Afbeelding
Foto:

'We moeten echt ons best doen om mensen zo lang mogelijk
mobiel te houden'

Neem ouderen niet hun mobiliteit af en ga als maatschappij zorgvuldig om met oudere verkeersdeelnemers. Dit stelt verkeerspsycholoog prof. dr. Dick de Waard, die sinds 1 juni 2015 adjunct-hoogleraar Verkeerspsychologie en Mobiliteitsbehoud is aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Ouderen en verkeer. Of beter nog: ouderen in het verkeer. Er is bijna geen verkeersdeelnemer die niet tot de ouderen behoort die over deze groep geen mening heeft en die mening regelmatig ventileert: ze, de oudjes, moeten verboden worden langer te rijden. Maar juist dat is iets dat je niet moet doen, zegt De Waard. "Er moet niet te snel worden geoordeeld over ouderen in het verkeer, dat is echt te kortzichtig. Waarom? Omdat veel ouderen gewoon nog goed in staat zijn om te rijden. Soms nemen ze wat meer tijd, dat klopt, maar dat doen ze terecht. Ze wachten wat langer of laten een wat grotere tussenruimte vallen en dat doen ze omdat ze beseffen dat ze wat trager zijn. Daar is niets mis mee."
"Hier staat tegenover dat ouderen doorgaans heel ervaren zijn. Ze weten heel goed hoe dingen werken en kunnen heel goed situaties inschatten. Vaak veel beter dan jonge automobilisten die die vaardigheden nog niet hebben."

In ons land hebben we sinds 1 januari 2014 de situatie dat iemand pas op zijn 75ste een verplichte keuring moet ondergaan. Hoe kijkt u daar tegenaan?

"Het leeftijdscriterium is arbitrair, want er zijn mensen van 40 die niet goed functioneren, terwijl er zijn van 80 die niets mankeren. Een veel beter systeem is dat iedereen regelmatig wordt getest."
"Je haalt nu je rijbewijs wanneer je 17 of 18 bent en kunt, tenzij je iets mankeert, vervolgens doorrijden tot je 75ste zonder dat ook maar iemand onderzoekt of dat nog wenselijk is of zelfs gevaar oplevert. Ik ben er voorstander van dat er elke vijf of tien jaar een test wordt afgenomen waarbij een onafhankelijke expert oordeelt of je nog rijgeschikt bent. Je kunt dan denken aan speciale mobiliteitscentra waar de testen worden uitgevoerd."
"En dat zijn dan mobiliteitscentra in de juiste zin van het woord, dus waar wordt getest in hoeverre je nog mobiel bent of kunt zijn. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat iemand niet meer achter het stuur moet plaatsnemen maar nog wel prima met een scootmobiel uit de voeten kan, of door een taxi moet worden gereden. Een advies op maat zou ideaal zijn."

Dit is geen nieuw standpunt. Sterker nog, om de haverklap roept iemand dit. Er zijn blijkbaar veel voorstanders, maar toch gebeurt er niets. Waarom niet?

"Omdat het kostbaar is."

'Je kunt dan denken aan speciale mobiliteitscentra waar de testen worden uitgevoerd'

Zijn er nog andere, wellicht technologische, ontwikkelingen die in deze iets kunnen betekenen?

"Jazeker. Momenteel worden bijvoorbeeld steeds meer auto's uitgerust met sensoren en een 'black box' en daar kun je veel mee doen. Een aantal verzekeraars en ook de ANWB geven korting wanneer je via deze informatie bewijst dat je veilig rijdt."
"Op zich is het systeem dat je wordt beloond voor goed gedrag goed, maar een nadeel is dat je daarmee een grote groep niet bereikt: de mensen die niet veilig rijden. Die laten liever niet vrijwillig een informatiebox in hun auto plaatsen omdat ze daardoor alleen maar op hun mieter krijgen, om het zo maar eens te duiden. Dus juist de groep die er wat aan zou hebben, gaat er niet aan."

In hoeverre kunnen ADAS een rol spelen bij het mobiliteitsbehoud van personen?

