Afbeelding
Foto: Hans Peijs

Jongeren zien apart rijbewijs voor scooters wel zitten

Bromfietsen en scooters zijn echt verschillende voertuigen

Iedere rijschoolhouder die jonge mensen opleidt voor het AM-rijbewijs houdt weleens zijn hart vast voor leerlingen die slagen en van wie je bijna zeker weet dat ze een gevaar op de weg worden. TeamAlert deed onderzoek naar de beleving van deze jongeren en komt onder andere tot de conclusie dat veel jongeren (jongens vooral) hun rijvaardigheden hoger inschatten dan ze zijn.

Motieven

Er zijn verschillende motieven om een scooterrijbewijs te halen. Ten eerste vinden jongeren het praktisch: een scooter zit tussen een fiets en auto in qua snelheid en dus de afstand die afgelegd kan worden. Het is een makkelijk te gebruiken vervoermiddel waar relatief snel een grote afstand mee afgelegd kan worden. Daarnaast vinden jongeren het leuk om met vrienden te kunnen rijden en grote afstanden af te leggen. Hierbij zoeken ze graag de grens op en halen ze stunts uit of rijden ze hard. Daarnaast is een groot voordeel dat zij meer bewegingsvrijheid hebben dan op de fiets, of wanneer ze afhankelijk zijn van ouders of openbaar vervoer.

Aanschaf

Voor de aanschaf bedenken jongeren goed welk type scooter het meest voor de hand ligt om te kiezen. Zo is de bromfiets meer geschikt voor langere afstanden, waar langere tijd wat harder mee gereden kan worden en een snorfiets voor kortere afstanden, waar handig en snel mee in het (drukkere) verkeer gereden kan worden.

'Jongeren zien te hard rijden niet als probleem'

Rijden met slecht weer

Jongeren vinden het vervelend om te rijden met neerslag. Zowel sneeuw, regen als hagel maakt de situatie niet alleen vervelend, maar ook gevaarlijk. Sneeuw is het gevaarlijkst, omdat de ondergrond vaak bevriest en extreem glad is. Verder mijden jongeren het liefst rijden in de spits omdat ze merken dat door de drukte automobilisten sneller geïrriteerd zijn en dat kan voor (met name) bromfietsers gevaarlijk worden, aangezien zij kwetsbaar zijn vergeleken met auto’s. Over rijden in het donker verschillen de meningen. De ene deelnemer vindt het geen probleem, de ander vindt het vervelend, omdat er tunnelvisie kan ontstaan.

Fietspad of rijbaan

Jongeren hebben een duidelijke voorkeur voor het fietspad of de rijbaan. Bromfietsers rijden vaak liever op de rijbaan, omdat ze hier vaker hun maximumsnelheid kunnen rijden en het op het fietspad vaak te druk is hiervoor. In drukke steden wordt er nog weleens gekozen om op het fietspad te rijden, aangezien de rijbaan dan zo druk is met auto’s dat het sneller gaat om op het fietspad te rijden.

Risicovol gedrag

Jongeren vertonen meerdere risicovolle gedragingen wanneer ze scooter rijden. Toch verschillen de motieven per gedraging. Wanneer jongeren zich gevaarlijk gaan of willen gedragen, maken zij een inschatting of het gedrag wel of geen gevaarlijke gevolgen kan hebben. In sommige gevallen overschatten jongeren zichzelf en onderschatten ze de situatie en de invloed van andere verkeersdeelnemers. Dit is het geval met te hard rijden en blowen. Het gebeurt ook dat jongeren het gedrag dat zij vertonen in principe wel gevaarlijk vinden, maar het voor zichzelf goedpraten. Tot slot gebeurt het dat jongeren de risico’s zodanig inschatten dat zij het gedrag te gevaarlijk vinden om te vertonen. De risico’s wegen in deze situaties niet op tegen de voordelen van het gedrag. Bij het niet dragen van de helm bij bromfietsers en het drinken van alcohol is hier sprake van. Deze gedragingen zijn te gevaarlijk en zijn het risico niet waard. Alleen bij jongeren met een opgevoerde snorfiets is dit anders.

