Ruud Rutten: 'Corona is een nieuw fenomeen waarmee niemand ervaring had.'
Ruud Rutten: 'Corona is een nieuw fenomeen waarmee niemand ervaring had.' Foto: Hans Peijs

Eerste fase achter de rug, maar toekomst is ongewis

We hebben de voorzitters van de vier brancheverenigingen tien vragen voorgelegd over de afgelopen periode en de toekomst. Ruud Rutten (FAM), Jos van Zuylen (VRB) en Jos Post (LBKR) namen de tijd om de vragen te beantwoorden om zodoende hun leden en de branche als geheel te informeren over hoe zij erin staan. Frank Hoornenborg (BOVAG) vond het niet nodig om de vragen te beantwoorden.

1

We hebben nu acht weken corona erop zitten. Kijken jullie met voldoening terug op de manier waarop de branche zich, even generaliserend, heeft getoond?

Ruud Rutten: “Jammer, maar ook hier moet ik helaas constateren dat de verdeeldheid weer groot was. Wel begrijpelijk in een aantal gevallen. Corona is een nieuw fenomeen waarmee niemand ervaring had. Dus iedereen moest handelen naar het advies van ons kabinet en vervolgens de brancheorganisaties, CBR enz. En eerlijk is eerlijk: in het begin was dit advies niet altijd even duidelijk. Vooral toen we het hadden over stoppen met lesgeven of niet stoppen, en vervolgens weer bij de opstart. Laten we dit als een les beschouwen voor de toekomst."
“Vervolgens kregen de brancheorganisaties weer een berg kritiek over zich heen die absoluut onverdiend was. De brancheorganisaties hebben namelijk geen ervaring met het virus. Wij zijn geen virologen en kunnen alleen maar handelen naar de adviezen of verplichtingen die ons worden opgelegd. De brancheorganisaties hebben echter, laat dat helder zijn, hun uiterste best gedaan om te zorgen dat de rijschoolbranche op de radar kwam in Den Haag, zodat de vergoedingen al binnen tien dagen waren overgemaakt. Met name de organisaties die de belangen van de zzp'ers behartigen hebben ervoor gezorgd dat de regeling voor velen toegankelijk werd.”

Jos van Zuylen: “Gezien de situatie waarin we met zijn allen beland zijn, kunnen we concluderen dat we over het algemeen goed hebben samengewerkt daar waar mogelijk. We hebben er dag en nacht aan gewerkt om zaken te regelen, af te stemmen. Dit was geen eenvoudig stukje werk, soms zelfs een huzarenstukje te noemen.”

Jos Post: “Coronatijd, oftewel Covid-19 heeft de wereld aardig op zijn kop gezet. Het begon als een virusje en groeide uit van iets groters tot een serieuze pandemie. Ook heeft het de rijschoolwereld aardig op zijn kop gezet. Op enig moment werd het in ons land ook best wel serieus en heb ik op eigen titel besloten om de rijschool te sluiten; op dat moment wisten we ook nog niet hoelang. Wel zagen we nog enige tijd collega's de laatste week uitrijden totdat een week later het beroepsverbod kwam. Het beroepsverbod werd in eerste instantie ook nog niet door alle collega's zo begrepen, terwijl het toch echt wel heel duidelijk werd uitgelegd.”

2

Hebben jullie een goed gevoel overgehouden aan de wijze waarop de regering/het ministerie van I&W met de branche is omgegaan, of heerst meer het gevoel dat de branche de sluitpost op de begroting was?

Ruud Rutten: “Ook dit kwam langzaam op gang. Maar vervolgens heeft ook I&W ervoor gezorgd dat de branche bij het kabinet op de radar kwam. Samen met I&W en CBR hebben de brancheorganisaties er alles aan gedaan om onze branche te vertegenwoordigen.”

Ruud Rutten: 'Wij zijn geen virologen en kunnen alleen maar handelen naar de adviezen of verplichtingen die ons worden opgelegd'

Jos van Zuylen: “Het heeft inderdaad even geduurd voordat de rijschoolbranche in beeld kwam bij de overheid. Wij zijn van niet van mening dat we een sluitpost waren, maar dat we gewoon niet op het netvlies stonden, dat ze ons domweg vergeten waren. Echter, we hadden zelf al actief stappen gezet op maandag 16 maart naar het ministerie van I&W. We hebben die avond met man en macht gewerkt aan een financieel plaatje over de te verwachten economische schade die de branche per maand zou oplopen. Met als extra waarschuwing dat deze bedragen gebaseerd waren op een lockdown (lees beroepsverbod) van één maand.”

