Afbeelding

'Verkeersveiligheid is te belangrijk om Russische roulette mee te spelen'

Als hoofdredacteur van Rij-instructie loop ik nu een kleine 10 jaar mee. Een periode waarin ik de branche redelijk heb leren doorgronden met als gevolg dat ik goed begrijp waarom ongeveer 30 grote partijen binnen de Alliantie Samen Sterk aandringen op verbeteringen binnen de branche. En dit is waar een commissie onder leiding van oud-politicus Emile Roemer zich de komende tijd mee gaat bezighouden. Op 18 februari uiterlijk moet hij leveren en met aanbevelingen komen richting minister. Om hem te voorzien van input staat hieronder een uitgebreide open brief van hoofdredacteur Hans Peijs aan zijn adres.

Beste Emile Roemer,

Welkom in de rijscholenbranche. Ik heb begrepen dat je inmiddels aan de slag bent gegaan met de commissie die als doel heeft te onderzoeken welke verbetermogelijkheden er zijn in de branche. Ik wens je daarbij veel succes. Maar daar laat ik het niet bij. Ik wil je graag zo tegen het einde van het jaar een paar aanbevelingen doen.

Paar vragen

Dat had ik liever in een persoonlijk gesprek gedaan, maar dat zit er helaas niet in. Via je contactpersoon bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heb ik gevraagd of ik je een paar vragen mag stellen, maar helaas. En dat is best gek, eigenlijk. Natuurlijk wilde ik geen vragen stellen over de uitkomsten, want daar is het nog veel te vroeg voor. Maar over het proces valt natuurlijk ook genoeg te melden. Ik ken je alleen van televisie en daar zie ik altijd een open mens, maar helaas dus, de boot wordt afgehouden. Dus op deze plek zoals ik graag had gewild geen antwoord op vragen als ‘Hoe ga je te werk?’, ‘Met wie ga je allemaal praten?’ en ‘Wanneer kunnen we zoals het er nu naar uitziet iets van je verwachten?’ Omdat dit een gewichtige commissie is die mogelijk de complete rijscholensector op z’n kop gaat zetten, lijkt mij een beetje openheid over het proces een goede move – misschien hebben de rijschoolhouders er zelfs wel recht op - maar helaas. We moeten het doen met wat we horen in de branche.

Positieve nieuws

‘Hoe ga je te werk?’, ‘Met wie ga je allemaal praten?’ en ‘Wanneer kunnen we zoals het er nu naar uitziet iets van je verwachten?’

En wat we horen, stemt enerzijds tevreden, maar anderzijds teleur. Laten we beginnen bij het positieve nieuws. We hebben begrepen dat de voorzitters van de vier brancheverenigingen, en ook het CBR, IBKI, opleiders (verenigd in het LBVI), TeamAlert, de BOVAG en de ANWB al aan tafel hebben gezeten of nog komen. Het is een mooi rijtje.

Schept een band

Ik schat in dat het gesprek met het CBR het langst zal duren. Alexander Pechtold en jij, dat is niet helemaal ouwe-jongens-krentenbrood, maar jullie kennen beiden de politieke mores en dat schept een band. Ik neem aan dat je hebt meegekregen dat Alexander inmiddels de missie heeft om de rijscholenbranche te verbeteren. Lijkt me logisch, want alle rotzooi in de branche komt uiteindelijk een keer op zijn bordje terecht. Misschien kun je Alexander meteen meegeven, desnoods subtiel, dat hij niet een veel te grote broek moet aantrekken. Binnen de branche is er namelijk de nodige weerstand hoe het CBR en in het bijzonder Pechtold zich manifesteert. Dat kun je best eigengereid noemen. Maar laten we wel wezen: het CBR is er om examens af te nemen, punt. En dat is al lastig genoeg. Dus mooi dat hij het goed voor heeft met de branche, maar het huisje moet wel bij het schuurtje worden gelaten. En, iets anders, misschien kun je ook even aan hem vragen of een kandidaat die is geslaagd is voor het theorie-examen dankzij een ‘turbo-opleider’ wel een rechtsgeldige uitslag heeft? Het is zomaar even een meedenker en ik vermoed dat het een tricky onderwerp is.

