Eén brancheorganisatie: daar heeft iedereen baat bij

Het is best opvallend dat het bericht dat de vier brancheorganisaties aan elkaar ruiken met wellicht als mogelijk resultaat een fusie, tot relatief weinig reacties leidde op social media. De enige reacties kwamen uit de hoek van de LBKR en hadden als algemene strekking dat de LBKR hier niet aan moet beginnen.

Maar waarom eigenlijk niet? Momenteel tellen de vier brancheorganisaties gezamenlijk rond de 1.100 leden (VRB telt er momenteel ongeveer 550, BOVAG 400, LBKR tikt de 200 aan en FAM heeft er 31). Op een aantal van bijna 15.000 rijinstructeurs is dat natuurlijk bedroevend weinig. Zowel het ministerie van IenW als het CBR en IBKI nemen de brancheorganisaties zeer serieus, maar dat komt niet door het enorm grote aantal instructeurs dat ze vertegenwoordigen. Een beetje, of eigenlijk fors, meer zou ze prima uitkomen.
Bovendien verschillen de opvattingen van de brancheorganisaties niet heel veel als je het goed bekijkt. De één wil linksom, de ander rechtsom en de vierde kiest door het midden, maar ze willen allemaal een kwalitatief goede branche waarin geen plaats is voor charlatans, cowboys, mensen die de kluit belazeren en turbo-opleiders. Over de uitvoering zijn verschillen van inzicht, maar die zijn echt niet onoverbrugbaar.

Maar laten we dit eens van de positieve kant bekijken. Stel dat de vier organisaties samenvloeien tot één krachtige branchevereniging. Een branchevereniging met zo veel voordelen voor de leden dat je wel gek bent als je er geen lid van wordt. Met als gevolg een branchevereniging die zo veel leden heeft dat er voldoende spankracht is om, bijvoorbeeld, volop promotie te maken voor de betere rijschool. En een branchevereniging ook die meetelt als maatschappelijke organisatie. Met verrassende standpunten, opinies, wendingen en bijdragen aan de discussie over verkeersveiligheid.
En met een breedgedragen keurmerk? In de rijscholenbranche moet je daarmee oppassen gezien eerdere pogingen die niet zijn gelukt en getuige ook het kwijnende bestaan van het Rijleskeurmerk (zeven deelnemers is natuurlijk in- en intriest), maar waarom niet?
En natuurlijk met een onbesproken boegbeeld als voorzitter, bij voorkeur een onafhankelijk en bekend persoon.

Wilt u voorbeelden? Techniek Nederland, het voormalige UNETO-VNI. Niemand in de installatiesector kan daar omheen. Ondernemersorganisatie VNO-NCW is er ook zo één. En wat je ook van de afdeling Rijscholen van de BOVAG mag vinden, niemand kan ontkennen dat de BOVAG als brancheorganisatie voor garagebedrijven een sterk merk is.
Een paar duizend leden zou natuurlijk ideaal zijn, maar met een verdubbeling van het huidige aantal rijschoolhouders dat ergens lid van is, ben je al spekkoper.
Dit moet toch iedereen willen?