Zzp-ontwikkelingen: onrust of rust?

Het zal waarschijnlijk niemand ontgaan zijn dat er de afgelopen veel te doen is geweest m.b.t. de zzp'ers. Politiek Den Haag, vakbonden en brancheverenigingen hebben zich allemaal bemoeid met deze doelgroep. Maar allemaal vanuit andere belangen. Ieder zegt de belangen van de zzp'ers te behartigen. Vragen we het aan de zzp'er dan ligt dat veel genuanceerder. In dit eerste artikel in een serie van twee (het volgende verschijnt in de september-editie van Rij-instructie) zet ik graag de ontwikkelingen en hun impact op een rijtje.

Zzp'ers gaan vanaf 2021 minimaal 16 euro per uur verdienen

Zzp'ers gaan vanaf 2021 minimaal 16 euro per uur verdienen. Het kabinet wil met dit minimumtarief tegengaan dat mensen werken voor een bedrag waar ze niet van kunnen rondkomen.

De zzp'ers die meer dan 75 euro per uur verdienen, krijgen daarnaast de mogelijkheid om een zelfstandigenverklaring te gebruiken. Hiermee kunnen ze vooraf afspreken dat ze als zelfstandige het werk uitvoeren. Als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen en hiernaar ook handelen in de praktijk, is de kans op naheffingen uitgesloten. Dit schrijven minister Koolmees van Sociale Zaken en werkgelegenheid, staatssecretaris Snel van Financiën en Keijzer van Economische Zaken en Klimaat in een brief aan de Tweede Kamer.

Wie voltijd werkt, moet van die inkomsten kunnen leven. Maar dat geldt momenteel niet voor een deel van de zzp'ers: 8,6 procent van de zzp-huishoudens had in 2017 een inkomen onder het bestaansminimum tegenover 1,6 procent van de werknemers. Het kabinet wil voorkomen dat een dergelijke groep werkende armen ontstaat. Ook maken lage tarieven het voor zzp'ers onmogelijk om te sparen voor werkloosheid en om zich te verzekeren voor ziekte en arbeidsongeschiktheid.

Er komt daarom een minimumtarief van 16 euro per uur. Dit tarief gaat voor alle zzp'ers gelden, zowel voor de mensen met zakelijke als met particuliere klanten. Ook komen er geen andere criteria zoals de duur van een opdracht. Waar een zzp'er werkt, of voor hoelang, bepaalt immers niet of een inkomen genoeg is om van te leven. Ook maakt dit het minimumtarief minder complex. Het minimumtarief gaat gelden voor alle uren die een zzp'er aan een opdracht besteedt. Er is rekening mee gehouden dat zzp'ers gemiddeld een derde van hun tijd moeten besteden aan overige werkzaamheden, zoals administratie. Het tarief is exclusief directe kosten die een zzp'er voor een klus maakt. Kosten voor materiaal komen dus boven op de 16 euro.

De uitwerking van de maatregel voor de onderkant van de zzp-markt is anders dan in het regeerakkoord was afgesproken. Iedereen met een laag tarief zou een dienstverband krijgen. Maar deze afspraak blijkt niet goed te passen in de Europese wetgeving. Met een minimumtarief verwachten de betrokken bewindspersonen ook voldoende bescherming te bereiken voor de zzp'ers met een zwakke positie op de arbeidsmarkt.

Hoge tarieven

Bij zzp'ers met een tarief boven de 75 euro gaat het kabinet ervan uit dat ze kunnen sparen voor werkloosheid en pensioen en dat ze zich kunnen verzekeren. Het kabinet wil hen meer ruimte geven om te ondernemen. Zij kunnen daarom straks kiezen voor een zelfstandigenverklaring. Hiermee kunnen ze vooraf met hun opdrachtgever afspreken dat ze als ondernemer zelfstandig werken. Om de zelfstandigenverklaring te kunnen gebruiken, mag een opdracht niet langer dan een jaar duren. Ook is een inschrijving in de Kamer van Koophandel nodig. Als zzp'ers aan deze voorwaarden voldoen, lopen ze geen risico op naheffingen zoals de loonheffing.

Beide bovenstaande maatregelen zijn onderdeel van de nieuwe wet- en regelgeving die zzp'ers meer duidelijkheid moet geven. Het kabinet wil echte ondernemers meer ruimte geven en tegelijkertijd schijnzelfstandigheid tegengaan. Deze wetgeving is complex, maar vordert gestaag. Het streven is de wetgeving per 2021 in werking te laten treden.

