Wordt najaar 2019 het moment dat er slagen worden gemaakt?

Frank Hoornenborg, voorzitter van BOVAG Rijscholen, zegt het verderop in dit blad in een column zo: 'Als de politiek niet wil ingrijpen, zal er ook niets veranderen. Zonder politiek ingrijpen wordt het een janboel.' En Ruud Rutten, voorzitter van de FAM, zei in de laatste editie van Rij-instructie in een uitgebreid artikel waarin hij zijn hart luchtte: 'Ik word weer blij als de minister zegt: er is inderdaad een probleem, nu gaan we aan de slag.'

Dit zijn niet zo maar signalen. Langzamerhand wordt steeds meer duidelijk dat de branche het op eigen houtje niet voor elkaar krijgt om schoon schip te maken. Net als er ergens iets van hoop gloort, word je met de neus op de feiten gedrukt en wordt duidelijk dat er in deze branche helaas veel te veel rijschoolhouders zijn die er een potje van maken. Hoewel de verdiensten niet hoog zijn, trekt deze sector nog altijd gelukzoekers aan die het allemaal niet zo nauw nemen met de regels. Natuurlijk heb je die in elke sector, maar het lijkt wel of het in onze branche altijd net een tikkeltje erger is, niet in de laatste plaats omdat de media er graag op duiken. De taxiwereld is misschien nog ruiger, maar dan hebben we het wel gehad: dat is het beeld dat beklijft bij veel mensen. Dat daarbij regelmatig berichten doorsijpelen over het CBR helpt natuurlijk ook niet mee. Deze branche ligt onder een vergrootglas en daar hebben we het voorlopig maar mee te doen.

Het appel op politiek Den Haag - of liever nog: op de minister van Infrastructuur en Waterstaat - is daarom logisch. Om verschillende redenen is de branche niet mans genoeg om de problemen zelf op te lossen en dat komt omdat er eigenlijk geen 'de branche' is. De rijscholensector is los zand. Alles bij elkaar zijn er slechts rond elfhonderd rijschoolhouders aangesloten bij een branchevereniging en dat zegt alles. En zelfs onder die elfhonderd gaan de meningen alle kanten uit.

De vraag is of het beroep dat wordt gedaan op de politiek kans van slagen heeft. Tot nu toe constateren we dat na de beraadslaging over de vernieuwde WRM de leden van de Tweede Kamer die dit onderwerp in hun portefeuille hebben zich niet bewegen, een enkeling uitgezonderd. Zij hebben, zo lijkt het, hun 'ding' gedaan. Er komt een gewijzigde WRM en nu vinden ze het verder wel mooi geweest. En wat de minister betreft: ook zij heeft tot nu toe amper, zeg eigenlijk maar niet, bewogen en het is de vraag of er van haar kant iets gaat komen.
De vraag is of het najaar van 2019 het moment wordt dat er slagen worden gemaakt. De tijd zal dat leren. Maar het is wel te hopen, want wat deze branche niet kan hebben is dat goedgemotiveerde mensen zoals Ruud Rutten en Frank Hoornenborg gedesillusioneerd afhaken omdat ze niets voor elkaar krijgen. Dat zou de dood in de pot zijn en dat is wat niemand wil.