Anthony Boeijink
Anthony Boeijink Foto:

Eén einddocument,
en nu snel aan de slag

SAMEN STERK is het resultaat van uitvoerig overleg binnen drie werkgroepen. De voorzitters daarvan hebben we gevraagd naar hun bevindingen en de route op weg naar het resultaat.

Hoe heb je de samenwerking in jouw werkgroep vooral ervaren?

Ad Philipsen (Vekabest): “Ik was voorzitter van de werkgroep over opleiding en examinering. De werkgroepbesprekingen waren vanaf het begin inhoudelijk en constructief. Ook hadden we al snel overeenstemming over een aantal basale uitgangspunten, vooral: 1) we zouden onze expertise inzetten, ongehinderd door onze bedrijfsbelangen, 2) we zouden ambitieuze, maar wel realistische en concrete voorstellen gaan ontwikkelen en 3) we zouden al onze voorstellen objectief onderbouwen (met eerder door derden uitgevoerde (wetenschappelijke) onderzoeken). Dat trio bleek een recept voor daadkracht en succesvolle samenwerking.”

Anthony Boeijink (Verjo): “Onze blauwe groep had een stevige klus te klaren omdat er thema’s behandeld werden die al een uitdaging op zich zijn om iedereen in mee te krijgen qua denkprocessen. De opdracht was om deze processen te verkennen en niet om in beton te gieten. Desondanks was er op één incident na een prima en collegiale, oprechte sfeer. Vergeet niet dat velen in dit project onbezoldigd veel uren ter beschikking hebben gesteld.”

Gijs Kantelberg (De VerkeersAcademie): “Team Rood bestond uit leden met een verschillende achtergrond, zoals uitgevers, rijscholen, opleiders en het IBKI. Veel van de leden hadden eerder al gelobbyd en een startdocument opgesteld. Men zat dus goed in de materie. Dat is de samenwerking en de sfeer zeker ten goede gekomen. Waar het in startdocumenten regelmatig ontbrak aan cijfers en feiten, hebben we ons nu gebaseerd op verschillende onderzoeken uit diverse landen. Die onderzoeken gingen over wat een rijinstructeur moet kennen en kunnen. En waarom is dat dan zo. Dat heeft ons enorm geholpen bij het vormgeven van onze doelstellingen. De belangrijkste is: hoe krijgen we het gemiddelde niveau in de rijschoolbranche omhoog? Want dat is de enige manier om de verkeersveiligheid te verbeteren. Betere rijinstructeurs leveren betere beginnende bestuurders op. En dat kwam de samenwerking ook ten goede. Iedereen in het team heeft een belangrijke bijdrage geleverd.”

Nu de eerste etappe erop zit, kun je dan vaststellen dat het eigenlijk in de branche best meeviel met de tegenstellingen of is het echt hier en daar en nu en dan een pittige strijd geweest. Of anders gesteld: hoe groot waren en zijn de tegenstellingen in de branche eigenlijk?

Philipsen: “De tegenstellingen vielen eigenlijk wel mee. Waar de lastigheid soms vooral zat was het verschil tussen 'dat weet ik, want ik ervaar het al 25 jaar ...' en 'uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken ...'. Maar door telkens op de inhoud te focussen en randverschijnselen buiten de discussie te houden, stonden de neuzen in alle gevallen weer snel dezelfde kant op.”

Boeijink: “Ik vond persoonlijk dat vooraf hierover redelijk dramatisch gedacht werd, hetgeen ik geen moment zo heb ervaren, rond deze thema’s dan. Wel bekijkt iedere deelnemer deze vanuit een eigen achterban of organisatie. De kunst van verbinding door elk lid was in onze groep uiteindelijk doorslaggevend. Wat erg fijn was, is dat iedereen er echt voor is gegaan om over sommige oude denkwijzen of concurrentieposities heen te stappen om een basisstuk te schrijven dat voor de hele branche hopelijk op instemming mag rekenen.”
“Zoals in het voetbal hebben wij duizenden coaches, met elk hun mening. Meestal komt dit voort uit positief enthousiasme en betrokkenheid. Zo hoopt onze groep oprecht dat eenieder die het document met belangstelling leest het niet vooraf afschiet, zoals in het verleden weleens publiekelijk is gebeurd. Zoals ook niet alle 17 miljoen coaches deel hebben aan het dagelijkse voetbalgebeuren, zo zijn hier helaas ook niet alle rijscholen gehoord. Dit is geen onwil en daarom hoopt het Samen Sterkproject veel opbouwende en gefundeerde feedback te krijgen in fase 2. Je moet ergens beginnen en dat is gelukkig gebeurd.”
“Samenvattend, de passie voor de rijschoolbranche, het belang van verkeersveiligheid en mooie nieuwe technische ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld ADAS deden ieder beseffen dat wij het samen moeten doen.”