Jos Post: “Natuurlijk ging een en ander een beetje raar: we werden in eerste instantie 'vergeten' door Den Haag en als brancheorganisaties hebben we vaker dan eens gevraagd: hoe zit het nou met ons? Totdat het daar ook was doorgedrongen heeft echt wel even geduurd. Tegelijkertijd moest er uiteraard gevraagd worden om tegemoetkoming in de kosten, tenslotte waren we toch uitgeroepen tot een contactberoep, gezamenlijk met de kappers en sekswerkers. Hiervoor zijn dan ook de Tozo, Togs en de NOW-regelingen getroffen. Uiteraard zijn deze regelingen niet alleen voor onze branche bedacht.”
“Toen dat gesetteld was en iedereen daar een beetje aan leek te wennen, begon het toch bij een aantal collega's te kriebelen, want er werd iedere keer heel duidelijk gewezen naar de anderhalvemetereconomie en ja, met motorrijles kun je daaraan voldoen. Begrijpelijk, maar het zou fijn zijn geweest als dit ook via de juiste weg gespeeld was. Nu was er binnen een paar weken tijd voor de tweede keer onnodig onrust. Als dit via het OMT gegaan was in plaats van via de veiligheidsregio’s, had iedereen gelijk speelveld gehad.”

3

De brancheorganisaties hebben gezamenlijk een protocol opgesteld. De zwakke plek lijkt daarin dat dit vrijblijvend is. In hoeverre verwachten jullie dat dit protocol door leden en niet-leden gaat worden gebruikt?

Ruud Rutten: “De brancheorganisaties, maar ook het CBR, hebben allereerst de protocollen gemaakt om überhaupt weer verantwoord aan de slag te mogen gaan. Wanneer je protocollen schrijft, krijg je altijd commentaar, dat kan niet anders. Iedere opleider in Nederland heeft zijn eigen mening en is zoals gebleken amateurviroloog. Vervolgens komt onze minister-president op tv die een totaal andere visie heeft. Triage, 1,5 metermaatschappij, noem maar op. Vanaf dat moment is je totale protocol niet meer dan een advies, zeker als het OMT er niet meer op reageert vanwege de nieuwe inzichten. Maar het is van groot belang dat eenieder serieus met deze protocollen omgaat, want dit zijn zeer degelijke handvatten.”

Jos van Zuylen: “Ieder protocol is een richtlijn, zo ook in de kappersbranche . Het was een eerste aanzet om te bereiken dat we konden aantonen dat we serieus aandacht hebben besteed aan hoe we onder de meest gunstige omstandigheden en met de RIVM- en OMT-richtlijnen in het achterhoofd van start zouden kunnen gaan. Je kunt dat nu vertalen als te vrijblijvend, maar hadden we geen protocol opgesteld dan wisten we één ding heel zeker: dan waren we wellicht in de groep sportscholen-evenementen-bruiloften en begrafenissen beland en zaten we nog steeds thuis. Nu is inmiddels duidelijk dat volgens I&W het protocol niet zo vrijblijvend is als men denkt, men dient zich hieraan te conformeren.”

Jos Post: “Ondertussen werd er ook nog gewerkt aan een protocol voor het weer opstarten van de branche. Ons werd door het ministerie medegedeeld dat we er rekening mee moesten houden dat we 20 mei of anders 1 juni weer aan het werk zouden mogen. Vervolgens ging alles in een sneltreinvaart, want de dag erop werd door de regering verkondigd dat we maandag 11 mei weer aan het werk mochten. Het protocol dat opgesteld was door de brancheverenigingen gezamenlijk zou in eerste instantie goedgekeurd worden door de minister, maar later bleek dat niet meer nodig te zijn. Natuurlijk zijn er een paar harde regels - denk aan één leerling tegelijkertijd in de auto - en de gezondheidsvragen. Maar het dragen van een mondkapje is op vrijwillige basis en dus niet verplicht. Als ik om me heen kijk, wordt hier goed aan voldaan.”

4

Hebben jullie het idee dat het CBR de juiste maatregelen heeft genomen of is het te veel van het goede?

