Een professional is of wordt lid van brancheorganisatie

Vind er maar van wat je wilt, maar ik sta vierkant achter de woorden die boven deze column staan en blijf het ook van de daken schreeuwen. Juist nu, want minister en Kamerleden laten niet voor niets weten dat zij zich verbazen over het feit dat de branche zo slecht is georganiseerd.

Waarom ik hier zo achter sta, zal ik vertellen. Allereerst omdat ik sinds ik lid van de FAM ben enorm veel geleerd heb. Alleen al het sparren met collega-opleiders over ons vak is onbetaalbaar. Samen vergaderen, samen lunchen en samen ervaringen uitwisselen over lesmaterialen, voertuigen, planningsprogramma's en noem verder maar op: het is allemaal van onschatbare waarden.

Natuurlijk ben wat de FAM betreft gekleurd omdat dit 'mijn club' is. Het is een club waar ik trots op ben, maar dat niet alleen. Het is ook een organisatie die zijn waarde dik en dubbel bewezen heeft, op allerlei fronten. FAM-lid ben je in de meeste gevallen ook niet voor even, maar voor de rest van je carrière en veelal generaties lang.
Natuurlijk, niet iedereen past of voelt zich thuis bij de FAM. Begrijpelijk, want het gaat bij ons op bijeenkomsten hoofdzakelijk over beroepsopleidingen en Code 95. Maar je hebt wat te kiezen in Nederland toch? BOVAG, VRB en LBKR zijn de andere organisaties. Elk met een eigen visie en manier van werken, maar allemaal met hetzelfde doel: klaarstaan en opkomen voor je leden en zelfs voor niet-leden.

Op 24 juni zetten deze organisaties samen met het CBR, IBKI, opleidingsinstituten en uitgevers een grote stap naar een betere toekomst. Gezamenlijk hebben we een verbeterplan bij onze minister afgegeven om onze branche eindelijk op de kaart te zetten en uit de verdomhoek te halen. Onze minister heeft toegezegd om met ons aan de slag te gaan en we hebben de steun van de Tweede Kamer gekregen. Vandaar dat ik wil onderstrepen: Beste collega, dit is onze kans. Nog nooit zijn we met zijn allen zo dicht bij verandering geweest als nu. Nog nooit hebben de brancheorganisaties samen met alle andere partijen zo hard geknokt en samengewerkt voor jullie dan nu.

Ik ben van nature te veel optimist om te geloven in de woorden van sommigen die zeggen: er verandert toch nooit wat in deze branche. Ik ben er namelijk echt van overtuigd dat er al veel veranderd is en nog veel meer veranderen gaat de komende jaren. Maar je moet het wel willen zien en een beetje vertrouwen hebben in al deze bestuurders. Kijk bijvoorbeeld alleen maar naar hetgeen deze organisaties betekend hebben in de coronatijd. We kunnen er echt trots op zijn dat we heel snel in aanmerking zijn gekomen voor de NOW- en de TOGS-regeling en dat was niet bereikt zonder de inbreng van de brancheorganisaties. Dat schrijf ik niet op omdat ik er een pluim voor wil, maar bijvoorbeeld ook Kamerleden onderschrijven dat. En ik zou oprecht trots zijn op de vereniging waarvan ik lid zou zijn. En als ik geen lid zou zijn, zou ik morgen lid worden van een organisatie die zo veel daadkracht toont en protocollen schrijft zodat we sneller weer aan het werk mochten dan we gedacht hadden. Ik zou echt geen moment meer wachten om lid te worden van een organisatie die constant met CBR, IBKI en I&W in gesprek is om alles eerlijk te laten verlopen. Daarbij schuurt het af en toe, helemaal waar, maar zonder de brancheorganisaties is er niemand die voor de rijschoolondernemer zorgt.

Natuurlijk maken deze organisaties fouten. En ja, wij moeten ook water bij de wijn doen als we onderhandelen met elkaar en met derden. Maar de woorden van de minister blijven mij achtervolgen. Eigenlijk deed ze een oproep aan eenieder: word lid van een brancheorganisatie, anders bereik je niets.
Vorige week zondag zag ik op televisie bij Op1 dat er na 10 jaar een nieuw pensioenakkoord was gesloten. Zware beroepen mogen daarin 3 jaar eerder met pensioen. Maar wat zijn zware beroepen, luidde de vraag. Minister Koolmees antwoordde dat je daarbij moet denken aan onderwijs, de bouw, enzovoort. Volgens mij heeft daar nog niemand gedacht aan het beroep rijinstructeur. Toen dacht ik: zou dat ook hier weer komen doordat die andere beroepen een betere eenheid vormen en wel sterk georganiseerd zijn? Het zou zomaar kunnen.

En daarom, beste collega's, grijp nu uw kans. Zo'n 80 procent van onze branche bestaat uit zzp'ers en zij zullen geen lid van de FAM worden. Maar sluit je dan aan bij een van de drie andere organisaties. Voor het geld hoef je het niet te laten. Dat verdien je dik en dubbel terug met de voordelen die je krijgt.
Geef jij ons een kans? Laten we gaan voor minimaal duizend extra leden als we in september weer naar Den Haag gaan. Laat zien dat ook de rijschoolbranche een collectief kan zijn en ertoe doet.

Ruud Rutten,
voorzitter FAM