Ron Foppen doceert achterin de brandweerauto.
Ron Foppen doceert achterin de brandweerauto. Foto: Irma van den Berg Tekst- en verkeersproducties Maars

Training OGS+ is werk
voor specialisten

Tekst, productie en beeld: Irma van den Berg. M.m.v. Corné Broere, Ron Foppen, Rob de Kleine, Chiel Kleijn, Simone Krieger, Ron de Winter, Ray Zuidwijk.


Rijinstructeurs zijn al duizenden euro’s opleidings- en examenkosten kwijt aan Rijinstructeur Optische- en Geluidssignalen (OGS+) als ze ontdekken dat ze die investering waarschijnlijk nooit terugverdienen. Van de reeds opgeleide rijinstructeurs komen de meesten niet aan het werk. Als er rijinstructeurs nodig zijn bij brandweer of medische hulpverlening, zoeken ze die in eigen gelederen. De rijinstructeurs OGS+ staan volledig buitenspel. Wie deze ‘markt’ als burgerrijinstructeur wil betreden, moet beseffen dat er vrijwel geen toegang is.
Met dit artikel hopen we degenen die dit overwegen bewust te maken door uitgebreide informatie over dit onderwerp. Vier ex-cursisten (naam bij de redactie bekend) vertellen anoniem hun ervaringen.

Steeds meer instructeurs willen docent OGS worden omdat er in de markt een sfeer is opgeroepen van een groot tekort. Sommige opleiders hebben er een verdienmodel van gemaakt. Het gevolg: enorme teleurstelling bij ex-cursisten omdat ze – uitzonderingen daargelaten - nergens aan de bak komen.

Voordat je zelfstandig als docent OGS aan de slag kunt (niet hetzelfde als rijinstructeur OGS) moet je eerst een gedegen basisrijvaardigheidstraining volgen. Daarna moet je leren rijden met optische- en geluidssignalen. Vervolgens is stage nodig bij een senior docent met zeer ruime ervaring om de ‘kunst’ af te kijken. Over het algemeen duurt het jaren voordat je alle kneepjes van het vak kent om een basisrijopleiding OGS te kunnen geven.

Diepgaand onderzoek

Rijinstructie duikt in deze nieuwe markt en vraagt enkele organisaties die zich hiermee bezighouden hoe het zit. Leiden zij rijinstructeurs op zonder achtergrond bij brandweer, politie of medische hulpverlening? Welke eisen stellen ze? Zoeken ze instructeurs met alleen C of ook B bevoegdheid? Hoe ziet de opleiding er qua duur, inhoud en bijvoorbeeld stages uit? Welke achtergrond heeft de docent die de instructeur in opleiding begeleidt? Werft de organisatie ook WRM instructeurs mét OGS+ pas? Loondienst of ZZP-constructie?
Ten slotte vragen wij naar de verzekeringsdekking (instructierisico, ongevallen, schade inzittenden) en wie de premie betaalt, opdrachtgever of ZZP’er. Rijinstructeurs hebben meestal geen arbeidsongeschiktheidsverzekering.

Worden ze tijdens hun reguliere rijlessen ziek dan hebben ze geen inkomen.

Bij calamiteiten heeft het lesvoertuig meestal dekking voor het instructierisico en een ongeval- en schade-inzittenden. Het is echter onduidelijk of een arbeidsongeschiktheidsverzekering dekking biedt voor het geven van rijonderricht met optische- en geluidssignalen. Tot nog toe heeft geen enkele verzekeringsmaatschappij daar antwoord op kunnen geven. Een bijzondere situatie die nader onderzoek verdient.

Tijdsbeeld van ‘toen’

Vroeger vond de opleiding tot bestuurder hulpverleningsvoertuig kleinschalig plaats. In de basis verzorgden politie- en ambulancediensten al diverse rijopleidingen. Veel (oud) dienders kennen de slipbaan te Enspijk nog wel. Met al die achterwielaangedreven voertuigen zoals de Kever, Transporter en Porsche van de toenmalige Algemene Verkeersdienst (AVD) te Driebergen (daarna KLPD en nu Landelijke Eenheid) was een intensieve rijopleiding absoluut noodzakelijk. “Dat je met zo’n voertuig niet zomaar de weg op kon was toen logisch, laat staan met hogere snelheden en OGS” zegt Chiel Kleijn, met ruime ervaring bij de Porschegroep van de destijds ‘Algemene Verkeersdienst’ .“De betreffende docenten waren zeer ervaren, ook in het lesgeven en hadden een grote verantwoordelijkheid. Met hun enorme kennis van voertuigtechniek en de rijkarakteristieken van het voertuig brachten ze je uitstekend bij hoe je veilig naar je inzet moest rijden. ABS bestond niet, dus je moest gedoseerd, net tegen de blokkeergrens aan, leren remmen om het voertuig nog enigszins bestuurbaar te houden” aldus Kleijn.

