Vers bloed? Graag, maar de oude schoenen doen het nog best

Graag kom ik nog even terug op de laatste column van de hoofdredacteur van dit blad. Hans Peijs vraagt zich terecht af wanneer er vers bloed opstaat binnen deze branche. Vers bloed dat de werkzaamheden van de huidige kartrekkers kan overnemen.
Een terechte vraag en ik ben het volledig met Hans eens: het wordt tijd voor een nieuwe generatie. Waar blijven de dertigers uit onze branche?

Er is echter wel een keerzijde en die laat Hans Peijs onvermeld. Een nieuwe generatie aan het roer, ja, prima zelfs, maar gooi geen oude schoenen weg voordat je nieuwe hebt, Dat is niet voor niets een heel oud spreekwoord dat iedere Nederlander wel kent.

Wat mij betreft verlaten de huidige kapiteins het schip echt als allerlaatste. En hiermee wil ik zeggen: wat mij betreft komt er straks een nieuwe generatie bestuurders die kunnen profiteren van een schip in rustig vaarwater. Of noem het zelfs schoon schip. Dat willen de huidige stuurlui achterlaten, met een toekomstvisie en een plan.

Want laten we daar eerlijk over zijn: dat verdient deze branche. De branche die al jaren kampt met problemen die ervoor zorgen dat we steeds weer in een negatief daglicht komen te staan. Een branche waar bijna geen ruimte is voor een instructeur om zijn werk op een goede manier uit te oefenen. Fraude, lesprijzen die constant onder druk staan, enzovoort, enzovoort, het lijkt nooit op te houden, maar wij, de oudere kapiteins, maken ons juist elke dag heel erg druk om er een mooie, alom gerespecteerde branche van te maken.

En nog even terug naar de huidige bestuurders: het mag absoluut niet onderschat worden wat de huidige generatie aan werk verzet (heeft) en ook bereikt heeft. Onderschat het belang niet van het steeds weer in je eigen tijd reizen om je in te spannen voor de hele branche. Om de haverklap is er een overleg met CBR, IBKI, het ministerie van I&W of met de branchevoorzitters, allemaal met de bedoeling om onze branche vooruit te helpen. En ik heb het niet alleen over de 'boegbeelden' van FAM, BOVAG en VRB, maar ook over alle leden die ons vertegenwoordigen in de diverse commissies. En ik heb ook alle respect voor de LBKR, de initiatiefnemers van het Rijleskeurmerk en noem verder iedereen maar op die het goed voor heeft met deze branche.

Ik droom nog maar van één ding en dat is dat al die organisaties SAMEN werken aan een betere sector. Onder aan de streep hebben we allemaal ditzelfde doel voor ogen en er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden, maar uiteindelijk is het 't beste als we samenwerken. Het mooiste zou zijn dat iedereen over zijn eigen schaduw heen springt om uiteindelijk samen te werken binnen één front.

Wat zou het toch mooi zijn als wij uit één mond met één stem zouden spreken met al die organisaties, maar ook met de minister. De minister die om de haverklap een nieuwe pijl op haar ziet afgevuurd zodat ze langzamerhand de bomen niet meer door het bos ziet. Ik ben er voor de volle 100 procent van overtuigd dat wij dan echt gehoord gaan worden.
Pas als we dit hebben bereikt, ben ik een tevreden mens. En dan mogen de oude schoenen worden weggegooid.

Ruud Rutten
Voorzitter FAM