Toch nog een jaar langer voorzitter van de FAM

Waarschijnlijk is het u niet ontgaan, maar enkele weken terug op een extra ingelaste FAM ledenvergadering heb ik mede op verzoek van de FAM-leden besloten er nog een jaar aan vast te plakken als voorzitter. Dus als alles loopt zoals het lopen moet, zult u het nog met mij moeten doen tot en met 2020.

Waarom heb ik dit besluit genomen? Allereerst heb ik aan mijn leden voorgelegd het FAM-bestuur uit te breiden tot 7 personen om zo het vele werk te verlichten voor iedereen. Het was namelijk wel heel erg veel werk op weinig schouders. Dit heeft geleid tot een bijna nieuw en erg jong team. Een team dat barst van de energie en enorm leerzaam is. En het belangrijkste: een team waar beslist een toekomstige opvolger in zit. Maar nu nog niet.

FAM-leden en -bestuurders zijn namelijk zelf in de allereerste plaats ondernemers van een grote verkeersschool. Dit betekent dat deze jonge bestuurders ook midden in het leerproces zitten binnen de eigen onderneming of binnen hun familiebedrijf. Het vergt toch zeker twee tot drie dagen per week om als voorzitter te fungeren. Maar die opvolger komt, daar maak ik me niet ongerust over.

Bovendien bekroop mij het gevoel dat ik nog niet klaar ben. Niet met de FAM, maar ook niet met de rest van de branche. Wat betreft de FAM wil ik graag nog wat stappen zetten. We zijn goed bezig, overal bij betrokken - of het nu het BVO, CCV, IBKI of I&W betreft - en specialisten van de FAM zitten ook in alle werkgroepen. Deze specialisten op het gebied van alle categorieën denken mee, praten mee en komen zeer regelmatig met innovatieve en oplossingsgerichte ideeën.

Maar ook voor de branche wil ik me nog even keihard inzetten. Zonder arrogant te willen zijn, zonder te denken dat ik de wijsheid in pacht heb en inmiddels heel goed beseffend dat niet iedereen blij met mij is, ga ik het gevecht toch nog een jaar aan. Waarom? Helder: omdat ik kansen zie. Kansen in combinatie met uitdagingen.

De drie brancheorganisaties FAM, BOVAG en VRB hebben de afgelopen drie jaar echt keihard gewerkt en geknokt voor de branche. Veel zaken zijn de revue gepasseerd bij CBR, IBKI en ministerie. Er is begrip over en weer. Er wordt keihard gewerkt aan bijvoorbeeld een nieuwe WRM, wachttijden, fraude bij theorie en praktijk enz. Er zijn stappen gemaakt, ook al zijn ze niet altijd zichtbaar voor iedereen.

Neem als voorbeeld de nieuwe WRM. Nog maar één praktijkbegeleiding, VOG, pasfoto: het staat er allemaal in. Het zijn kleine stapjes, we noemen het de korte termijn, maar het zijn wel stapjes vooruit.
Dan hebben we nog de middellange en lange termijn. Hiervoor ligt ook veel input klaar. Maar dan, om dit alles gerealiseerd te krijgen, moeten we beginnen met eensgezindheid in de branche. Samen optrekken en input leveren, dat is wat er moet gebeuren om deze branche gezond te maken.

Een voorbeeld is het Rijleskeurmerk. Dat is een idee van de LBKR en wat mij betreft is het te vrijblijvend en dus nog niet af. Maar waarom gaan we niet met zijn allen aan tafel om hier een sterk product van te maken? FAM, BOVAG, VRB, CBR, IBKI, opleidingsinstituten, uitgevers van leermiddelen en natuurlijk de partij achter het keurmerk zelf. Waarom geven al deze doorgewinterde partijen niet de input die dit initiatief verdient, zodat we samen wel tot een sterk product komen. En product waar de branche trots op is en waarmee we de toekomst in kunnen. En zo zijn er nog heel veel voorbeelden.

Ik hoop dat ik over een jaar kan zeggen: het is mij gelukt om iedereen over zijn ego heen te laten stappen en samen te schaven en te schuren aan de voorstellen die er al liggen en zo ook het ministerie van I&W laten zien dat de verdeeldheid verleden tijd is en dat wij wél samen kunnen optrekken. En dat we laten zien dat wij onze verantwoordelijkheid nemen.

Ruud Rutten,
voorzitter FAM