"Een grote rol, maar er zijn wel maren. De systemen die er zijn, worden bijvoorbeeld ontegenzeglijk steeds beter en er komen er steeds meer, maar ze zijn helaas nog niet perfect. De auto-industrie heeft de systemen snel in de markt gezet, zo werkt die industrie nu eenmaal, maar veel zijn er nog niet uitontwikkeld. Neem vermoeidheidsdetectie. Ik ken voorbeelden van automobilisten waarvan het systeem meldde dat de bestuurder vermoeid raakte terwijl er niets aan de hand was. En andersom komt ook voor. Dan meldde het systeem niets, maar was de bestuurder doodop. Een ander voorbeeld is het lanedeparturewaarschuwingssysteem. Juist als je het nodig hebt, bijvoorbeeld bij sneeuwval of hevige regenval, kun je er niet op vertrouwen en dat is niet goed. Of nog erger, dan is het zelfs een risico. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat de systemen beter worden en dan kunnen die systemen heel goed bijdragen aan mobiliteitsbehoud."

Zijn er systemen waarvan u vindt dat die eigenlijk op elke auto zouden moeten zitten?

"Of een verplichting van bepaalde systemen vanuit de EU nou een oplossing is, vraag ik me af, ook vanwege het feit dat de systemen nog niet zijn uitontwikkeld."

Heeft u zelf een auto met veel systemen?

"Met redelijk veel systemen. Dat komt omdat ik de ontwikkeling erg interessant vind. Maar mijn vrouw zet bijvoorbeeld het ldwa-systeem meteen uit wanneer ze achter het stuur plaatsneemt. Wat dat zegt? Dat zegt dat de systemen blijkbaar niet voor iedereen even goed werken of 100 procent doen wat ze beloven."

Zegt het misschien ook dat ouderen in de regel veel minder op hebben met techniek en nieuwe systemen dan jongeren?

"Dat wordt wel gezegd, maar dat is niet waar. Ouderen nemen wél meer tijd om er kennis van te nemen en om een systeem goed onder de knie te krijgen. Maar als ze er eenmaal vertrouwen in hebben, dan gaan ze er ook goed mee om. Beter zelfs dan veel jongeren."

Vindt u dat dealers bij de aflevering van een auto genoeg tijd steken in de uitleg over de werking van de systemen aan boord van de nieuwe auto?

"Ik ken goede en slechte voorbeelden."

Vindt u dat de rijscholensector hier een rol in zou kunnen spelen?

"Ik vind dat rijscholen al vrij veel doen. Ik vind het bijvoorbeeld opmerkelijk hoe snel het navigatiesysteem is ingevoerd in het examen. Dat is heel goed, want zo gaan mensen in de praktijk rijden. In het ervaren van ADAS spelen de rijscholen een belangrijke rol."

In de rijscholenbranche is er een tweedeling tussen instructeurs die heilig geloven in ADAS en die daar anders in staan. U zult ongetwijfeld aan de kant staan van de instructeurs die het belangrijk vinden dat hun leerlingen kennis kunnen maken met deze systemen. Wat zou u tegen de andere groep willen zeggen?

"Dat dat wat naïef is. De systemen zijn er en zullen worden gebruikt, het is beter kennis te nemen onder toezicht van iemand die daar verstand van heeft en kan uitleggen hoe ze werken en ook wanneer ze niet werken!"

Het gaat hierbij niet alleen om slimme auto's, maar ook over slimme infrastructuur zodat connecties kunnen worden gemaakt. Ontwikkelt zich dat in uw ogen snel genoeg?

"Op dat gebied gebeurt heel veel en ook de overheden houden zich hiermee bezig. Maar ook daarvoor geldt dat een systeem niet overdreven snel moet worden geïntroduceerd en dat het ver ontwikkeld moet zijn."

Veilig Verkeer Nederland (VVN) heeft een onlinetest waarmee je kunt vaststellen hoeveel je nog weet van de verkeersregels. Het zijn overwegend ouderen die die test doen, maar op het aantal rijbewijsbezitters is het maar een gering percentage. Wat zegt dat?