Handhaving

Het kabinet heeft een handhavingsmoratorium ingesteld in afwachting van de nieuwe wetgeving voor het inhuren van zelfstandigen, dat wordt verlengd tot 1 januari 2021. De Belastingdienst en Inspectie SZW zitten in de tussentijd niet stil. De mogelijkheden tot handhaven worden aangescherpt: vanaf 1 januari 2020 kan de Belastingdienst ook handhaven wanneer opdrachtgevers hun werkwijze binnen een redelijke termijn niet aanpassen na aanwijzingen van de Belastingdienst. Ook komen er extra mensen beschikbaar om meer toezicht te houden.

Zelfstandigen moeten zich verplicht verzekeren voor AOV

Ruim veertig procent van de zzp'ers heeft zich niet voorbereid op een eventuele arbeidsongeschiktheid. Ze hebben geen verzekering, geen spaargeld of beleggingen en geen lidmaatschap van een broodfonds. Er blijkt zelfs sprake van een kleine negatieve trend: "We zien dat er steeds iets minder zzp'ers verzekerd rondlopen."

Dat blijkt uit de tweejaarlijkse Zelfstandigen Enquête Arbeid van TNO en het CBS, een onderzoek onder 5500 zelfstandig ondernemers dat onlangs gepubliceerd is. Volgens dit onderzoek zijn er verschillende redenen waarom zzp'ers ervoor kiezen zich niet te verzekeren. De eerste en grootste groep is niet verzekerd vanwege financiële redenen. 46 procent vindt de kosten niet opwegen tegen de baten, 37 procent zegt het niet te kunnen betalen. Een tweede groep zegt het risico zelf (21 procent), of samen met partner (20 procent) te kunnen dragen. Het percentage dat zegt zelf het risico te kunnen dragen, wordt hoger naarmate mensen ouder worden.

Verplicht verzekeren

Een kleine tien procent zegt dat het onduidelijk is wanneer de verzekeraar gaat uitkeren en besluit zich daarom niet te verzekeren, nog eens eenzelfde percentage heeft sowieso geen vertrouwen in verzekeraars. Tot slot is er een groep die geen arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft afgesloten omdat ze niet worden geaccepteerd. Vooral 55-plussers hebben daarmee te maken. Dit zijn interessante uitkomsten, zeker omdat in het recent vernieuwde pensioenakkoord bijvoorbeeld is afgesproken dat zelfstandigen zich verplicht moeten verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Als je een verplichte verzekering gaat opleggen, zijn de kosten dus een aandachtspunt. Ook ligt een acceptatieplicht voor de verzekeraar dan voor de hand.

Wat onbegrijpelijk is, is dat in het pensioenakkoord een overeenstemming komt over de AOV en dat er niets geregeld wordt voor het pensioen voor de zzp'ers. Dat zou je in het kader van het akkoord eerder verwachten. Immers, iedereen krijgt te maken met een pensioen, maar je hebt een kleinere kans dat je arbeidsongeschikt raakt.

Alle belangenverenigingen van zzp'ers zijn terecht te hoop gelopen tegen dit akkoord. Een veel gehoorde klacht is: waar bemoeien ze zich mee. Velen hebben het fiasco met de WAZ nog vers in het geheugen staan. Dat zou ook een soort AOV voor de zelfstandige ondernemer worden. Echter, na een paar jaar via de belasting de WAZ betaald te hebben heeft de overheid deze voorziening opgeheven. Geld weg en geen ondernemer - op een paar zwangere ondernemers na - heeft niets uit deze wet mogen ontvangen. Het vertrouwen in de verplichte AOV-maatregel is daardoor zeer klein.

Een landelijke basisvoorziening rond arbeidsongeschiktheid, van toepassing op alle werkenden, zoals de AOW, zou wat dat betreft beter zijn. Ik verwijs graag naar broodfondsen die sommige zzp'ers al onderling hebben opgezet en het hoge percentage (zo'n 73 procent) van zzp'ers dat in onderzoeken aangeeft iets rond arbeidsongeschiktheid te hebben geregeld. De overheid zou die groepen met rust moeten laten. Daarnaast zal de minister ook moeten kijken naar deeltijd-zzp'ers en dat degenen die zelf iets geregeld hebben niet dubbel hoeven te betalen.