Veiligheid

Jongeren zeggen veel rekening te houden met veiligheid, ook wanneer ze regels verbreken en gevaarlijk gedrag vertonen. Er wordt iedere keer (dan wel onbewust) een afweging gemaakt tussen de risico’s en wat het oplevert. In principe is dit een goed systeem, behalve dat jongeren vaak de verkeerde risico-inschatting maken, waardoor er toch gevaarlijke situaties ontstaan. Jongeren praten hun gedrag goed door te zeggen dat ze zich alleen gevaarlijk gedragen ‘wanneer het kan’, dus niet zomaar in elke situatie. Maar aangezien hun eigen inschatting niet altijd juist is, betekent dit dat hun gedrag gevaarlijk blijft, ook al vinden ze zelf van niet. Daarnaast zeggen jongeren, wanneer ze gevaarlijk gedrag vertonen, dat dit een risico is dat zij durven te nemen, maar vergeten hier wel het risico dat andere verkeersdeelnemers hierdoor lopen. Ze zeggen expliciet anderen niet in gevaar te willen brengen, maar doen dit vervolgens wel en praten dit goed door te zeggen dat het risico in feite niet bestaat. Jongeren zijn ervan overtuigd dat ze goed genoeg kunnen rijden om zowel zichzelf als anderen niks aan te doen.

Regelgeving

Jongeren zijn gevraagd wat zij vinden van de regelgeving. Hier komen een aantal onderwerpen ter sprake. De drie belangrijkste thema’s met betrekking tot de regelgeving over scooters gaan over de maximumsnelheid, het boetesysteem en het feit dat iemand scooter mag rijden wanneer iemand zijn autorijbewijs haalt.
De maximumsnelheid van bromfietsers op de rijbaan ligt volgens een deel van de jongeren te laag. Dit komt omdat automobilisten vaak harder rijden waardoor het snelheidsverschil te groot is. Daarnaast vinden zij de snelheid op het fietspad eigenlijk te hoog. Ook nu is het snelheidsverschil met andere verkeersdeelnemers te groot. Snorfietsers rijden vrijwel nooit op de rijbaan, dus met betrekking tot snelheid hebben jongeren daar geen mening over. De algemene consensus is wel dat de snelheid op de rijbaan (voor bromfietsers) omhoog zou moeten. Daardoor gaan er meer mensen op de rijbaan rijden en wordt het rustiger op het fietspad, waar het nu vaak druk is.

Tussenrijbewijs

Met betrekking tot de maximumsnelheid pleit een aantal jongeren voor een tussenrijbewijs of - certificaat. Hierdoor krijgen jongeren de tijd om te bewijzen dat ze goed kunnen rijden, waardoor ze daarna een hogere snelheid mogen rijden. Jongeren zien dus wel in dat 60 km/u of harder op een scooter vrij hard is, maar vervolgens zien zij hier niet het risico van in, aangezien ze de snelheid van 60 km/u juist aanmoedigen. Ook vinden deelnemers dat er een apart rijbewijs voor scooters ingevoerd moet worden.

Rode draad

De rode draad van dit focusgroeponderzoek is dat jongeren geen realistisch beeld hebben van de risico’s die zij nemen in het verkeer. Zij zien niet in dat het gedrag dat zij vertonen gevaarlijk kan zijn. Dit komt op verschillende manieren terug. Ten eerste overschatten jongeren zichzelf en hun risicogedrag regelmatig. Zo rijden veel jongeren vaak te snel en hebben zij hun scooter opgevoerd. Jongeren zien te hard rijden niet als probleem.

Bromfietsers vertellen dat te hard rijden juist praktisch en veiliger is, omdat automobilisten ze anders om de oren rijden. Snorfietsers zeggen dat het nodig is om te hard te gaan, omdat ze anders worden ingehaald door ouderen op e-bikes. Daarnaast is het terug te zien in blowen. Niet heel veel jongeren doen dit, maar de jongeren die weleens blowen voordat ze scooter rijden, vinden dit niet gevaarlijk omdat alcohol drinken veel gevaarlijker is. Dit is natuurlijk geen goed argument, maar de onterechte vergelijking met alcohol wordt gemaakt, waardoor dit voor jongeren geen probleem meer is.