een grote en kostbare vervangingsopgave van verouderde infrastructuur op ons af.

- Ten slotte zal werk gemaakt moeten worden van de verdere vergroening van het wagenpark, onder meer door het stimuleren van elektrisch rijden en daarvoor te investeren in de laadinfrastructuur.

Afbeelding
Afbeelding