Afbeelding
Foto:

CBR is blij met mondkapjesplicht; snelle versoepeling zit er niet in

Het CBR is blij dat er sinds 1 december de verplichting is tot het dragen van een mondkapje in de lesauto, voor iedere inzittende. "We hopen oprecht dat deze regeling voor duidelijkheid en meer rust zal zorgen. Helaas zien we in delen van het land nog steeds opleiders die zich niet willen conformeren aan het dragen van een mondkapje."

In deze bewoordingen laat het CBR zich uit richting branchevereniging VRB, dat om opheldering vroeg om een aantal coronamaatregelen. Uit dit citaat blijkt dat het CBR de afgelopen maanden grote moeite had met de discussie rond het al dan niet dragen van een mondkapje. Het CBR stelde dit eerder verplicht dan dat de wet op 1 december dit regelde. Hoewel de meerderheid van de rijschoolhouders allang overstag was, bleek een hardnekkige minderheid het mondkapje weigeren. En daar is de organisatie niet blij van geworden.

Niet snel versoepelen

Uit dezelfde reactie blijkt dat het CBR niet snel de coronamaatregelen versoepelen. Het meerijden van de opleider tijdens het examen zit er bijvoorbeeld voorlopig niet in. Het CBR schat in dat op z’n vroegst in het eerste kwartaal volgend jaar de gesprekken met de brancheorganisaties over een mogelijke versoepeling hervat worden.

Dit antwoordt het CBR op vragen van brancheorganisatie VRB, dat de leden gisteren hiervan op de hoogte heeft gesteld. De VRB is net als het CBR en de andere brancheorganisaties blij met de verplichting tot het dragen van een mondkapje in de lesauto sinds gisteren en zag de kans meteen schoon om te vragen of er al wet rek zit in de maatregelen. Niet dus. Het CBR laat weten heel terughoudend te zijn met het terugdraaien van maatregelen, onder andere omdat de coronacijfers nog niet echt bemoedigend zijn.

Op hun tenen

Een andere reden is dat veel medewerkers van het CBR momenteel op hun tenen lopen. “Daarnaast heeft de werksituatie bij onze mensen de afgelopen maanden voor veel spanning gezorgd. Het is van belang dat we met elkaar eerst weer het vertrouwen herwinnen dat zo nodig is om terug naar normaal te gaan. Dat maakt dat we de stappen op weg naar versoepeling, zoals we deze in juli met elkaar besproken hebben, niet lichtvaardig zullen inzetten. Het CBR vertrouwt erop dat daar begrip voor is”, laat het CBR aan de VRB weten.

Weinig perspectief

De brancheorganisatie vraagt vervolgens of het CBR de rijschoolhouders perspectief kan bieden op licht aan het einde van de tunnel. Het CBR snapt deze vraag, maar dat wordt niet gegeven: “Het eerlijke antwoord is dat we op dit moment geen realistische uitspraak kunnen doen. CBR schat in dat we zijn vroegst halverwege Q1 2021 hierover het gesprek met elkaar kunnen hervatten, mits de coronacijfers daar aanleiding toe geven”, aldus het CBR.

Wildgroei namen ADAS moet aan banden worden gelegd

De wildgroei van benamingen van Advanced Driver Assistance Systems (ADAS) moet aan banden gelegd worden, want de automobilist ziet door de bomen het bos niet meer en snapt van al die benamingen niets. Om die reden heeft de ADAS Alliantie ‘het ADAS Woordenboek’ gepubliceerd.

Dit is een lijst met voor elk - veel voorkomend - rijhulpsysteem een standaard naam en een korte omschrijving van de werking van het betreffende systeem. Nu hebben vergelijkbare systemen soms verschillende namen en verschillende systemen juist vergelijkbare namen. Dat leidt tot verwarring en onbegrip bij consumenten en organisaties die met ADAS te maken hebben.

Het idee achter de nu geïntroduceerde lijst is dat voortaan elke organisatie die met ADAS te maken heeft, zoveel mogelijk communiceert met deze termen – te beginnen met de deelnemers van de ADAS Alliantie zelf. Zo wordt meer duidelijkheid gecreëerd voor iedereen die zich bezighoudt met bijvoorbeeld ontwikkeling, bediening, reparatie, onderhoud, herstel en recycling van ADAS. En uiteindelijk draagt die duidelijkheid weer bij aan de doelstelling die vastgelegd is in het ADAS Convenant: het veilige gebruik van slimme rijhulpsystemen verhogen.