Ruud Rutten: “Geloof het of niet, en dit zal mij niet altijd in dank worden afgenomen, maar ik sta als een blok beton achter het CBR-beleid. Ik heb enorm respect voor de manier van handelen van het CBR. Vanaf dag één heeft het CBR de branche zo breed als mogelijk betrokken in hun te varen koers. Open en transparant hebben we wekelijks, of wanneer nodig vaker, overleg gehad en hebben we onze inbreng gehad en adviezen mogen geven. Uiteraard onder het motto dat het CBR de verantwoordelijkheid heeft over ik geloof 1200 medewerkers. Honderdduizenden uitgevallen examens moeten weer ingehaald worden en dat vergt organisatie en visie. Dit leidt tot moeilijke, maar wel veel terechte besluiten. Vervolgens krijg je te maken met 8.000 opleiders die meteen weer vol aan de reservering willen gaan en liefst alles in één keer. Dit kan niet en moet absoluut eerlijk en gelijkwaardig verdeeld worden. Bij de opstart krijg je dan ook nog de eerste dag alweer met de zogenaamde Bots te maken, die zorgen voor een hoop extra problemen. Ik geef het je te doen.”

Jos van Zuylen: “De meeste maatregelen die het CBR heeft genomen zijn zeker juist, en natuurlijk zitten daar maatregelen bij die niet leuk zijn - met name niet bij het eindgesprek aanwezig kunnen zijn is daar één van - maar zoals gezegd begrijpelijk. Opmerkelijk is dat het CBR wel gekozen heeft voor de verplichting van mondkapjes.”

Jos Post: “Het protocol van het CBR is een zaak van het CBR. Er staan een aantal extra maatregelen in die we tijdens de rijlessen anders doen en ik kan niet beoordelen of alle zaken ertoe doen. Mijns inziens is er in het algemeen te weinig onderzoek gedaan over het nut dan wel geen nut van alle maatregelen. Dat is ook tegelijkertijd de reden dat brancheorganisaties dan ook de keuze laten bij de rijschool en leerling ten aanzien van mondkapjes.”

5

Momenteel is de branche weer gestart. Betekent dit eind goed, al goed of komt nu pas de echt zware periode en zal er alsnog een koude sanering plaatsvinden?

Ruud Rutten: “Ik heb in een eerdere column al aangegeven dat voor velen de crisis pas begint als het virus weg is. We houden nog wel een aantal maanden of zelfs jaren, ik hoop het niet, last van dit virus. Dit gaat onherroepelijk tot problemen leiden de komende maanden. Ik ben vooral geschrokken van de aanbiedingen die meteen weer overal voorbijkomen. Deze aanbiedingen gaan je niet redden komende maanden. Nog sterker: hier ga je het verlies niet mee goedmaken.”

Jos van Zuylen: “We denken dat er zeer zeker klappen gaan vallen. Maar heel opvallend is dat men nu alweer geen ander redmiddel ziet om weer van start te kunnen gaan dan het aanbieden van korting, social deals, en andere rare prijzen. Want als er één ding heel duidelijk is geworden: kennelijk is bij vele rijscholen het spek op de botten er niet of nauwelijks en als er al reserves waren, dan waren die niet eens toereikend om gedurende drie maanden de vaste zakelijke lasten te kunnen betalen. Want de vragen bij het aanvragen van de TOGS spraken boekdelen. Ook baart het ons zorgen dat een aantal rijscholen ervoor gekozen hebben om pakketten te verkopen tijdens de stilstand van onze branche en deze zijn betaald door de consument. Nu we weer gaan draaien, nemen de kosten weer toe, maar komt er van die verkochte pakketten geen geld meer binnen. Kunnen dan de rekeningen nog betaald worden of zijn de consumenten dan weer de dupe van een faillissement?”

Jos Post: “Ik hoop dat mijn collega's in deze periode gezien hebben dat we met elkaar heel kwetsbaar zijn als het om het financiële plaatje gaat. Ik denk dat het wijs zou zijn als er in de toekomst meer kennis over kostprijscalculatie in de rijschoolbranche komt. Ook nu lopen we, ondanks dat we weer opgestart zijn, dagelijks inkomsten mis omdat we door de coronamaatregelen niet het aantal lessen kunnen geven dat we normaal doen.”

6

Hoe belangrijk is de rol van een branchevereniging bij de opstartfase?

