Afbeelding
Foto:

Elke kleur krijgt een kans op het palet van Emile Roemer

Alle ideeën worden in een trechter gegooid en uiteindelijk neemt de Commissie Roemer een beslissing wat er wel en niet in het advies aan de minister komt. Wat in de trechter gaat hoeft er niet per se ook weer uit te komen, maar dat laat onverlet dat steeds meer bekend wordt van wat er in de trechter komt. We hebben er een paar opgedoken.

Onlangs berichtte Rij-instructie over het feit dat de kikkers weer in de kruiwagen zitten. De aanleiding voor het bericht was een eerder bericht met als strekking dat er onder een aantal deelnemers aan het overleg van de Commissie Roemer grote zorgen zijn over sommige wegen die worden overwogen. Het was alle hens aan dek, met als gevolg dat er een vergadering kwam waarin uiteindelijk de gemoederen werden gesust. De kou is uit de lucht.

Niet veel aan de hand

Volgens Ruud Rutten, die namens de Alliantie Samen Sterk deelneemt aan de vergaderingen van de commissie, was er niet veel aan de hand en eigenlijk was wat hem betreft de situatie er na het beraad alleen maar beter op geworden. “Er zijn bepaalde denkrichtingen die een eigen leven gingen leiden, maar dat is niet nodig. Alles wordt in een trechter gegooid en uiteindelijk komt er aan de onderkant iets uit. Wat dat is, weet nu nog niemand, maar ik heb een goed gevoel over het verloop tot nu toe.”

VRB

Inmiddels wordt er steeds meer duidelijk over bepaalde denkrichtingen die in de trechter zitten. Twee kwamen er manifest aan bod tijdens de algemene ledenvergadering van de VRB op 29 januari. Emile Roemer zelf maakte bij die gelegenheid duidelijk dat het van de gekke is dat je als instructeur, of je nu in loondienst bent of zelfstandig werkt, alleen kunt overleven als je absurd veel uren maakt. Hij vindt dat rijinstructeurs vakmensen zijn die een navenante beloning moeten krijgen. Niet alleen in waardering, maar zeker ook financieel moeten deze zaken met elkaar overeenstemmen.

De verschillende branchepartijen die deelnemen aan de beraadslagingen zijn scherp als een mes

Heldere taal

Met de heldere taal waarmee Roemer dit verdedigde, wordt duidelijk dat dit gaat terugkomen in het eindrapport en er is geen weldenkende instructeur die hiertegen is. Een knappe boterham verdienen met niet al te veel uren in de week; niets mis mee.

Tweedeling

Hierbij dient rekening te worden gehouden met de natuurlijke tweedeling in de branche: er zijn veel mensen zelfstandig en er zijn er in loondienst. Wij wisten beslag te leggen op een aantal voorstellen en lezen onder andere dit over het inkomen: "Het advies is om zowel aan de hand van regulering van de toetreding als ook middels het prijsmechanisme meer ordening in de sector te stimuleren. Langs de lijn van de leerinhoud (nationaal curriculum) zullen ook de eisen aan de rijinstructeurs en de rijscholen worden aangescherpt. Er zal een prijsverhogend effect ontstaan naarmate rijscholen meer gehouden zijn aan het doceren van het nationaal curriculum. De verwachting is dat er minder met pakketten en prijzen kan worden gestunt hierdoor: het leerproces en de daarin te nemen stappen wordt meer voorgeschreven en moet navolgbaar worden vastgelegd."
"Ook worden rijinstructeurs en rijscholen gedwongen meer samen te werken als de een-op-eenrelatie tussen leerling en instructeur wordt doorbroken en er in CBR-auto’s moet worden afgereden: er moet in verschillende auto’s worden gelest en tussentijdse toetsen moeten door een andere rijinstructeur worden afgenomen. Een systeem van samenwerking kan bijvoorbeeld ontstaan door lokaal of regionaal werkafspraken met elkaar te maken."