Zo breed mogelijk informeren

Ook de mensen achter Nutheorie.nl schijnen te komen. Ik kan me niet voorstellen dat veel mensen in de branche daar blij mee zijn – deze opleider wordt beschouwd als de vijand – maar je kunt de uitnodiging heel goed uitleggen, want je wilt je natuurlijk zo breed mogelijk laten informeren. Dat geldt ook voor de uitnodiging van het Rijschool Samenwerking Team (RST). Bij het CBR zit deze organisatie niet aan tafel omdat het geen democratisch orgaan is (het is geen vereniging), maar jij laat ze komen en ook daar valt alles voor te zeggen. Ook het gegeven dat de Belastingdienst op appel komt, is logisch. Ik herinner me nog een paar jaar geleden de actie van de fiscus om fraudeurs en wanbetalers aan te pakken en dat leverde een verontrustend beeld op van het aantal rijschoolondernemers dat het niet zo nauw neemt met de Belastingdienst, om het zo maar even uit te drukken.

Leermiddelen

Nee, al die mensen die komen vormen niet het probleem. Wat me minder tevreden stemt, is wie je vooralsnog niet hebt gevraagd. Daar hoor ik verschillende geluiden over. Ik noem bijvoorbeeld de uitgevers van leermiddelen (daar zit veel kennis, vergis je niet), maar bijvoorbeeld evengoed de aanbieders van softwarepakketten voor rijschoolhouders en wat te denken van enkele grote franchisenemers? Dat een club niet echt georganiseerd is, hoeft wat jou betreft geen probleem te zijn (kijk naar het RST), dus waarom zou je hun dan ook niet aan tafel ontvangen? Ik zou het niet weten. Ik vraag me ook af of de SWOV van de partij is. Maar goed, ik neem aan dat je van de SWOV wel wat onderzoeken zal raadplegen. Vergeet dan vooral de rapporten niet over de dalende verkeersveiligheid in Nederland.

Individuen

Ook enkele individuen wil ik je van harte aanbevelen. Natuurlijk onze columnist Theo Vuijk, die echt niet zomaar iemand is in de branche. Hij heeft jaren geleden meegelopen bij de BOVAG en is nog langer actief als rijschoolhouder (franchisegever) en steekt zijn over het algemeen goed onderbouwde mening niet onder stoelen of banken. Ook de naam van Sjaak de Coninck drop ik uit de losse pols. Hij is een ervaren rot, met kennis van zaken. Dat geldt eveneens voor Irma van den Berg, rijschoolhouder in Maarssen, die niet toevallig ook aan dit vakblad is verbonden. Zij was de bedenker van het Rijleskeurmerk. Daar horen we niets meer van, maar feit is dat het een zeer goed bedoeld initiatief was om verbeteringen in de branche tot stand te brengen.
Bert de Weerd, een van de oprichters en oud-bestuurslid van de LBKR, is ook een goede, maar ik heb begrepen dat je van hem al een fraai advies hebt gekregen. René Brunen, uit het oosten van het land, Petra en Berend Knol uit Leeuwarden en de jonge hond Jean-Paul Lam die vicevoorzitter is van de FAM, schieten me ook spontaan te binnen. En Jan Catsburg, de baas van de grootste franchisegever in het land NXXT, is ook een aanrader.
En last but not least: vergeet vooral de voorzitters van de verschillende bloedgroepen binnen de Alliantie Samen Sterk niet: Anthony Boeijnk, Gijs Kantelberg en Ad Philipsen. Misschien heb je al aan ze gedacht en hebben ze al een invitatie, maar anders: bij deze.

Samen Sterk

Veel van de organisaties die hierboven staan, hebben zich verbonden aan de Alliantie Samen Sterk. Dat is natuurlijk niet voor niks. Ik neem aan dat je hebt meegekregen dat Samen Sterk de allereerste gelukte poging is om zogenoemde stakeholders in de branche te verenigen. Eigenlijk is de klus waarvoor je staat redelijk simpel en eenvoudig samen te vatten: pak het verslag van Samen Sterk erbij, kijk welke onderdelen de branche absoluut verder helpen, laat de branche doen wat de branche moet doen en vraag de minister om dat te faciliteren en om belangrijke besluiten te nemen en geef er een klap op. Al die sterke onderdelen kunnen overigens simpel samengevat worden in drie woorden: kwaliteitsbewaking zonder vrijblijvendheid. Noem het certificering, noem het anders, ook goed, maar hoe dan ook moet de kwaliteit op verschillende vlakken worden geborgd.

