Afbeelding
Foto:

'Ik vind het oprecht jammer dat de branche zo versnipperd is'

Voor menigeen was het een konijn uit de hoge hoed toen Jos van Zuylen, rijschoolhouder uit Oss, eind januari voorzitter van de VRB werd. Maar hij heeft goed overwogen of hij deze stap moest maken en gaat er nu vol voor. Dus alle reden om hem uitgebreid voor te stellen.

Van Zuylen heeft een achtergrond die wel meer instructeurs hebben: Defensie, het leger dus. In 1985 begon hij met de opleiding tot rijinstructeur bij Defensie, waar hij vervolgens bijna vijf jaar werkte en heel veel militairen het auto en vrachtwagen rijden heeft bijgebracht. In deze periode ook mijn overige instructiebewijzen C, CE en D gehaald
In de avonduren gaf hij ook les bij Bax Verkeersopleidingen in Elshout. Dat beviel. Toen hij defensie de rug toekeerde, kon hij meten fulltime aan de slag bij Bax. “Ik heb defensie twee maanden vervroegd verlaten omdat ze mij bij Bax heel graag wilde hebben.”

Andere weg

Hier werkte hij vier jaar fulltime met veel plezier, maar besloot toch hij een compleet andere weg te bewandelen. “Ik ben aan de slag gegaan bij een importeur van grondverzetmachines waar ik uiteindelijk planner werd van de technische afdeling en plaatsvervangend vestigingsleider. Ik heb daar bijna tien jaar gewerkt.”
Ook dit beviel hem, maar het coachen van leerlingen op weg naar het rijbewijs - of liever nog een goede, veilige automobilist – kon hij niet loslaten. “Ik miste het werk echt. Wat precies? Vooral het contact met klanten, met jonge mensen die heel graag goed willen leren rijden. Want daar sta ik voor: goed leren rijden.”

Rijschool in Oss

In 2005 begon hij met zijn rijschool in Oss, waar hij vanaf het begin zowel B- als A-instructie gaf. “Bij motorrijden ligt echt mijn hart, maar ik kan dat helaas fysiek nauwelijks nog aan. Als het echt niet anders kan, spring ik bij op de motor, maar het is niet meer wat het was en de passie die ik voor de motor had is daardoor, helaas hoor, wel weggeëbd. Dat heeft pijn gedaan, zeker, maar ik ben er overheen gegroeid.”

'Het boeit heel veel leerlingen absoluut niet hoe ze hun theorie-opleiding halen'

Ongelukkig moment

Een jaar later werden C- en CE lessen toegevoegd. “Dat was een heel ongelukkig moment, want vlak daarna begon de crisis. Gelukkig had ik zelf geen vrachtwagen. Die leende ik van een rijschool bij wie de vrachtwagen meer stilstond dan dat-ie reed. Er zat toen echter weinig muziek in en we zijn er op een gegeven moment mee gestopt, om er in 2016 pas weer mee te beginnen.”
Anno nu drijft Rijschool van Zuylen voor het belangrijkste deel op B. Er rijden vijf schakelauto’s, één automaat, vier motoren en één vrachtwagen rond met op de flanken het logo van Van Zuylen. Hij deed ook lange tijd AM, maar daar is hij vorig jaar mee gestopt.

Aparte markt

“De reden is dat dit een heel aparte markt is en daar had ik geen zin meer in. In de bromfietsmarkt gaat het namelijk niet om de beste rijschool, maar om beschikbaarheid. Iedereen zoekt een rijschool waar ze het liefst gisteren nog terecht kunnen. Ze bellen dat ze geslaagd zijn voor theorie, vragen vervolgens wanneer ze praktijkexamen kunnen doen en de rijschool die dat het snelst kan aanbieden is spekkoper. Ik heb de bromfietsen er nog een tijd bijgehouden omdat ook ik dacht dat, als je ze eenmaal binnen hebt dat je ze ook binnen zou houden voor B, maar dat werkt helemaal niet zo.”

Twee leerlingen

Er speelt nog iets mee: Van Zuylen heeft namelijk een heldere mening over AM-instructie. “Ik vind dat je bromfietsinstructie kunt geven aan hooguit twee leerlingen tegelijk. Wettelijk mag het aan vier leerlingen en over rijscholen die dat doen heb ik dan ook geen oordeel, maar mijn visie is dat, als je zoveel leerlingen tegelijk doet, dat je alleen maar bezig bent de kudde bij elkaar te houden. En door deze visie wordt het meteen commercieel ook een lastig verhaal, want vier levert meer op dan twee. Ik zat er lang tegenaan te hikken. Mijn zoon Maik werkt hier ook en die zei dat het beter was om ermee te stoppen omdat ik er al heel lang tegenaan zat te hikken.”

