Afbeelding
Foto: Hans Peijs

'Grootschalige fraude bij WRM-opleiding'

Er is sprake van grootschalige stagefraude bij de opleiding tot rijinstructeur. "Uit verschillende onderzoeken (waaronder ook door een recherchebureau) blijkt dat er in bijna drie kwart van de stages op enigerlei fraude wordt gepleegd. Soms zelfs dusdanig dat de kandidaat niet 1 van de minimaal 40 verplichte stage-uren actief les heeft gegeven. De fraude is ook bekend bij het IBKI."

Dit schrijft Gijs Kantelberg, directeur van De VerkeersAcademie, in zijn reactie op de zogenoemde internetconsultatie voor de wijzigingen in de WRM. Kantelberg kent de reden en schenkt klare wijn: "Studenten zien zich genoodzaakt mee te werken aan de stagefraude omdat er te weinig stageplaatsen zijn voor studenten die voor zichzelf willen beginnen. Dit ondanks de toezegging bij monde van BOVAG tijdens de mondelinge behandeling van de wet in 2009 dat er voldoende gratis stageplaatsen zouden zijn."

Financiële drempel

Er zitten wat hem betreft nog meer kanten aan het verhaal. Hij schrijft: "Ook studenten die het slachtoffer zijn van de stagefraude moeten 400 tot wel 1500 euro aan stagevergoeding betalen aan de betreffende stagerijschool. Op deze manier wordt fraude met stage wel een heel groot verdienmodel over de ruggen van aankomende rijinstructeurs."

Slecht imago

"Daarnaast levert de stagefraude een bijdrage aan het slechte imago aan de rijschoolbranche. De vraag is of we als branche dergelijke praktijken in stand willen houden. Temeer omdat het beoogde leereffect door de stagefraude volledig teniet wordt gedaan."

Oplossing

Kantelberg heeft een voorstel tot een oplossing. "Een oplossing kan zijn dat het onderscheid tussen actieve en passieve uren wordt losgelaten. Omdat het IBKI dan minder hoeft te controleren, zal deze maatregel een positief effect hebben op de examenkosten voor de studenten. Daarnaast zal het bedrag dat voor stages betaald wordt sterk dalen. Een andere mogelijkheid is om de praktische vorming van rijinstructeurs terug te brengen onder de verantwoordelijkheid van opleidingsinstituten. Of men kiest voor een combinatie van beide opties."


Zzp'ers mogen prijsafspraken maken

Het stond een beetje verstopt in de media, maar het is best groot nieuws: zzp'ers mogen prijs- en andere afspraken maken. Dit is het gevolg van het streven naar betere concurrentie. Hiermee ligt de weg open naar gezondere tarieven in de branche, want zo'n 80 procent van de rijscholen in Nederland is zzp'er.

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) springt er normaal gesproken direct bovenop wanneer ze lucht krijgt van een kartelverbod. Maar dat geldt niet meer voor zzp'ers. De ACM heeft een richtlijn opgesteld die het mogelijk maakt dat zzp'ers iets te duchten hebben wanneer ze prijsafspraken maken.
Let wel: behoor je niet tot de groep zzp'ers, dan blijven prijsafspraken uit den boze.

Zelfstandigenaftrek wordt afgebouwd

Het kabinet gaat de komende tien jaar de zelfstandigenaftrek afbouwen van nu 7158 euro naar ongeveer 5000 euro. Voor zzp'ers is dit een streep door de rekening.

De zelfstandigenaftrek is een populaire aftrekpost. Dit bedrag mag namelijk van de winst worden afgetrokken voordat de inkomstenbelasting wordt berekend. Daardoor wordt de fiscale winst lager en hoeft er minder belasting te worden betaald. En in het geval dat de winst in een bepaald jaar te laag is om de zelfstandigenaftrek volledig te kunnen aftrekken, dan mag het restant in de volgende negen jaar worden verrekend met de winst.

Schijnzelfstandigheid

Het kabinet wil met de verlaging van de zelfstandigenaftrek de kloof tussen flexwerk en vaste banen verkleinen en wil tevens 'schijnzelfstandigheid' tegengaan. In 2020 wordt de aftrek ongeveer 7.000 euro, maar dit is afhankelijk van wat er in de miljoenennota staat die dinsdag 17 september wordt gepresenteerd.