Politie Academie bakermat

Ron Foppen, achtergrond bij de bedrijfsschool OTC rijden, 15 jaar ervaring in het verzorgen van OGS rijopleidingen, examinator brandweerchauffeur en tevens oprichter van Ayonas, licht toe: “De Politieacademie is de bakermat van de rijopleidingen. Alle trainingen daar zijn in het kader van de taakuitvoering. Iedere agent maakt tijdens het rijden telkens weer een afweging tussen de opgedragen taak en de aanvaardbare risico’s. De keuze en de verantwoordelijkheid om de vrijstelling RVV en optische en geluidssignalen te gebruiken weegt hij zorgvuldig af. Zijn handelingen moeten in verhouding staan tot het te bereiken doel. Dit noemt men subsidiariteit en proportionaliteit. Als het fout gaat moet hij zich immers verantwoorden bij de rechter. Een veroordeling komt hard aan. Zeker bij rijonderricht. Instructie met OGS is dus niet zonder risico! Met betrekking tot rijonderricht zijn daar interessante uitspraken over te vinden. Voer maar eens in: ECLI:NL:RBDHA:2018:2891 of - als bestuurder voorrangsvoertuig - ECLI:NL.RBAMS:2019:8507 (Zie ook Verkeersknooppunt 208 van december 2019).

Brandweeropleiding

“De laatste jaren is de opleiding bij brandweer Nederland op veel punten verbeterd” zegt Corné Broere, rijdocent voor brandweerchauffeurs in regio Hollands-Midden met ruim 30 jaar ervaring in rijden met OGS.

Veel brandweerchauffeurs uit de ‘oude’ leergang zijn blij met de huidige ontwikkeling. Na een twee jaar durende pilot heeft het ministerie van I&M in 2015 besloten het oefenen op de openbare weg met optische- en geluidssignalen onder voorwaarden structureel mogelijk te maken. Eén van de voorwaarden was dat de brandweer en de spoedeisende medische hulpverleningsdiensten een certificeringssysteem zouden opstellen waaraan rijinstructeurs die deze trainingen gaan geven aan moeten voldoen.

Dit certificeringssysteem is eind 2015 door Ambulancezorg Nederland/Brandweer Nederland vastgesteld. Hierin is IBKI aangemerkt als uitvoerende partij voor het theorie- en rijexamen OGS+. Het examen is alleen toegankelijk voor WRM bevoegde rijinstructeurs. De opleiding tot rijinstructeur OGS+ wordt aan de markt overgelaten. Omdat deze bevoegdheid niet in de WRM is geregeld verstrekt IBKI een afzonderlijke bevoegdheidspas OGS+”.

Theorie en praktijktraining

Broere vervolgt: “Voor het brandweerchauffeursdiploma volgen nieuwe chauffeurs nu theorie- en praktijklessen”. Hoewel Broere dit een goede ontwikkeling vindt, plaatst hij wel enkele vraagtekens: “De rijdocenten bij de brandweer geven chauffeurs nu training in onder andere het rijden met OGS. Maar reflecterend op mijn eigen traject tot rijdocent OGS, merkte ik dat ik nog tekort kom. De didactiek in het WRM traject was voor mij onvoldoende. Na de opleiding docent/rijinstructeur miste ik nog inzicht op het gebied van operationeel rijden volgens de methodiek Politie Academie. Ook in het coachen van cursisten kwam ik tekort. Het oefenen in rijtechnieken bij hogere snelheden onder wisselende omstandigheden, de (on)mogelijkheden van het voertuig benutten, blijven presteren onder psychische druk, het herkennen van stressfactoren en risicoperceptie, zowel bij verkeerdeelnemers als cursisten, kreeg ook onvoldoende aandacht. Dan hebben we het nog niet over reductiestrategieën, didactische- en psychologische vaardigheden en de matrix van de Goals for Driver Education (GDE) bij OGS+. Bij de diverse marktpartijen die ik heb benaderd is het opleidingsprotocol met het bijbehorend competentieprofiel en lesmateriaal niet of onvolledig aanwezig. In de markt zijn spelers actief die wel tenders of opleidingen verwerven, maar dit niet professioneel kunnen invullen. Soms zelfs de kennis niet eens in huis hebben.