Familiebedrijf

Met Maik en zijn vrouw Janny in de zaak is Rijschool van Zuylen een (h)echt familiebedrijf, waarbinnen de taken helder zijn verdeeld: Janny en Maik geven beiden rijles en doen de planning van A, B E achter B en Jos richt zich op de C. Bovendien zijn er buiten Maik nog vijf instructeurs in dienst. Ter informatie: B is voor Van Zuylen wat betreft de omzet het belangrijkst en elk jaar worden er rond 150 B-examens afgenomen. “Wij vinden deze omvang prima, maar ik moet eerlijk zeggen dat we al vier keer voor de beslissing stonden ‘Gaan we groeien of niet?’ Maar dat hebben we niet gedaan en doen we ook nu niet, want probeer tegenwoordig maar eens een goede instructeur te vinden die ook nog binnen onze bedrijfsfilosofie past. Alle goede instructeurs hebben werk en van alle instructeurs die geen werk hebben, moet je je afvragen of je die wel wilt hebben. Het kan hoor dat er een goede bij zit, maar ik acht de kans klein.”
“Laatst hebben wij zelf iemand opgeleid, dat werkt wel. Die jongen heeft bij ons het rijbewijs gehaald, wij zagen iets in hem waarna hij de opleiding heeft gevolgd en hij bij ons is gaan werken. Ik wil niet zeggen dat dit de enige manier is om iemand te vinden, maar mij is het in elk geval de laatste paar jaar niet gelukt op een andere manier.”

Binding met de klant

En eerlijk gezegd vind ik deze omvang ook wel prima. We kunnen het goed handelen en, heel belangrijk, ik geef zelf nog regelmatig rijles. De binding met de klant voor wie je het allemaal doet, vind ik ten eerste belangrijk om feeling te houden met de mensen voor wie je dit doet en ten tweede vind ik het gewoon nog heel leuk. . Dat wil trouwens niet zeggen dat mijn manier heilig is hoor. Er zijn zat genoeg managers van grote rijscholen die geen minuut meer lesgeven, maar die het wel heel goed doen. Maar dit is mijn manier en die bevalt me.”
“Momenteel zit ongeveer 30 procent van mijn tijd in het lesgeven en de overige tijd in organisatorische zaken, achter het bureau dus. Bij groei zal die 70 procent gaan stijgen naar mogelijk wel 100 procent en ik vraag me af of ik dat wel leuk vind. Of eigenlijk weet ik het antwoord wel: niet dus.”

Krachten bundelen

Sinds zijn entree in de branche is Van Zuylen lid van een brancheorganisatie. “Als je een stem wilt hebben, moet je krachten bundelen, daar ben ik van overtuigd”, meent hij. Eerst van de BOVAG, maar daar kon hij zich steeds minder vinden in het gevoerde beleid – vooral de discussie rond het BOVAG Garantiefonds (“Dat was de bekende druppel”) deed de verstandhouding geen goed – en vier jaar geleden gaf hij de pijp aan Maarten. Waarna Van Zuylen terstond lid werd van de VRB, de enige optie die er was. “Dat voelde meteen goed. Ik vind het belangrijk dat je kunt sparren en dat er serieus met zaken wordt omgegaan en dat gebeurt bij de VRB. Uiteindelijk voelde ik me er zo thuis dat ik in het bestuur ben gegaan. Eerst als aspirant lid, daarna als algemeen bestuurslid en nu als voorzitter.”

Compleet

“Nee, ik ben niet het bestuur ingegaan met als doel voorzitter te worden. Die intentie had ik helemaal niet. Maar op een gegeven moment groei je daar naar toe. Vorig jaar nam Peter van Neck het na het onverwachte en plotselinge afscheid van Eric Bakker weer over en ik vind dat als je een bestuur hebt, dat dat wel compleet moet zijn. Dat heb ik ook verschillende keren aangegeven in de bestuursvergadering. Afgelopen zomer kwam vervolgens de vraag of ik de voorzittershamer wilde overnemen. Dat heb ik in eerste instantie geparkeerd omdat het nogal wat consequenties heeft. Later kwam de vraag weer en toen heb ik de afweging gemaakt. Ik vind namelijk twee dingen daarin belangrijk. Allereerst moet iedereen binnen het bestuur erachter staan en ten tweede moet het inpasbaar zijn binnen mijn bedrijf. Als je voorzitter wordt, moet je er voor de volle 100 procent voor gaan en ik was bijvoorbeeld benieuwd hoeveel tijd dit zou kosten. Gemiddeld acht tot tien uur per week werd gezegd en dat was in te passen, onder andere door hier taken her te verdelen. En natuurlijk heb ik overlegd met Janny, want ook zij moet erachter staan.”