Namenbrij

Het ADAS Woordenboek is voortgekomen uit een werkgroep, die bestaat uit beleidsmakers van Euro NCAP, RAI Vereniging, BOVAG, ANWB, RDW, Ministerie van IenW en Rijkswaterstaat. Ook CBR heeft zich erbij aangesloten.
“We zien dat er allerlei verschillende benamingen gehanteerd worden voor dezelfde systemen”, zegt projectleider Chris Hottentot (ANWB) van de ADAS Alliantie. “De Europese Unie (EU), Euro NCAP en de American Automobile Association (AAA) gebruiken verschillende namen, maar daarnaast hanteert men per automerk ook nog eens andere termen, vaak marketing-gedreven. En al die namen worden ook niet altijd goed begrepen. Het is dus niet gek dat een gebruiker door de bomen het bos niet meer ziet.”

Onwetendheid

Het gevolg van die onduidelijkheid is dat gebruikers vaak niet weten welke werking ze mogen verwachten van de ADAS in hun voertuig - als ze überhaupt al weten welke rijhulpsystemen aanwezig zijn. Juist voor degenen die een tweedehandsauto aanschaffen is dat lastig te achterhalen. “Idealiter moet iedereen dat eenvoudig kunnen navragen of opzoeken,” zegt Hottentot. “Maar zover zijn we nog niet. Wel brengt de lijst met de toelichting, die we nu hebben opgesteld, ook dit doel weer een stukje naderbij.”

Gebruikers zien mogelijkheden over het hoofd

Dat onduidelijkheid over ADAS benaming het gedrag van automobilisten beïnvloedt, blijkt uit recent onderzoek van de AAA Foundation for Traffic Safety. Dat onderzoek is uitgevoerd onder bestuurders van voertuigen die zijn voorzien van bepaalde rijhulpsystemen - namelijk ADAS die voertuigacceleratie combineren met remmen en sturen en waarvan de naam suggereert dat het om een ‘geautomatiseerde’ rijervaring gaat. Het blijkt nu dat bestuurders die gebruikmaken van dergelijke systemen, de neiging hebben om veiligheidsbeperkingen over het hoofd te zien. En dat terwijl de bestuurder altijd de verantwoordelijkheid draagt voor het voertuig dat hij bestuurt en dus altijd alert moet zijn om te kunnen ingrijpen.

Omdat niet iedereen altijd een informatiedrager bij zich heeft of even makkelijk het woordenboek - in feite is het meer een verklarende woordenlijst, publiceren wij in deze editie op pagina 16/17 de lijst integraal.

Emile Roemer bij ledenvergadering VRB

Emile Roemer komt op vrijdagmiddag 29 januari 'uit de kast.' Dan zal hij tijdens de algemene ledenvergadering van de VRB uitleg geven over de stand van zaken van zijn commissie die gestart is met het onderzoek dat moet leiden tot een kwalitatief betere rijscholenbranche. De ledenvergadering, die om 15 uur begint, is alleen door leden van de VRB en genodigden te bezoeken.

Uiterlijk op 18 februari moet Roemer het advies aan de minister uitbrengen. De aanwezige leden de VRB kunnen tijdens de vergadering nog aangeven welke items speciale aandacht verdienen, maar kunnen nu ook al via het mailadres aaninfo@vrb.nl suggesties doorgeven.

In deze editie van Rij-instructie staat een open brief van hoofdredacteur Hans Peijs aan Emile Roemer.

'Verplichte machtiging draconisch, maar is noodzakelijk'

CBR voert met ingang van 1 maart 2021 een verplichte machtiging in bij theorie-examens voor auto, motor en bromfiets. BOVAG Rijscholen-voorzitter Frank Hoornenborg noemt de maatregel ‘draconisch', maar noodzakelijk.

Hoornenborg: “BOVAG staat voor vrij ondernemerschap, want ondernemers moeten zich kunnen onderscheiden in de markt. We hebben daarom altijd grote vraagtekens gezet bij de draconische maatregel om rijscholen te machtigen in welke discipline dan ook. We zien echter dat goede ondernemingen links en rechts ingehaald worden door partijen die onze leerlingen (markt) zien als een cash cow en die de randjes van het ondernemerschap opzoeken en er zelfs overheen gaan. Ook het CBR ziet dit en heeft ervoor gekozen het machtigen van theorie-examens voor de categorieën AM, A en B voor examens na 1 maart 2021 verplicht te stellen.”

Afbeelding
Afbeelding