Kantelbeg: “De tegenstellingen waren er eerder vooral op ons werkveld. Maar tijdens het opstellen van het document zijn we vanuit dezelfde locatie vertrokken. Dezelfde cijfers, dezelfde feiten, dezelfde rapporten. Daardoor waren er nu vanaf begin af aan geen tegenstellingen, maar is gezamenlijk opgetrokken bij de totstandkoming van dit document.”

Is het eigenlijk geen wonder dat op één organisatie na (Rijschoolkeurmerk) niemand heeft afgehaakt?

Gijs Kantelberg: 'Het is misschien niet perfect, maar dit is het. Hiermee gaan we aan de slag'

“Philipsen: “Dat vind ik niet; vanaf de eerste bijeenkomst in Den Haag was er (voor zover ik kon zien) een groot gezamenlijk gevoel voor urgentie, en het besef dat dit een belangrijke (voorlopig laatste?) kans is om daadwerkelijk dingen ten goede te veranderen.”

Boeijink: “Dit afhaken was gelukkig niet door negativiteit. Dat zegt al genoeg over de intentie van alle deelnemers. Een wonder? Mag ik het historisch noemen dat zo veel partijen oprecht zonder bijbedoelingen of verkeerde intenties aan één grote tafel zaten om een strakke voorzet te geven aan onze minister? In elk onderdeel van het document zijn naar belangen van de gehele branche gezocht. Denk aan een garantiefonds dat dekking geeft aan de consument en vertrouwen zal ondersteunen in onze branche. Kritiek dat dit eerder al mislukt is, deerde de groep niet om het nog eens onder de loep te nemen en eventuele valkuilen te vermijden. Zo kan er een funding zijn die breder gedragen wordt door sponsoring, opties die eerder niet of anders voorhanden waren of zelfs ontbraken.”

Kantelberg: “Nee. Iedereen is wel doordrongen van het feit: dit is de enige kans die we krijgen. En alle stemmen hebben zich kunnen laten horen. Misschien niet letterlijk, maar dan wel via afgevaardigden van bijvoorbeeld de rijschoolverenigingen.”

Met welke twee of drie onderdelen ben je vooral blij dat ze erin staan?

Philipsen: “Ik kan alleen voor mijn eigen werkgroep spreken; inhoudelijk weet ik te weinig van het tot stand komen van de adviezen van de andere werkgroepen. Ik zou hen tekortdoen als ik puur op gevoel een paar favorieten zou aanwijzen. Wij hebben vanaf het begin gestreefd naar één integraal model, en dat hebben we afgeleverd. Als dit wordt ingevoerd, zullen er betere (veiliger) beginnende bestuurders op de weg verschijnen en krijgen bonafide, kwalitatief hoogwaardige opleiders eindelijk de positie (in het commerciële speelveld) die ze verdienen.”

Boeijink: “Onze groep, waar ik in de beantwoording dan opnieuw dichtbij blijf staan, is blij met het dringende verzoek om de minister te laten onderzoeken hoe een Autoriteit Rijopleidingen & Verkeersveiligheid (ARV) à la Autoriteit Financiële Markten (AFM) instelbaar is. Of indien een nieuw orgaan niet haalbaar is eventueel de Autoriteit Consument & Markt op te schalen voor wat betreft handhaving en toezicht op gemaakte afspraken, doelstellingen en wetgeving in de branche. Een rijscholenregister 3.0 gaat hier prima in passen. Objectief toezicht op de branche door een bovenliggende partij.”
“Ook een Koepel Rijopleidingen & Verkeersveiligheid (KRV) kan door eenvoudige structurering ertoe bijdragen dat elke rijschool én branchegenoten zich gehoord voelen en door meer samenwerking meer kunnen bereiken, met de nadruk op alle rijscholen! Het feit dat er is afgetrapt betekent immers niet dat de wedstrijd gewonnen is, dus kom met input die constructief is. Bij de aftrap kun je nooit elke partij of individu compleet enthousiasmeren, echter gaandeweg de wedstrijd kun je wel als team het beoogde resultaat halen.”

Kantelberg: Ik ben blij met alles, maar daar gaat het niet om. Welke zaken leveren een belangrijke bijdrage aan de verbetering van het gemiddelde niveau van de rijinstructeur en dús verkeersveiligheid? En dan hebben we het over een leven lang leren. In zowat alle beroepsgroepen is dat al geregeld. Je staat er niet bij stil, maar een vrachtautochauffeur heeft elk jaar 2 keer zoveel bijscholing als de rijinstructeur die naast hem zit. En het moet goede bijscholing zijn. Dus we zijn het eens om het gemiddelde niveau van de opleidingsinstituten te verbeteren: docentkwalificaties, op maat gesneden bijscholingen, openstellen van geaccrediteerde symposia of congressen, webinars, e-learning. Kortom: een professionaliseringsslag.”

Is er nog iets dat je mist?

Philipsen: “Ik vind dat we in de beschikbare tijd en gelet op alle onderliggende verschillen (meer dan) het maximale hebben bereikt.”