Zij zijn afhankelijk van de kennis van docenten die wel de vereiste kennis hebben. Overheden die inhuren zouden zich hierin veel kritischer op moeten stellen. Ter compensatie heb ik intussen tweemaal een intervisie gevolgd bij Ayonas. Binnenkort start ik met het door hen ontwikkelde leerplan op HBO niveau. Ik verwacht daar veel van. Dit zal de ontstane lacune verkleinen en hopelijk ook dichten”. Aldus Broere.

Unieke uitdaging

Foppen spreekt gepassioneerd over het vak. “Rijdocent OGS is een prachtig vak. Het rijden met vrijstelling en OGS is telkens een bijzondere ervaring. De kunst om zo min mogelijk impact te veroorzaken in het verkeer en de samenwerking te zoeken is telkens een unieke uitdaging. Vlot en veilig krijgen in deze opleiding een diepere betekenis. Als je OGS docent wilt worden verdiep je dan in de markt en de mogelijkheden. Waak voor de ‘snelle’ weg want die bestaat niet. Met een minimale rijopleiding en een IBKI examen kom je te kort. Als je docent OGS+ wilt worden zorg dan dat je wordt opgeleid door een senior docent met aantoonbare ervaring. Helaas ontbreekt het in de markt aan een kwalificatiedossier voor zulke docenten. Hopelijk wordt dat in de toekomst bijgesteld en aangevuld met het geven van een rijles OGS+ tijdens het IBKI-examen. Nu mag een rijinstructeur met WRM B bevoegdheid na een minimale praktijktraining op chauffeursniveau lesgeven aan een (ervaren) hulpverlener. Het duurt gemiddeld drie tot vijf jaar om een professionele docent OGS of, beter gezegd, docent voortgezette rijopleiding (VRO) te worden. Het gaat hier om vaardigheden die heel andere competenties vereisen. Zonder de juiste opleiding en toegang tot (collegiale) intervisies wordt het voor instructeurs zonder achtergrond bij de brandweer, politie of medische hulpverlening vrijwel onmogelijk.

In de huidige situatie huren enkele markpartijen docenten in waarvan de inkt van het OGS+ certificaat net droog is. In het kader van goed werkgeverschap en kwaliteitscontrole op de inkoop van opleidingen zou beter gekeken moeten worden naar de uitvoering van de opdracht. De opdrachtgever zou bijvoorbeeld kunnen checken welke docenten de uitvoerende partij in gaat zetten en wat het aantoonbare portfolio is van de docent. Er zou een onafhankelijk register moeten komen waar net als bij het IBKI de kwalificaties van de docent opgezocht kunnen worden. Dit dwingt ook de marktpartijen anders om te gaan met hun ZZP docenten”. Aldus Foppen.

Verantwoordelijkheid

“Iedere dag sta je weer een paar keer stil bij het feit dat jij als rijdocent keuzes maakt die een impact hebben in andermans leven” vervolgt Foppen. “Met je voorrangsvoertuig vraag je andere weggebruikers keuzes te maken die zij niet gemaakt zouden hebben als jij daar niet met je voorrangsvoertuig gereden had.

Iemand die met zijn net gewassen auto, op weg naar een bruiloft voor jou de berm in rijdt zal hier iets van vinden. Los van het risico wanneer dit met te hoge snelheid gebeurt. De docent OGS maakt andere keuzes dan de docent basis rijopleiding. Anders dan bij het rijden volgens de rijprocedure moet deze docent uitstekend kunnen coachen om de student te helpen bij het aanleren van wenselijk rijgedrag. Hij begeleidt de diverse leerprocessen wat meer vraagt dan ervaring in het geven van basisrijopleidingen. Er spelen in het rijden met OGS een aantal psychologische en fysiologische factoren die je als docent moet kennen en ook herkennen in het gedrag van je student. Je moet hier als begeleider van het leer- of vormingsproces adequaat mee omgaan” Dit leer je niet uit een boek maar van een senior collega. Dan pas komt de theorie tot leven.” Aldus Foppen.

