Wat gaat hier mis?

Noël is een 21-jarige jongen met ASS en zijn rijles begint altijd in de 30 km-zone waar bussen rijden, voetgangersoversteekplaatsen zijn en kruispunten van gelijke orde liggen. Qua statische factoren dus voorspelbaar. De door mens of dier veroorzaakte dynamiek vereist wel oplettendheid.

Bij zijn vorige les wees ik Noël er met een schetsje op dat hij niet bij élk kruispunt van gelijke orde 'compleet uit zijn stoel' moest gaan. Alleen bij weinig tot geen zicht naar rechts. Kijken vóór, links, vóór, rechts met nog een nacontrole. Vanuit een rustige kijkhouding in plaats van onrustig over het dashboard hangend alle kanten op te kijken. Vandaag valt mij direct al op dat hij nu bij geen enkel kruispunt meer uit zijn stoel gaat.

Op de tegemoetkomende weghelft staat een stadsbus bij de halte. Die ligt nét voorbij een VOP met risico op een afdekongeval als er iemand achter die bus langs de VOP op stapt. Noël kijkt uitsluitend vooruit. Alsof er bus noch VOP is. Natuurlijk duikt er van achter die bus een meisje op. Ik moet remmen om te voorkomen dat we het meisje raken.

Ik vraag Noël te stoppen om dit voorval te bespreken. Op de vraag wat hij dacht voordat ik remde antwoordt hij: 'Ik weet het niet'. Dan vraag ik of hij nog weet wat hij deed. 'Ik stopte', zegt hij. Ik vertel hem dat niet hij stopte, maar ik.

Stilte. Voor de zekerheid vraag ik of hij de bus en de VOP had gezien. 'Jawel,' antwoordt hij, 'het meisje ook.' Ik laat het hier bij vanwege de leerling achterin en we vervolgen onze weg. Op het eerstvolgende kruispunt komt er een auto van rechts. Noël kijkt ernaar, vermindert snelheid, maar rijdt door. Ik rem iets bij zodat de auto voor ons langs kan en vraag hem vlak daarna, rijdend, wat hij dacht voordat ik remde. 'Ik weet het niet', zegt hij. Weet je nog wat je deed? 'Ik stopte', zegt hij. Ik vertel hem dat hij niet stopte, maar dat ik bijremde. Zag je die auto? 'Jawel, die krijgt voorrang.' Ai, denk ik, vandaag maar eens op zoek gaan naar wat ik eerder ergens heb laten liggen… Het verschil tussen vertragen en stoppen wellicht? Ik 'parkeer' het maar even.

Niet veel later wil Noël vanaf een voorrangsweg met links een in beide richtingen vrijliggend en leeg fietspad, links afslaan. Ter plaatse geldt 50 km/uur en dat rijdt hij ook. Ruim tweehonderd meter van tevoren checkt hij spiegels en dode hoek. Hij zet de richtingaanwijzer aan, kijkt naar voren en checkt vlak voor het kruispunt nogmaals het nog altijd lege fietspad.
Ongeveer 200 meter vóór ons komt ons een stadsbus tegemoet. Noël is nu dicht bij het kruispunt en remt iets bij.

Ik verwacht dat hij met pakweg vijf en dertig de bocht in gaat omdat hij ruim voor de bus langs kan. Hij remt echter stevig, waar ik uit afleid dat hij wil stoppen om de bus voor te laten gaan. Ook goed. Maar tegen alle verwachting in stopt hij niet. Ik moet fors remmen om een frontale botsing met de intussen op ramkoers naderende bus te voorkomen.
Noël kijkt geschrokken. Ik coach hem de straat in, waar ik hem laat stoppen.

Op de vraag wat hij dacht voordat ik de remingreep gaf antwoordt hij: 'Ik weet het niet.' 'Weet je nog wat je deed?', vraag ik. 'Jawel, ik stopte', zegt hij. Ik vertel hem dat niet hij stopte, maar dat ik dat deed. Stilte. 'Zag je de bus wel?', vraag ik. 'Jawel, daarom stopte ik'.

Wat gaat hier mis?