CBR-auto

Hiermee zijn we stilletjes bij een tweede onderwerp aangekomen. Eentje die op veel meer weerstand zal stuiten vanuit de branche: afrijden in een auto van het CBR. Jaap Uijlenbroek, de ambtenaar die namens het ministerie van Verkeer en Waterstaat is geparachuteerd in de commissie, legde bij de vergadering van de VRB uit wat hiervan de bedoeling is: als je eenmaal je rijbewijs hebt, rij je direct in een andere auto (of auto's) dan je gewend bent en daarom is het zaak dat je tijdens de rijlessen en het examen daar maar alvast aan moet wennen. En omdat veel rijscholen maar één lesauto hebben, wordt er gedacht aan CBR-auto's.

Kostenverlagend

Volgens de inbrenger van het idee is dit onder andere kostenverlagend voor het examen. "Daardoor is de auto van de rijschool niet meer nodig en ook de tijd van de rijinstructeur niet meer nodig. Kosten auto CBR zullen wel vergoed moeten worden en dus leiden tot een beperkte stijging van de examenkosten", valt te lezen in een idee.

En er zijn meer voordelen, zo valt te lezen. We noemen er een paar:
- Het afrijden in een CBR-examenauto maakt het mogelijk om het examentraject te individualiseren. De examenkandidaat is niet meer afhankelijk van de rijschool voor het afleggen van het praktijkexamen.
- Door de inzet van CBR-examenauto’s kunnen via ingebouwde apparatuur rijdata en beelden worden verzameld. Tijdens en na het examen zijn hierdoor objectieve gegevens beschikbaar over de uitvoering van de rijtaak door de kandidaat.
- Doordat data en beelden beschikbaar zijn, hoeft een opleider niet meer mee te rijden met het examen. Kritische situaties kunnen door de examinator worden gemarkeerd en onderbouwd met data en beelden.
- Randomiseren van examenroutes. Het praktijkexamen B kent geen vaste examenroutes. De examinator zorgt per examen voor een uitgebalanceerde route waarin de examenonderdelen kunnen worden getoetst.
- Data driven examen. De verzamelde rijdata moeten worden geïnterpreteerd en genormeerd. Dat betekent dat de huidige rijprocedure een ander karakter zal krijgen. In de toekomst zal steeds nadrukkelijker de noodzaak zichtbaar worden om de rijprocedure ook in data beschikbaar te hebben.
- Waarborgen van privacy en dataprotectie. Het gebruik van rijdata voor het objectiveren van het toetsoordeel stelt eisen ten aanzien van de privacybescherming en de veilige uitwisseling van gegevens. Onderzocht dient te worden welke voorwaarden de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) stelt ten aanzien van het gebruik van rijdata voor toetsdoeleinden.
- Het is denkbaar dat examenkandidaten met specifieke problematiek (denk aan faalangst, ADHD, autismespectrumstoornis, e.d.) een aangepaste benadering vragen. Zonodig moet daarom maatwerk geleverd kunnen worden.

Niet enthousiast

Dat de rijschoolhouders hier niet erg enthousiast over zijn bleek tijdens de VRB-ledenvergadering. Dat heeft er alles mee te maken dat de inzet van de lesauto tijdens het examen een onderdeel is van het verdienmodel van de rijschool. Daaraan tornen is geen goed idee, is de teneur. Maar het kan nog erger, want wat te denken van dit idee dat in de trechter terecht is gekomen: kostenverlagend (voor de lesprijs-red.) is ook niet meer kunnen verdienen aan het examen. "In plaats van 37 euro en 120 euro (tarieven CBR 2021) betalen consumenten nu vaak het dubbele."

Prijsopdrijvende aspecten

Er zijn ook prijsopdrijvende aspecten, zoals het instellen van een garantiefonds (mogelijke kosten 2 euro per leerling) en extra toetsen, waarvan de kosten worden geschat op 100 euro per toets. Van wie deze ideeën komen is niet helder, maar vast niet van een rijschoolondernemer. Overigens, zo valt ook te lezen: "Om een redelijk inkomen (modaal) te kunnen verwerven op basis van een werkweek van 36 uur inclusief pensioenvoorziening is een uurtarief van 55 tot 60 euro nodig. Dat is een kostenstijging van ruim 10% voor de consument, uitgaande van een tarief van 50 euro per uur."

