Waar blijft het verse bloed?

Voor deze editie had ik een interview met Theo Vuijk. De inspirerende eigenaar van verkeersschool Fly-Over in Den Haag schrijft elke editie van dit vakblad trouw een column, maar hij heeft veel meer te vertellen dan dat hij daarin kwijt kan en in de aanloop naar een belangrijke bijeenkomst op 7 november (zie elders in deze editie hier meer over) is het een aardig idee om hem wat dingen op een rijtje te laten zetten.
Theo heeft over veel een mening en vraagt zich veel af. Hij heeft bijvoorbeeld een duidelijke mening over de RIS en vraagt zich daarbij af waar de jonge ondernemers zijn die, in dit geval, de RIS-kar willen trekken. Hijzelf is inmiddels de 70 gepasseerd en heeft de spirit van een jonge hond, maar hoe je het ook wendt of keert: hij is niet de man van de toekomst en hoeft geen karren meer te willen trekken.
Het is een goede vraag. Het speelveld overziend, kan ook ik niet anders concluderen dan dat er wel erg veel grijs aan de vergadertafels zit. Irma Brauers, Ruud Rutten en Peter van Neck zijn de 60 inmiddels gepasseerd en ook de overige bestuursleden zijn niet meer piep, om het zomaar even te duiden. En dat geldt ook voor de opleiders en uitgevers van leermiddelen en eveneens voor de LBKR. Stuk voor stuk prima vaklui, boordevol kennis, immer geestdriftig en altijd actief om de kwaliteit in de branche te verbeteren, niks mis mee, maar jong zijn ze niet. Dertigers zitten er niet tussen en twintigers al helemaal niet. Terwijl die wel in de branche zijn te vinden.
Is dat zorgwekkend? Nee en ja. Nee, omdat de personen die nu een belangrijke rol in de branche spelen inderdaad niet meer jong zijn, maar ze zijn nog lang niet op. De sleet zit er nog niet op, ook al hebben Ruud Rutten en Peter van Neck eerder dit jaar laten weten ermee te willen stoppen. Bovendien beschikken zij over grote kennis van de materie én ze hebben over het algemeen het voordeel dat ze uit ervaring kunnen tappen. Ze hebben het allemaal al eens meegemaakt en dat wil weleens schelen in een overleg.
Maar er geldt ook een ja en die is, heel simpel, dat het binnen elk gremium belangrijk is dat er nieuw bloed instroomt, dus ook in deze branche. Jonge mensen hebben nu eenmaal veel meer elan, zijn leniger van geest en weten over veel dingen vaak meer dan de ouderen. Over ICT bijvoorbeeld, en over sociale media, en ook over hoe de jeugd in het leven staat. Die zaken liggen nu eenmaal dichter bij de jonge generatie dan bij de oude omdat het hun natuurlijke habitat is. Bovendien moeten de jonge managers en ondernemers nog tientallen jaren mee in de branche en dan is het handig dat je een visie hebt waar je heen wilt.
De FAM kent het fenomeen jonge FAM'ers. Dat zijn de jonge managers die veelal het familiebedrijf leiden of gaan leiden. Dat is een goed begin, maar niet genoeg. Ze moeten ook de FAM gaan leiden, maar daar hebben ze geen tijd of zin in. Helaas. En bij bijeenkomsten van zowel BOVAG, VRB als LBKR zie je wel jonge ondernemers, maar die zijn nog niet doorgedrongen tot het bestuurlijke echelon. Daar mag de branche zich best zorgen over maken.