Erin gestapt

“En op basis daarvan ben ik erin gestapt. Nu besteed ik er trouwens meer uur per week aan, maar dat komt omdat ik me veel dossiers nog moet eigen maken. Als ik bijvoorbeeld naar het branche voorzitters overleg ga, moet ik wel weten waar het over gaat. Ik moet nog groeien in mijn rol. Als we over een paar maanden afspreken voor een nieuw gesprek, dan sta ik er waarschijnlijk anders in dan nu. Gelukkig krijg ik de volle steun van het bestuur, want dat is belangrijk. Sterker, als die steun me niet zou zijn toegezegd had ik het waarschijnlijk niet gedaan. En Peter blijft als adviseur en ook dat is belangrijk. Zijn kennis verdwijnt niet.”

Geen branieschopper

“Wat ik anders ga doen dan Peter? Dat zal nog blijken, maar ik ben sowieso een ander type. Hoe ik mezelf zou willen omschrijven? Ik ben geen branieschopper. Ik weet waar het over gaat en als ik dat niet weet laat ik me bijpraten en ik ben daarom zeker niet bang om mijn mening te geven. Maar ik ga niet op de trom slaan. Verder ben ik duidelijk. Tijdens de VRB-vergadering zei Alexander Pechtold het nog mooi: Nee is ook een antwoord.’ Zo sta ik er ook in. Je moet dingen niet in de lucht laten
hangen.”

CCV-gebeuren

Met Van Zuylen zit er nu een man aan het roer die ook het CCV-gebeuren goed kent. “Voor de toetreding tot het bestuur was dat belangrijk en namens het bestuur heb ik alle vergaderingen van CCV en ook die over nascholing en dergelijke bijgewoond. Over taxi’s en trekkers heb ik geen kennis en daar ga ik ook niet bij zitten, maar over alle andere dossiers heb ik redelijk wat kennis inmiddels. Of ik vind dat de VRB meer aandacht met besteden aan C? Nee, we doen genoeg. Onze leden die beroepsopleidingen doen weten dat en weten ons ook te vinden.”

Solide organisatie

Van Zuylen stapt in bij een organisatie die solide is. Getalsmatig is het met rond 550 leden de grootste organisatie. Dat aantal stabiliseert zich min of meer en Van Zuylen zou graag zien dat dit minimaal zo blijft, maar liever nog gaat groeien. “Ik zou het fijn vinden dat meer branchegenoten zich zouden aansluiten bij een brancheorganisatie en dan natuurlijk bij voorkeur bij de VRB. Ik denk ook dat de seinen op groen staan. Sinds de laatste ledenvergadering kunnen leden gebruikmaken van de DAS juridische helpdesk en daarmee heeft de VRB iets unieks. Verder vind ik dat we ons vaker moeten laten horen. Ik denk namelijk dat veel rijschoolhouders helemaal niet van het bestaan van de brancheorganisaties weten. Als je net begonnen bent, komt er ontzettend veel op je af en lid worden van een brancheorganisatie komt dan veelal op de tweede plaats, of helemaal niet. We moeten echt meer de hort op.”

Heldere missie

De nieuwe VRB-voorzitter heeft hierbij ook een heldere missie: “We moeten streven naar een gezonde branche waarin iedereen een goede boterham kan verdienen met als belangrijkste doel aandacht voor verkeersveiligheid. Want daar doen we het allemaal voor. Nu het aantal verkeersslachtoffers toeneemt, moeten we ons als branche afvragen of wij daar een actievere rol in moeten hebben. Hoe gezond de branche nu is? Ik vertel geen nieuws dat er binnen de branche partijen zijn die een mooi businessplan hebben, maar waarbij de verkeersveiligheid niet belangrijk is. Ik zou het fijn vinden als we daar vanaf zijn. Laatst kreeg ik een mail van een organisatie die een theorie-opleiding aanbood van zes uurtjes online. Voor mij was dat nieuw, maar los daarvan: dat is toch in- en intriest. En vergis je niet hé: veel leerlingen staan hier voor open. Het boeit heel veel leerlingen echt absoluut niet hoe ze hun theorie-opleiding halen. En het gaat daarbij niet om de goedkoopste, maar om op een zo makkelijk mogelijke manier zo snel mogelijk dat certificaat halen.”