‘Gewoon’ rijles of rijles OGS

Kleijn: “De rijinstructeur met OGS+ pas heeft ongetwijfeld kennis van de brancherichtlijn en het richtinggevend kader. Hij kan die theoretische kennis vast ook overdragen. Maar rijden met zwaailicht en sirene is voor de bestuurder van een voorrangsvoertuig meer dan alleen de toepassing van theoretische kennis. Hij heeft een verwachting van de situatie aan de hand van informatie van de meldkamer. Hij moet dealen met wisselende verkeerssituaties. Overig verkeer handelt voornamelijk naar de geluidssignalen (onvoorspelbaar gedrag) en gaat vervolgens zwaailichten zoeken. Daarnaast is er nog afleiding door aanvullende informatie via de mobilofoon waaraan hij, al dan niet bewust, aandacht geeft.

De beginnende OGS+ instructeur kent alleen de relatief veilige omgeving van zijn lesauto met dubbele bediening, zijn zelfgekozen traject bij rijles aan iemand die hij vanaf nul begeleidt. Hij mist de praktijkervaring van de ervaren hulpverlener voor wie de OGS-rit een deeltaak is: stront aan de knikker, er naar toe! Dat beginnende OGS+ instructeurs de brancherichtlijn kunnen uitleggen is mooi. De “leerling” bewustmaken van de juridische gevolgen wanneer hij met 50 km/u het rode licht negeert en betrokken raakt bij een ongeval, is een goede zaak. Maar theorieles is nog geen praktijkles!” aldus Kleijn.

Rijden geen doel maar middel

Een docent OGS heeft ruime ervaring in het lesgeven in één of meerdere voertuigcategorieën. De meeste docenten hebben een achtergrond bij Politie, Ambulance of Defensie. De reden hiervan heeft ook met de context van de opleiding te maken. Deze mensen hebben een bepaalde ‘bloedgroep’ waarbij het werk bestaat uit een complexere opdracht.

De rit is dus geen doel op zich maar een noodzakelijk middel om ter plaatse te komen; een deeltaak. Het werk, de afhandeling, begint als de hulpverlener ter plaatse komt. Hoe je daar aankomt en qua gevoel en stressbeleving uitstapt maakt met OGS wel degelijk het verschil. Dit is feitelijk aantoonbaar. Als je niet uit de operationele wereld komt sta je dus al op 1-0 achterstand. Ook in de acceptatie van de studenten.

Twijfel of besluitvaardigheid

Een student verwacht dat je onderwijs verzorgt vanuit de hele context en niet uitsluitend vanuit verkeersdeelname zoals bij een basisrijles. Een operationeel bestuurder krijgt bijvoorbeeld te maken met factoren zoals stress in verband met de melding en aanvullende informatie over het incident. Het is belangrijk dat de student een basis aanleert waarop hij tijdens de dienst of uitruk verder kan bouwen. Die hij kan toepassen en waarbij hij zichzelf tijdens het nemen van essentiële beslissingen op kan controleren. Een onvoldoende opgeleide of minder rijvaardige docent zal twijfel zaaien bij de student. Die kan zich dan niet ontwikkelen tot een besluitvaardige en veilige bestuurder van een voorrangsvoertuig. Niet iedereen is dus geschikt om als docent OGS op te treden.

Reacties cursisten

We hebben vier cursisten gevraagd naar hun bevindingen. Alle vier wilden meewerken, waarbij we, om hen niet in een vervelende situatie te doen belanden, hebben besloten om hun verhaal anoniem te publiceren. Vanzelfsprekend zijn de namen van de betrokkenen bij de redactie bekend.