BTW

Uijlenbroek legde in dit verband ook uit dat een verlaging van de BTW van 21 naar 6 procent op een rijles er niet in zit vanwege het gegeven dat B-, A- en AM-rijonderricht geen beroepsonderwijs is en daarover heeft men in EU-verband bepaald dat dit BTW-plichtig is. En concurrentie zal er altijd blijven, want een vastgestelde uurprijs, welke dat ook zou zijn, mag sowieso niet vanuit de mededingingswetgeving vanuit de EU. Verlaging van de BTW heeft ook geen zin volgens Uijlenbroek, want iedereen heeft daar dan mee te maken, waardoor de tarieven zullen dalen. Leuk voor de consument, maar de ondernemer heeft er niets aan.

Permanente verkeerseducatie

Van een heel andere orde is het fenomeen permanente verkeerseducatie in het voortgezet onderwijs en daar lijkt de commissie een slinger aan te willen geven. Permanente Verkeerseducatie (PVE) betekent, dat : “… verkeerseducatie plaatsvindt op elk moment waarop verwacht kan worden of geconstateerd wordt dat de bestaande voorwaarden van kennen, kunnen en willen niet meer toereikend zijn voor veilig gedrag en niet door zelfinstructie alleen (tijdig) toereikend zullen worden. Het permanente karakter zit hem behalve in het feit dat de educatie anticipeert op toereikende gedragsvoorwaarden ook in het feit dat permanente educatie telkens voortbouwt op eerdere verkeerseducatie en een fundament legt voor latere verkeerseducatie."

"Naast anticiperen op eerdere educatie dient de rijopleiding ook een fundament te leggen voor het verder doorleren als verkeersdeelnemer, meer in het bijzonder als bestuurder van een gemotoriseerd voertuig. Eerst als onderdeel van het toegroeien naar zelfstandigheid als beginnende bestuurder en later als onderdeel van het op peil houden van kennis en vaardigheden als ervaren bestuurder", valt te lezen.

Doorontwikkeling 2toDrive

Hierbij kan worden gedacht aan doorontwikkeling van 2toDrive. "In het kader van Permanente Verkeerseducatie worden zes doelgroepen onderscheiden. Een van de doelgroepen betreft rijbewijsbezitters (leeftijd 25 tot circa 60 jaar). Deze groep ervaren bestuurders kan actiever worden benaderd over hun rol in het verkeer, bijvoorbeeld via het geven van informatie over wijzigingen in verkeersregels en met zelftesten de eigen kennis en vaardigheid toetsen."

Regulier onderwijs

Deze willen we u ook niet onthouden: een idee om de rijopleiding te integreren in het regulier onderwijs. Dit schijnt alweer van tafel te zijn, maar we willen hem toch even noemen omdat hiermee helder wordt dat het werkelijk alle kanten op kan gaan. Het idee was om de rijopleiding te integreren in het mbo-onderwijs met als achterliggend idee dat het voor veel beroepen in Nederland nodig is om een rijbewijs B te hebben. "Daarom kiezen heel veel Nederlanders ervoor om hun rijbewijs B te halen op jonge leeftijd. Een mogelijkheid is dan om de rijopleiding, als nationaal curriculum, gedeeltelijk of in zijn geheel, te koppelen aan het reguliere onderwijs", valt te lezen.

Afschaffen

Dat iedereen in de branche hier voor is gaan liggen, laat zich raden. Dit betekent namelijk het grotendeels afschaffen van het systeem zoals het nu is. Natuurlijk, niet iedereen volgt mbo-onderwijs, maar dat dit funest is voor veel rijscholen is klaar als een klontje. We hebben het even nagezocht: het aandeel leerlingen dat een hbo- of wo-studie heeft afgerond, ligt momenteel rond de 30 procent. Een overgrote meerderheid heeft óf geen opleiding óf mbo. We bedoelen maar.