Duidelijkheid onbekende voertuigen

Het Verbond van Verzekeraars pleit voor meer duidelijkheid en een betere voorlichting ten aanzien van het gebruik van relatief onbekende voertuigen. Daarbij kun je denken aan de douane die consumenten wijst op de risico's en regels van de elektrische voertuigen als reizigers deze willen invoeren. Of aan de verkopers van elektrische en innovatieve voertuigen die hun klanten al bij de aanschaf duidelijk informeren.

De discussie over het gebruik op de openbare weg is aangeslingerd door De Telegraaf, die meldt dat consumenten door de bomen het bos niet meer zien met al die voertuigen. Wat is wel toegestaan? Wat niet? En is het wel verzekerd als je volgens de wet de openbare weg niet op mag? Het antwoord is kort maar krachtig: de voertuigen die verboden zijn op de openbare weg zijn meestal ook niet verzekerd. "Dat komt," aldus een woordvoerder van het Verbond van Verzekeraars, "doordat die voertuigen niet zijn gekeurd en gecontroleerd door de Rijksdienst voor het Wegverkeer."

Helderheid ontbreekt

Vooropstaat, benadrukt de woordvoerder, dat consumenten moeten weten waar ze aan toe zijn en die helderheid ontbreekt nu vaak. "Het ene elektrische voertuig mag wel op de openbare weg en het andere weer niet. De een moet wel een kenteken hebben, de andere niet. De een heeft wel een verzekeringsplicht en de andere weer niet. Het zou mooi zijn als de spelregels duidelijker worden."

'Verplichte kijkvaardigheidstraining voor automobilisten'

Een verplichte rijvaardigheidstraining voor motorrijders zal nooit helpen om het aantal dodelijke ongevallen terug te brengen. Veel beter is het om een verplichte kijkvaardigheidstraining voor automobilisten in het leven te roepen.

Dit schrijft Hugo Pinksterboer van de Motorrijders Actiegroep (MAG), een belangenbehartiger voor motorrijders, naar aanleiding van een Duits onderzoek waaruit blijkt dat goede motorkleding niet helpt om het aantal dodelijke slachtoffers onder motorrijders terug te brengen. Volgens Pinksterboer is het geld het onderzoek niet waard. "Zonde van het geld, dat onderzoek naar de effectiviteit van motorkleding bij het voorkomen van dodelijke ongevallen. De dood wordt bij motorongevallen meestal veroorzaakt door impact. Daar doet motorkleding relatief weinig tegen", laat hij weten.

Andere cijfers

Pinksterboer vindt het ook op zijn minst opvallend dat in het onderzoek wordt gesteld dat de belangrijkste oorzaak van ongevallen de bestuurder is. Circa twee derde van alle op provinciale wegen dodelijk verongelukte motorrijders hebben het ongeval zelf veroorzaakt, laat onderzoeker Siegfried Brockman weten. Dit zijn heel andere cijfers dan die waarover de MAG beschikt. "Wat wij uit internationaal onderzoek weten is dat 70 procent van de ongevallen met motorrijders plaatsvindt omdat de andere bestuurder – een automobilist, meestal – de motorrijder niet zag. Met verplichte rijvaardigheidstrainingen voor motorrijders zal dat cijfer niet veranderen. Een verplichte kijkvaardigheidstraining voor automobilisten is aanzienlijk effectiever."
En ook: "Eenzijdige motorongevallen zijn vaak het gevolg van infrastructurele problemen (vuil op de weg, gladde bitumenreparaties, enzovoort). In 18% van de gevallen zijn ze het gevolg van een te hoge snelheid. Voor een reductie van dat percentage werpt een cursus zelfbeheersing meer vruchten af dan een een cursus voertuigbeheersing."

Rectificatie

In de lijst van 50 rijscholen met meer dan honderd examens met het hoogste slagingspercentage is rijschool Frank Sakkers ten onrechte niet genoemd. Frank Sakkers had in de periode tussen 31 maart vorig jaar en 1 april dit jaar 145 examens met een slagingspercentage van 75 procent en behoort daarmee tot de top.

Afbeelding
Afbeelding