Het woord is aan de commissie Roemer

Het is zaterdag 31 oktober, 2 uur in de middag. In een heerlijk najaarszonnetje (18 graden!, een nieuw record) begin ik met het schrijven van mijn op een na laatste column voor dit vakblad.

Terugkijken doe ik later wel een keer. Misschien klinkt het raar, maar met nog maar twee maanden te gaan als FAM-voorzitter vind ik het hier toch nog te vroeg voor. Te vroeg? Ja! De ontwikkelingen binnen onze branche, maar ook in de rest van Nederland en zelfs de hele wereld volgen zich namelijk zo snel op dat je vandaag niet kunt voorspellen wat ons volgende week te wachten staat. Sterker nog, voor morgen weet je het niet eens. Het is in elk geval een vreselijk onzekere tijd voor ons allen met als belangrijkste thema 'Wat doet corona vandaag?' Gaan de cijfers omlaag of omhoog? Komt er een nieuwe lockdown of vlakt het aantal besmettingen af? Inmiddels weten we dat de regering de touwtjes nog strakker heeft aangehaald, maar dat zegt niets over de dag van morgen.

Ik ben overigens wel blij dat na een aantal dagen van onrust en kritiek onze branche het besef heeft gekregen dat ook wij een fikse duit in het zakje moeten doen en ons hebben neergelegd bij het besluit van het CBR en de brancheorganisaties om massaal met mondkapjes te gaan lessen. Inmiddels is dat een verplichting. Niet omdat we er zo vrolijk van worden, maar wel om loyaal te zijn aan elkaar en voorzichtig om te aan met onze eigen gezondheid en die van anderen. Dank hiervoor.

Onlangs kregen we het bericht van onze minister dat Emile Roemer de opdracht heeft aanvaard en met een door hem samengesteld team aan de slag gaat om ergens begin volgend jaar een verslag af te leveren bij de minister. Geloof mij maar: dit wordt voor Roemer een job om U tegen te zeggen. Zoals hij zelf aangeeft, wil hij zo veel mogelijk mensen uit de branche spreken. Brancheorganisaties, CBR, IBKI, ANWB, RST, uitgevers en opleidingsinstituten, noem maar op. Het is een goed initiatief, maar ook veel werk in een korte periode. Gelukkig is er al veel werk gedaan door de Alliantie Samen Sterk.

Ik adviseer hem dan ook om als uitgangspunten te blijven bij de opzet van de groepen rood, wit en blauw, zoals in ons document. Niet omdat deze heilig en perfect zijn, maar wel omdat hier een stevige basis ligt voor een branchebrede oplossing.

Ik wil Emile ook meegeven: blijf dicht bij de branche. Eenieder met wie je spreekt zal heel snel de vinger op de zere plek weten te leggen. Deze zere plek is alom bekend bij alle organisaties die hun bijdrage hebben geleverd aan Samen Sterk, maar er is meer. Praat ook eens met enkele individuele opleiders bijvoorbeeld, zowel grote opleiders als eenpitters. Opleiders die al jaren hebben laten zien hoe het moet. Opleiders die hun strepen dik en dubbel hebben verdiend zijn er genoeg. Dit is in mijn optiek de enige manier voor een gedegen afweging die moet leiden tot een stevige fundering met strenge spelregels.

En zet daarna ook de branche aan het werk. Allereerst gaat het hier over opleiden van beginnende verkeersdeelnemers en beroepschauffeurs, maar de opleiders moeten wel een speelveld krijgen waarbinnen ze gewaardeerd worden en op een gezonde manier hun werk kunnen doen.

Ik wens Emile Roemer en zijn team veel succes en wijsheid toe komende maanden.

Ruud Rutten,
voorzitter FAM