"Dat zegt dat de mensen die die test doen waarschijnlijk al weten dat er iets aan de hand is. Die staan open voor verbeteringen. Het is goed dat die testen er zijn en ze zijn nuttig, maar je bereikt niet de doelgroep."

Hoe bereik je de doelgroep dan wel?

"Er is geen doelgroep meer als je periodiek een keuring moet ondergaan. En daarmee los je ook een deel van de problemen bij het CBR met de rijgeschiktheidstesten op. Nu is het zo dat wanneer je iets aankruist in de gezondheidsverklaring, je door de molen gaat en dat kost veel tijd. Word je periodiek getest, dan kost dat het CBR voor deze specifieke gevallen veel minder tijd."

U zegt elke vijf of tien jaar een test, maar volstaat dat wel voor elke aandoening? Er zijn toch ook aandoeningen of ziektes die zich opeens manifesteren en dan opeens wel heel erg snel gaan?

"Dat kan inderdaad. Je ziet dat bij verschillende agressieve vormen van kanker, die kunnen zich snel ontwikkelen. Zo kan de achteruitgang in rijgeschiktheid ook opeens snel verlopen. Wat ik zeg is dus niet zaligmakend, maar is wel een significante verbetering ten opzichte van de huidige situatie."

Er zijn tegenwoordig allerlei soorten testen, onder andere in een simulator en online. Hoe ziet u zo'n keuring of test voor u?

"Een mix van alle goede dingen. Met een test in een simulator bijvoorbeeld kun je veel blootleggen en je kunt de spanning opbouwen, maar het is wel een gesimuleerde omgeving en dat heeft nadelen. En ook niet iedereen kan ertegen. Er zijn mensen die misselijk in een simulator worden, maar dan kun je natuurlijk niet zeggen dat je niet meer geschikt bent om langer auto te rijden."

Met die testen wordt ook gekeken of je de huidige verkeersregels wel kent. Ik zie zat voorbeelden van mensen die bijvoorbeeld niet weten om te gaan met het groene kruis boven een rijstrook die wordt gezien als vluchtstrook. Die kennis periodiek testen en zo nodig bijscholen kan ook geen kwaad.

"Er rijden tegenwoordig duizenden oudere mensen in een auto die hun rijbewijs hebben gehaald in een tijd dat er nog amper autosnelwegen waren. Dus ja, het is zeker goed om de kennis over de regels periodiek te testen. En als je die testen laat uitvoeren in een simulator, kun je ook feedback geven. Als de simulator bijvoorbeeld ziet dat iemand niet snel genoeg meer invoegt of verkeerd invoegt, dan kan dat aan de persoon worden gecommuniceerd."

Vindt u momenteel, gezien de discussie over de verkeersveiligheid, de tijd rijp om maatregelen te treffen zoals u die voor u ziet?

"De tijd is inderdaad rijp."

We hebben het tot nu toe eigenlijk alleen over ouderen. Kijkt u ook naar andere groepen?

"Allicht. Mobiliteitsbehoud geldt niet alleen voor ouderen, maar ook voor mensen die bijvoorbeeld een ongeval hebben gehad. Maar in de praktijk gaat het inderdaad meer om oudere mensen."

U vindt mobiliteitsbehoud voor ouderen belangrijk. Ik wil dat graag wat aandikken: vindt u mobiliteit een grondrecht?

"Nou, dat dekt de lading niet. Als het een grondrecht zou zijn, kunnen mensen er rechten aan ontlenen en dat is niet zo. Maar ik vind oprecht dat we ons best moeten doen om mensen zo lang mogelijk mobiel te houden."

Vindt u dat Nederland het goed doet op dit gebied?

"Daar durf ik geen uitspraken over te doen omdat ik de situatie in andere landen daarvoor niet genoeg ken. Ik zou ook geen landen kunnen aanwijzen die het zo goed hebben geregeld dat ze een voorbeeld zouden kunnen zijn voor Nederland. Dat wil niet zeggen dat ze er niet zijn, maar u vraagt mij of ik ze ken en dat moet ik ontkennend beantwoorden."

Afbeelding