Ruud Rutten: “Wat mij betreft heel belangrijk. De brancheorganisaties zijn de schakels tussen de opleiders en het CBR en I&W en we praten nog steeds met elkaar over hoe we moeten opstarten, welke problemen we tegenkomen en hoe we deze samen kunnen oplossen. Uiteraard communiceren we dagelijks met onze leden. Maar ook hier is weer gebleken dat een overkoepelend orgaan waar op alle posities specialisten zitten om onze branche te vertegenwoordigen, een must is.”

Jos van Zuylen: “Ook nu weer merken we dat er legio vragen over het opstarten gesteld worden. We proberen op allerlei manieren informatie te vergaren om het opstarten te vergemakkelijken. En in de opstartfase merken onze leden dat het vullen van je agenda geen sinecure is, alle hulp die men nodig heeft bieden we aan. Zeker de vragen over de hygiënemaatregelen en de producten die je hiervoor nodig hebt, zijn hier al een voorbeeld van. En hoe we op een eenvoudige manier inzichtelijk kunnen maken wat de eisen zijn. Daar heb je dan een hele middag en avond met drie personen info-materialen verzendklaar maken wel voor over. En natuurlijk de verbindende factor zijn tussen CBR-IBKI-I&W-het Corona infopunt en de leden is het vermelden waard in deze rollercoaster. Proberen om de leden aan te zetten tot kalm nadenken, want zoals Augustinus ooit zei: geduld is de metgezel van wijsheid. Je kunt geen ijzer met handen breken.”

Jos Post: “Zowel bij de lockdown als tussentijds en ook nu bij het opstarten staan we in nauw contact met het ministerie, de minister en het CBR. Ook nu gaan er nog steeds vragen naar het ministerie. En ook is er regelmatig overleg met het CBR over de stand van zaken en proberen we voor iedereen duidelijk te maken wat er speelt. De uitdaging hierin is vooral het stukje communicatie van CBR naar alle rijscholen goed voor elkaar te hebben, zodat iedereen ook snapt wat er gebeurt.”

7

Welke vragen komen er zoal op jullie af als branchevereniging, en dan doel ik op een bepaalde categorie vragen die overheerst of overheersen?

Ruud Rutten: “De meest gestelde vraag is op het moment dat ik dit schrijf: met hoeveel mensen mag ik nu in de lesauto zitten, maar ook: welke maatregelen moet ik nemen (mondkapje, hygiënemiddelen, enz.), en ook nog steeds: is het wel verantwoord dat wij weer rijles geven?"

Jos van Zuylen: “Financiën is het meest prangende item. Daarom hebben we ook terdege uitgezocht welke consequenties er verbonden zijn aan de afbouw van de TOZO. Want dat moet je vooral niet vergeten. Ook veel vragen nu over niet kunnen inloggen in TOP en gebrek aan capaciteit; inmiddels zijn daar de leden op 15 mei weer over geïnformeerd met de laatste stand van zaken. Onduidelijk is nog steeds of de ondersteuningsmaatregelen nog een vervolg krijgen nu het beroepsverbod per 12 mei jl. opgeheven is. Of je je zelf bijstandsafhankelijk mag maken als je er zelf voor kiest om nog niet te kunnen/willen beginnen? Of rijscholen die zich niet aan de gestelde eisen van de NOW regelingen houden gesanctioneerd worden? Of dat het een kwestie wordt van aan de maatregelen vasthouden of failliet gaan? Mag je als werkgever de 10% die de overheid niet tegemoetkomt op de loonkosten gewoon bij je werknemers in mindering brengen? Mag je zonder meer zonder overleg bepalen dat je het vakantiegeld niet eerder dan december gaat betalen? Vragen waar de overheid in eerste instantie vanwege de druk op de ketel aan voorbij is gegaan, maar die nu wel een cruciale rol gaan spelen.”

Jos Post: "De meest uiteenlopende vragen."

8

Is in te schatten hoeveel tijd een instructeur gemiddeld per dag bezig is met 'coronazaken', zoals schoonmaken en leeg heen en weer rijden?

Ruud Rutten: “Ik denk dat de instructeur zeker een paar uur per dag niet productief is. Poetsen, luchten, leeg van A naar B rijden enz.”

Jos van Zuylen: “Dit is natuurlijk afhankelijk van hoelang een les duurt. Laat je een leerling 120 minuten lessen en doe je dan 4 leerlingen op een dag, dan kost het minstens 45 minuten per instructeur. Plan je kortere lessen dan kost het natuurlijk meer tijd.”