Tot slot willen we deze meegeven: het doorbreken van de een-op-eenrelatie in praktijkinstructie. Dit idee duiden we zoals het letterlijk is omschreven:

"In de rijopleiding is bij het geven van praktijklessen over het algemeen sprake van een een-op-eenrelatie tussen rijinstructeur en leerling. Het gaat om een individueel leertraject, waarbij de rijinstructeur gemiddeld 40 tot 45 uur tot zijn beschikking heeft om de leerling op het gewenste niveau van rijbekwaamheid te brengen. Dat heeft veel voordelen, de instructeur kan immers zijn manier van lesgeven specifiek toespitsen op de kenmerken en de leerbehoeften van de leerling. De rijinstructeur kan een individueel aansluitend lesprogramma voor de lange termijn (leergang) en voor de korte termijn (lesplan) vaststellen en verantwoorden."

"Er zijn echter ook nadelen aan verbonden. Zo doen zich vervelende situaties voor waarbij de instructeur macht uitoefent over de leerling. Ook is in een situatie waarin een rijinstructeur binnen de rijschool de enige lesgever is, mogelijk geen ideale match tussen instructeur en leerling te maken. Tevens bestaat het risico van ‘tunnelvisie’, doordat bepaalde zaken over het hoofd worden gezien. Een blik van een collega-instructeur kan dan helpen om mogelijke blokkades in het leerproces te signaleren en vervolgens aan te pakken."

Meer transparantie én intercollegiale en externe toetsing

"Door de rijopleiding meer transparant te maken en ook op meerdere momenten te toetsen, kunnen nadelen van de een-op-eenrelatie deels worden ondervangen."

"Een leerportfolio zorgt ervoor dat de onderdelen van de praktijkopleiding (inclusief bewijsmateriaal) zijn gedocumenteerd. Via een leerlingvolgsysteem worden de leervorderingen van de leerling via periodieke toetsen in kaart gebracht. Hieraan kan als eis worden gesteld dat de toetsen worden afgenomen door een andere rijinstructeur (intercollegiale toetsing). Daarnaast zorgt invoering van een modulair toetstraject waarbij sprake is van tussentijdse toetsing door een CBR-examinator, eveneens voor meer transparantie. Het leerportfolio, de resultaten van het leerlingvolgsysteem en de resultaten van de tussentijdse toetsing bij het CBR zijn voorwaardelijk én medebepalend voor het slagen op het examen."

"Een hoogwaardige rijopleiding zal zich in de toekomst meer moeten toespitsen op het ontwikkelen van houding en gedrag. Voor een effectieve aanpak van deze sociaal-emotionele aspecten van het verkeersgedrag zijn groepsgerichte methodieken nodig. In landen als Noorwegen en Zweden zijn daarom groepstrainingen een verplicht onderdeel van de rijopleiding. Dat betekent dat bij de praktijkopleiding niet alleen sprake is van een een-op-een-lessituatie, maar dat een rijinstructeur ook over vaardigheden moet beschikken om les te geven aan groepen leerlingen. Dat kan in de vorm van praktijklessen waarbij aan meerdere leerlingen tegelijk les wordt gegeven (en waarbij de leerlingen ook feedback op elkaar geven), maar ook in de vorm van een groepsdiscussies die buiten de lesauto plaatsvinden."

Einde citaat.

Geen paniek

Nogmaals, het is niet te zeggen dat deze ideeën tot wasdom komen. De verschillende branchepartijen die deelnemen aan de beraadslagingen zijn scherp als een mes, zitten als een bok op de haverkist en zullen daar waar de commissie dreigt door te schieten en de branche een lel om te oren wil geven, onmiddellijk reageren en ingrijpen. Er is dus geen enkele reden tot paniek.
Maar de bovenstaande ideeën geven wél aan dat iedereen van alles kan bijdragen en dat het het werkelijk alle kanten op kan. De Commissie Roemer heeft de taak om met een eindrapport te komen waarin de rijbranche tegen het licht wordt gehouden en waarin voorstellen komen om de branche te verbeteren. Dat daarbij niets onbespreekbaar is, is duidelijk.

Het rapport zou rond 18 februari verschijnen, maar inmiddels is er twee maanden uitstel gevraagd en die heeft de commissie gekregen. Medio april weten we dus meer.

Afbeelding