'Opleider verkoopt flauwekul'

“De opleider bij wie ik OGS+ heb gedaan verkoopt flauwekul, belooft veel maar komt niets na. Hij moet vooraf hebben geweten dat hij ons een doodlopende weg instuurde waar aan het eind geen werk voor ons wacht. Nu richt hij zijn pijlen op een nieuwe doelgroep: brandweer- en ambulancechauffeurs. Hij roept ze op om rijinstructeur te worden en gaat samenwerken met een rijinstructeursopleiding. Dus wij staan dubbel buitenspel. Zonder rijervaring OGS kunnen wij niemand iets bijbrengen of coachen. Met twee dagen praktijktraining zonder duidelijk lesdoel krijg je geen ervaring. Door die masterclass al evenmin. Deze opleider, die zijn website intussen heeft aangepast met ‘na gebleken geschiktheid’ heeft ons misleid en de hele markt verziekt waardoor meer organisaties hier nu brood in zien. Tijd om organisaties te certificeren in plaats van instructeurs!”

'Ik boel me belazerd'

“Ik voel me belazerd. De opleiding is incompleet en we waren proefkonijnen, gebruikt als oefenmateriaal ter verbetering van de opleiding OGS+. In het begin vertrouwde ik het al niet. Ik dacht: dit is een doorlopende sollicitatie die we zelf betalen. Twee dagen oefenen met OGS brengen je tot examenniveau, meer niet. Opmerkingen als ‘ik zie jou wel als HAP chauffeur (huisartsenpost) zodat je ervaring kunt opdoen met OGS’, zijn bedoeld om je tam te houden. Ook daar willen ze niemand die niet uit eigen gelederen komt. Grotere organisaties als Broeder de Vries, gebruiken uitsluitend mensen uit de ‘eigen gelederen’. Rijkswaterstaat, ProRail enzovoorts gebruiken tegenwoordig ook optische- en geluidssignalen maar ook daar schakelen zij liever opleiders in met een branche achtergrond. Die kennen het klappen van de zweep en hebben de ervaring om dit soort opleidingen uit te kunnen voeren."

'De suggestie werd gewekt dat hun netwerk zat te springen om instructeurs'

“In Rijinstructie las ik voor het eerst over de opleiding tot OGS+ instructeur. Ik was enthousiast. Het leek me een verdieping van het mooie vak. Vanwege de kosten vroeg ik hoe je wist of je geschikt was. Volg de monitor, dan blijkt of je het ‘in je hebt’. Alle vragen werden beantwoord, bedenkingen weggenomen. De suggestie werd gewekt dat hun netwerk zat te springen om instructeurs. Volg de mastertraining en je komt nóg eerder aan het werk. Ik bleek geschikt, dus koos ik voor training én masterclass. Tijdens die masterclass werd toegezegd dat we kosteloos konden kennismaken met een brandweerkazerne en brandweervoertuigen. Ook stage lopen. Bij niemand werd deze belofte ingelost, behalve bij degenen met wie vooraf al een deal was gemaakt. De hele groep zag dit want met die cursisten lag het er dik bovenop. Daarna hoorde ik lange tijd niets. Bij navraag kreeg ik vage beloftes en werd aan het lijntje gehouden. Toen ik ontdekte dat wij nergens aan de bak kwamen en opheldering vroeg, beweerde men dat het kwam door kinnesinne van (oud) politiemensen. Ze kleineren je omdat ze bang zijn dat je hun markt inpikt. Ondanks de gebakken lucht die deze opleider verkoopt blijft hij rijinstructeurs OGS+ werven."

'Ik adviseer collega’s er niet in te trappen'

“Het enige wat ze doen is je opleiden tot het examen bij IBKI. Theorieles krijg je niet. Ik geloof dat dat intussen wel gebeurt, want wij waren een experiment waar hij van heeft geleerd, maar toen niet. Na die dure opleiding heb je nog steeds geen vak geleerd. Na duizenden euro’s voel ik me bedrogen. Kan dat zo maar?

Ik sprak laatst iemand die daar ook de opleiding had gedaan. Die mocht enkele keren lesgeven aan een collega. Niet gratis natuurlijk. Maar die kwam ook niet verder. Er is niets waar van opmerkingen als: ‘Ik heb de netwerken, ik praat je er wel in’. Op directe vragen geeft hij nooit antwoord. Ik adviseer collega’s er niet in te trappen!”


Bijpraten over het T.O.N.-systeem.
Ron Foppen beoordeelt een cursist tijdens een interventie.
De nabespreking is een essentieel onderdeel van de opleiding.
De les-brandweerwagen.