Anthony Boeijink: “Uit onze groep? Vast wel. Wij zijn slechts een deel gaan verkennen. Wat te denken van een terugkommoment of -momenten voor de (beginnende) bestuurders die hen een directe beloning opleveren? Kan dit? Jazeker wel. Dit zou een wenselijk verzekeringsvoordeel moeten opleveren. Maar hiernaar moet je verder onderzoek verrichten, waarin effecten meetbaar en inzichtelijk gemaakt worden. Het zijn ruwe ideeën.”

Kantelberg: “Een CAO. Bij een professionele branche hoort een CAO.”

Nu ligt er een lijvig einddocument. Bestaat nu niet het gevaar dat er even niets mee wordt gedaan en dat je dan de dood in de pot krijgt en zo ja, hoe voorkom je dat?

Philipsen: “Die lijvigheid valt mee hoor. De concrete managementsamenvatting is maar een paar pagina's. Vanuit de trekkers van de alliantie is al in een vroeg stadium actief aansluiting gezocht bij de minister, het ministerie en de politiek. En ook niet onbelangrijk: CBR en IBKI hebben tijdens het proces meegekeken en meegepraat. Daarmee is er m.i. veel draagvlak voor invoering.”

Boeijink: “In onze groep is er niemand die dit niet omarmt. Wij kennen onze minister Cora van Nieuwenhuizen als een minister die oprechte betrokkenheid en steun hardop heeft uitgesproken bij/aan onze gehele branche, en nogmaals: niemand uitgesloten! Er is een rotsvast en oprecht vertrouwen dat dit plan een zorgvuldige en daadkrachtige invulling gaat krijgen binnen het ministerie.”

Kantelberg: “Door op voorhand richting de minister duidelijk te zijn. Moeilijker is het niet. Talloze ambtenaren en ministers hebben hun tanden stukgebeten op de ongeorganiseerde branche. Nu is er een stuk dat wordt gedragen door de hele branche, dat betekent dan ook dat het ministerie zich hieraan moet committeren. Maar dat zullen ze wel doen.”

Zijn er in jouw deel van het document onderdelen die prioriteit hebben?

Philipsen: “Zoals al aangegeven: wij hebben één integraal voorstel neergelegd, dat overigens prima behapbaar is en dus in zijn geheel binnen een redelijke termijn ingevoerd kan worden.”

Boeijink: "Wie ben ik om daarover iets te zeggen. Daarom probeer ik opnieuw de gedachte van onze groep weer te geven. De Autoriteit Rijopleidingen & Verkeersveiligheid-onderzoeken op inschaling en haalbaarheid vindt onze groep erg belangrijk. Immers, het Rijscholenregister 3.0, verbeterd toezicht en vergroten van kwaliteitsbeleving van de gehele branche staat al op meerdere agenda’s, ook op die van het ministerie.”

Kantelberg: “Wij kunnen samen met het IBKI snel een paar stappen zetten. Daar is geen nieuwe wetgeving voor nodig, dus dat kan snel gaan.”

Is er tot slot nog iets dat je per se kwijt wilt?

Philipsen: “Ik heb een groot gevoel van eenheid ervaren in het proces, ook tussen personen en partijen die in het dagelijks leven elkaars concurrenten zijn. Daar kijk ik met trots en plezier op terug.”

Boeijink: “Jazeker. Persoonlijk hoop ik dat eenieder in onze branche het document eerst goed gaat lezen, het vervolgens even laat bezinken en dan een objectieve mening wil vormen om het document en initiatief gezamenlijk te laten slagen. Samen Sterk heeft iedere rijschool nodig! Lees dit document niet als een oordeel of gekleurd stuk. Ontwikkel, denk vanuit de optiek wat wel kan en verbeter het samen, want uiteindelijk heeft dan iedere rijschool Samen Sterk nodig. Is de wens de vader van de gedachte? Mag dat na de fantastische inzet van heel Samen Sterk. Er schuilt wijsheid in de veelheid van raadgevers, dus sluit je aan, doe mee en help vanuit dit startpunt elkaar gezamenlijk te versterken.”

Kantelberg: “De hele branche heeft aan tafel gezeten. De hele branche heeft meegedacht. Partijen buiten de branche hebben meegekeken en meegewerkt. Dit is het. Het is misschien niet perfect, maar dit is het. Hiermee gaan we aan de slag. En dat kun je leuk vinden of niet en daarom heel Facebook volschrijven, maar dat helpt je niet. Lees het document, ga uit van de goede intenties en denk na over hoe jij de genoemde punten zelf toe kunt passen om beter te worden als rijinstructeur. Want ook al ben je de allerbeste rijinstructeur van Nederland (en die kans is 1 op 14.000), dan nog zijn er punten waar je jezelf op kunt verbeteren. Wees blij met die kans. En grijp die kans.”

Gijs Kantelberg
Ad Philpsen
Afbeelding