Kwaliteit waarborgen

Allereerst adviseer ik je met een aantal voorstellen te komen voor een systeem waarbij rijschoolhouders en ook theorie-opleiders zonder een rijschool ernaast zich gehouden weten aan een aantal zaken die de kwaliteit waarborgen. Het Rijleskeurmerk mag dan geen succes geworden zijn, maar het had wel een aantal sterke onderdelen en die zou ik zeker ter overweging aan je willen meegeven. Je kunt Irma van den Berg ernaar vragen, zij weet als bedenker alles van het Rijleskeurmerk. Maar ook kun je luisteren naar de BOVAG, want de directeur van deze organisatie zal jou ongetwijfeld vertellen dat BOVAG Rijscholen, een afdeling van dit lobbyorgaan, de enige brancheorganisatie is in de branche die eisen stelt aan hun leden. Een aantal daarvan is zo over te nemen, want geheim zijn ze niet. En waarom het wiel uitvinden als er al een wiel is.

Het gaat om meer dan WRM

Overigens, je zult vast hebben meegekregen dat een groep rijschoolhouders niet snapt waarom er een kwaliteitsborging moet komen met als argument dat ze immers al de WRM-papieren hebben. Dat klopt en dat is de basis, maar het gaat bij een kwaliteitssysteem om veel meer. Het gaat ook om hoe je jouw manier van opleiden hebt vastgelegd (vergeet hierbij vooral het systeem Rijopleiding in Stappen niet mee te nemen), om een goed slagingspercentage, om service, om hoe het lesgeld van een leerling is gegarandeerd en bij een faillissement niet weg is. En ook dat je netjes belasting betaalt, een goede verstandhouding hebt met het CBR en misschien ook bepaalde standaardeisen aan de lesauto (altijd ADAS aan boord!) zijn zaken die je kunt meenemen.

Opleiders

Ten tweede – of doe dit eigenlijk maar in dezelfde klap: kom ook met een plan voor harde eisen aan de opleiding voor het WRM-certificaat en tevens met eisen aan de opleiders. Als je bij IBKI ziet hoe sommige opleiders presteren dan schieten de tranen je in de broek en ik hoef natuurlijk niet uit te leggen dat een goede opleiding de basis is van alles.

Theorie

Verder beveel ik van harte aan om serieus te kijken naar de theorie. Ik hoor in de branche te vaak dat mensen die geslaagd zijn voor hun theorie totaal geen kennis hebben van het verkeer, maar slechts een paar kunstjes kennen om het examen goed af te ronden. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn, want het is fnuikend voor de verkeersveiligheid. Ik weet de oplossing ook niet, maar dat het anders moet, daar zijn veel branchegenoten het wel over eens.

Praktijkexamen

En in het kader van schoon schip maken, kun je misschien ook het praktijkexamen eens tegen het licht houden. Ik vind het bijvoorbeeld best verbazingwekkend dat de duur van het praktijkexamen in 1960 naar drie kwartier ging en dat het daarna eigenlijk niet is veranderd. Je zult het toch met me eens zijn dat het verkeer in 1960 er echt anders uitzag dan het verkeer nu en in de toekomst.

Nu we toch bezig zijn: zit in je onderzoeksopdracht ook om met iets te komen voor rijbewijsbezitters? Het is toch eigenlijk best vreemd dat je op een leeftijd dat je nog niet eens volwassen bent je rijbewijs kunt halen en dat je er daarna jarenlang niet meer naar om hoeft te kijken? Daarvoor is het verkeer toch echt te ingewikkeld geworden.

Beste Emile,

Als je dit leest, heb je in elk geval de moeite genomen om het voorgaande te lezen. Ik heb niet de wijsheid in pacht en wil ook niet de wijsneus uithangen – ikzelf loop ook pas negen jaar mee in deze branche en heb niet eens een WRM-pas – maar ik weet inmiddels wel enigszins hoe de hazen lopen. En als je behoefte hebt aan meer informatie of een goed gesprek met mij: natuurlijk sta ik daarvoor open. We zijn namelijk op een cruciaal punt beland: het wordt nu of nooit. Niet iedereen is er even gelukkig mee, maar ook mijn neus staat in dezelfde richting als de neuzen van de vertegenwoordigers in de Alliantie Samen Sterk. Dat is de richting die moet leiden tot een branche die serieus wordt genomen en die niet langer wordt genoemd in één adem met bijvoorbeeld de taxisector en die nog onder de escortservice staat. De verkeersveiligheid is te belangrijk om Russisch roulette mee te spelen.

Afbeelding