Afbeelding
Foto:

Mondkapjesplicht 1 december 2020 - uitzonderingen toegelicht

Sinds 1 december is iedereen die in de lesauto zit verplicht om tijdens de rijlessen een mondkapje te dragen. Op de verplichtingen geldt een aantal uitzonderingen.

Allereerst zijn personen uitgezonderd die vanwege een beperking of ziekte geen mondkapje kunnen dragen, opzetten of daarvan ernstig ontregeld kunnen raken. Voorbeelden zijn personen die een verminderde arm- of handfunctie hebben en daardoor geen mondkapje op kunnen zetten, personen van wie de ademhaling te veel belemmerd wordt vanwege een longaandoening en personen met zintuigelijke beperkingen die gebarentaal spreken.
Ook kan gedacht worden aan personen met (ernstige) brandwonden op hun gezicht waardoor geen mondkapje gedragen kan worden en personen die vanwege een verstandelijke beperking of psychische aandoening ontregeld raken als zijzelf een mondkapje dragen. Bij deze laatste groep is het ook mogelijk dat zij ontregeld raken als hun begeleider een mondkapje draagt. In dat geval hoeft ook de professional geen mondkapje te dragen.

Hetzelfde geldt voor personen die samen zijn met iemand die afhankelijk is van non-verbale visuele signalen, bijvoorbeeld iemand die afhankelijk is van liplezen. Ook deze personen hoeven geen mondkapje te dragen. Een verkoudheid wordt niet gezien als ziekte of beperking waardoor geen mondkapje gedragen kan worden.

Aanneembaar maken

Personen die zich beroepen op een van de uitzonderingen zullen de beperking of ziekte desgevraagd op enige wijze aannemelijk moeten maken. Het is dus aan de persoon in kwestie om aan te tonen dat er een wettige reden is het mondkapje niet te dragen. Het is niet wenselijk om deze persoon te belasten met het elke keer opnieuw uitleggen en aannemelijk maken van de reden waarom ze geen mondkapje kunnen dragen.