Lange weg

“Ja, ik ben er ook bang voor dat dat nog een lange weg is te gaan. Er wordt steevast geschermd met vrijheid van onderwijs en dat geeft aan dat wij als branche het niet alleen kunnen. Maar dat daar iets aan gedaan moet worden, is wel zeker.”
Een gezonde lesprijs vindt hij ook belangrijk. “Ik zie tarieven die echt niet kunnen. 30 euro per uur, die komen gewoon nog voor. Dat kan echt niet uit. In een lesprijs moet je alles meenemen wat belangrijk is, dus ook pensioen en een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid zitten.”

Materie beheerst

In zijn eerste column in Rij-instructie in de editie van februari maakte Van Zuylen meteen ook een statement. Hij schrijft dat hij zich zorgen maakt over instructeurs die met bijvoorbeeld tweede hands lesboeken en zonder ook maar één les te hebben gevolgd bij een opleider, de opleiding afronden (zie kader-red.). “We hebben een examengestuurd model en als tijdens de WRM-examens blijkt dat je de materie beheerst, dan kun je daar niets van zeggen. Maar je kunt je wel afvragen of dit moet kunnen. Of laat ik het anders stellen: als zo iemand bij mij solliciteert, dan neem ik die persoon niet in dienst. Het is lastig, maar ik ben er een voorstander van dat iemand die instructeur is moet aantonen minimaal een aantal uren bij een goede opleider te zijn geweest. En natuurlijk kun je discussiëren over wat een goede opleider is, maar helemaal geen opleider erbij betrekken moet niet mogelijk zijn.”

Modulaire opleiding

Ook is hij een verklaard voorstander van een modulaire opleiding, zoals de huidige Rijopleiding in Stappen (RIS). “Ik heb bij defensie gewerkt en de huidige RIS is in feite een aftreksel van hoe defensie de rijopleiding heeft georganiseerd. Ik hoor zo vaak dat een leerling tijdens de tweede les van Oss naar Den Bosch is gereden en dan denk ik alleen maar ‘Dat is zonde van je tijd geweest’ en ook ‘Wat wil je als rijinstructeur daarmee bewijzen?” Een rijopleiding is een kwestie van op een goede manier fases doorlopen en dan kun je niet na het kruipen gaan hordelopen. Ik ben niet gehecht aan de naam RIS, maar wel aan die manier van opleiden. En dan op de manier zoals het aan het begin bedoeld is en die ikzelf hanteer. Dat betekent dat elke module wordt afgesloten met een toets. En als iemand niet slaagt, dan nemen we niet de volgende keer en ander examen af, maar dan wordt het tweede examen ook een RIS-examen. Als dat dan langer wachten is, dan is dat maar zo. Zo hoort het volgens mij.”

Samen Sterk

Inmiddels is Van Zuylen ook geconfronteerd met ‘Samen Sterk’, het project waar binnen de branche werkt aan een aanbeveling die door de complete branche wordt gedragen. Hij juicht dit zoals iedereen toe. “Allereerst geef ik Ruud alle complimenten voor de manier waarop dit is aangepakt en ook voor het feit dat hij zijn hoofd boven het maaiveld uitsteekt. Hij heeft dit maar mooi voor elkaar gebokst. Echt grote klasse. Het is een pittige klus, maar het is het waard. Wat ik ervan verwacht? Ik hoop dat we met iets komen waar echt iedereen zich in kan vinden. De ene partij zal ongetwijfeld meer terugzien in de aanbevelingen van wat hij of zij wenst dan de ander, maar het zou echt geweldig zijn als we iets hebben waar de complete branche achter staat. Als ‘Samen Sterk’ ertoe leidt dat er nog maar één branchevereniging is waarin alle organisaties zijn gefuseerd? Ik denk dat die discussie niets met ‘Samen Sterk’ te maken heeft, maar dat terzijde. Ik vind allereerst echt dat meer rijschoolhouders zich moeten aansluiten bij een brancheorganisatie en ik vind het jammer dat de branche zo versnipperd is. Zekere op korte termijn zie ik een fusie nog niet gebeuren, maar misschien over een paar jaar een organisatie waar iedereen automatisch lid van is met een voorzitter die een echt boegbeeld is, ja, dat zou wel heel mooi zijn. Maar er zal nog heel wat water door de Maas moeten stromen voordat we zover zijn.”

        

Afbeelding
Jos, Jannie en Nick van Zuylen dragen alweer vijf jaar een steentje bij aan Alpe d'HuZes.