Beroepscode zou een regelrechte aanwinst zijn

Wie beroepsmatig met mensen werkt, heeft te maken met een beroepscode: artsen, advocaten en psychologen bijvoorbeeld. De psycholoog is zelf verantwoordelijk voor zijn handelen en moet zich daarvoor kunnen verantwoorden, ook bij geschillen.

De beroepscode is een belangrijke ondersteuning bij ethische afwegingen in hun werkzaamheden en vormt ook de beoordelingsmaatstaf wanneer psychologen hun activiteiten moeten verantwoorden in een klachtenprocedure. Voor het publiek dat gebruik maakt van de diensten van een psycholoog, biedt de code duidelijkheid over wat men van een psycholoog mag verwachten. Maar hoe zit het met de beroepsgroep rijinstructeurs? Zij werken ook intensief met mensen die vaak jong, kwetsbaar en beïnvloedbaar zijn. Of onzeker en angstig. Of autistisch. Je begeeft je als rijinstructeur soms diep in het persoonlijk domein van je leerling en je komt soms dingen te weten waar je niets mee kan of mag doen. Dat schept verplichtingen voor de rijinstructeur, die meestal nergens op terug kan vallen.

Zo blijven moeilijke kwesties meestal onbesproken. In loondienst is er binnen de rijschoolonderneming wellicht ruimte om - al dan niet anoniem- moeilijkheden met leerlingen te bespreken, maar in de rijschoolbranche werkt het merendeel als zelfstandig ondernemer zonder enige ondersteuning op dat gebied. De rijinstructeur heeft daarnaast ook te maken met meerdere ‘opdrachtgevers’. Ten eerste de leerling met wie hij de professionele relatie aangaat en onderhoudt en met wie hij afspraken maakt over voortgang, rapportage en financiële afwikkeling. Maar bij minderjarigheid zijn dat tevens de ouder(s), voogd of verzorgers. Stel, je weet van de leerling iets dat geheim moet blijven maar wat direct verband houdt met de voortgang van de rijlessen die door de ouders worden bekostigd. Deel je dat met hen? Een fors dilemma waarbij het gaat om een afweging van welke principes het zwaarste wegen.

Zo had ik ooit een (meerderjarige) leerling van wie de ouders het hele lespakket ineens betaalden: dertig lessen, toets en examen. Moeder had vroeger bij mij gelest, die kende ik goed. Maar de leerling vergat vier van de vijf lesafspraken. Ze gebruikte softdrugs, behalve voorafgaand aan de rijles, beweerde ze. Omdat ik moeder goed kende en het op deze manier geldverspilling vond, vertelde ik dat dochterlief vaak lessen vergat en beter kon stoppen.

Ik zei niets over het drugsgebruik en bood aan om het restant, nog een flink bedrag, aan hen terug te betalen. Handelde ik correct om dit buiten de leerling om te doen? Ik dacht van wel. Om een lang verhaal kort te maken: ouders boos op leerling, leerling boos op mij, restant aan ouders terugbetaald en hetzelfde bedrag na een rechtsgang eveneens aan dochterlief moeten uitkeren omdat zij de contractant was. Dochterlief had zowel haar ouders als mij tuk en ik kon dubbel dokken. Een leerzame les.

Een voorbeeld op ander gebied: Mijn (meerderjarige) leerling was haar hele jeugd misbruikt door haar seksverslaafde vader. Zij had daardoor moeilijke relaties met jongens en wilde dan mijn ‘advies’. Ik weet nog hoe het voelde wanneer zij ‘begrip en advies’ als het ware bij mij afdwong.

Omdat ze zo veel van zichzelf prijsgaf probeerde ze mij subtiel te verleiden om ook dingen over mijn privéleven te vertellen. Een valkuil! Ik moest voortdurend oppassen daar niet in te stappen en in de professionele relatie geen rolverwarring te laten ontstaan door, als een soort wisselgeld, ook dingen over mijn eigen relatie te vertellen. Beginnende rijinstructeurs zouden op dat gebied baat kunnen hebben bij ondersteuning door ervaren collega’s. Maar zover zijn we nog niet. Al hanteren sommige brancheverenigingen een gedragscode, er zijn nog maar weinig rijscholen aangesloten. In Samen Sterk zou een onafhankelijke beroepscode een aanwinst kunnen zijn in het verwachtingsmanagement van de consument.