Jos Post: “Het kost de gemiddelde rijschool twee lessen per dag door coronamaatregelen.”

9

Vinden jullie dat de lesprijs omhoog moet en zo ja, met hoeveel?

Ruud Rutten: “Ja! Ik was bij de kapper en daar moest ik een toelage betalen voor hygiënemaatregelen. Helemaal terecht. Ook wij zouden deze kosten niet weer automatisch zelf moeten dragen. Dit is juist nu het moment om in plaats van korting of een voucher ons verlies eens te gaan berekenen. Deze situatie zal overigens nog wel enkele maanden gaan duren. Ook vind ik net als de overige voorzitters dat de rijschoolbranche in aanmerking moet komen voor extra steun.”

Jos van Zuylen: “De lesprijs moet altijd marktconform zijn en niet ingegeven zijn door de prijs van je concurrent/collega in je naaste omgeving. Belangrijk is op dit moment ook nog of de noodmaatregel over het maximaal aantal mensen in een auto van tafel kan. Want als dat het geval is, zijn er een groot aantal problemen in één klap van tafel. Zoals het praktijkbegeleidingenverhaal, stage aanbieden, meerijden tijdens examens, afnemen van de stage-beoordeling, het examen kunnen doen van mensen die vanwege het vergeten van het VOG-verhaal in het herintrederstraject terecht zijn gekomen, het voorkomen dat rijscholen massaal op ophaalplekken hun leerlingen ophalen en afzetten waardoor er ongewenste en zelfs gevaarlijke situaties ontstaan. En dat laatste is wat Mark Rutte nou net wilde voorkomen: ongewenste verplaatsingen en verkeersstromen. Afgezien van de verloren tijd heeft elke rijschool nu extra kosten, denk alleen maar aan de desinfecterende producten om de auto telkens schoon te maken. Verder zal hij meer verloren uren krijgen omdat leerlingen met milde gezondheidsklachten nu niet mogen lessen. Deze kosten zal hij zelf op moeten hoesten als hij zijn lesprijs niet verhoogt. Dus een prijsstijging is naar ons inziens geoorloofd. Hoeveel dat zou moeten zijn, is afhankelijk van hoe marktconform de prijs van de desbetreffende rijschool nu al is. Kappers rekenen gemiddeld 3 euro meer met als omschrijving 'Toeslag coronamaatregelen.”

Jos Post: “Een verhoging met 10 procent is verdedigbaar en is ook in het algemeen nodig om een buffer te genereren. Dit is nodig omdat de instructeur meer tijd kwijt is aan luchten, leeg rijden en ook met inkoop van materialen. Verder adviseren wij de rijlessen langer te maken, zodat je minder verschillende contactmomenten hebt per dag.”

10

Onder andere ook ‘Samen Sterk’ heeft stilgelegen. Is het belangrijk dat dit zo snel mogelijk weer wordt gestart of is het nu eerst tijd om even adem te halen?

Ruud Rutten: “Samen Sterk’ heeft juist niet stilgezeten. Ik ben enorm blij dat de deelnemers ondanks alle ellende toch doorgewerkt hebben en ervoor gezorgd hebben dat onze documenten bijna af zijn. Ik ben dan ook superblij dat minister Cora van Nieuwenhuizen inmiddels aangegeven heeft op 24 juni ons graag te ontvangen. Uiteraard zal ook dit in een ander jasje gegoten worden vanwege corona, maar een eventteam is bezig om te zorgen dat onze branche op deze dag de volle aandacht krijgt.”

Jos van Zuylen: “Uiteraard moet ‘Samen Sterk’ blijven doorgaan. Sterker nog, partijen zijn stug blijven doorwerken aan de verschillende documenten in de drie samengestelde groepen. Dat is echt niet blijven liggen. Alleen de manier van overleggen en vergaderen met elkaar was nu door middel van videobellen of telefonisch vergaderen, en dus wat anders dan we gewend waren. Waarbij opgemerkt dat de tijdwinst om niet te hoeven rijden niet opweegt tegen de intensieve en vaak hectische manier van deze ‘nieuwe’ vergadermethodes.”

Jos Post: “Samen Sterk’ heeft niet helemaal stilgelegen en wordt verder vormgegeven.”

Jos van Zuylen: 'Den Haag was ons gewoon vergeten.'
Jos Post: 'Er is in het algemeen te weinig onderzoek gedaan over het nut dan wel geen nut van alle maatregelen.'