Mentale 'schijf van vijf' en lesprijs

Volgens het Voedingscentrum hebben we dagelijks producten nodig uit de schijf van vijf. Daarin staat wat je wel en niet moet eten of drinken. In het dagelijks leven maken we ook keuzes tussen wat goed of slecht voor je is. Do's-and-don'ts. Wie een nieuwe tv, lesauto, computer, afzuigkap of iets dergelijks zoekt, kijkt en vergelijkt om uiteindelijk uit te komen bij waar je achter staat.

Omdat je al zulk grondig onderzoek hebt verricht praat niemand je na aankoop nog van je 'geloof' af. De zoektocht naar een rijschool verloopt (getuige de kwestie-rijschool Aalbrecht) meestal minder grondig. Terwijl dat net zo goed kundigheid, motivatie, betrouwbaarheid, een verzekerd en onderhouden lesvoertuig en continuïteit vereist. Maar dan bepaalt de (les)prijs ineens de kwaliteit.

Ouders met een kind in de basisschoolleeftijd doen veel en grondig onderzoek naar diverse scholen in de omgeving voordat ze er uiteindelijk eentje kiezen. Ze gaan erheen om de sfeer te proeven, willen een kijkje nemen, draaien het liefst mee in de klas en spreken met onderwijzers of leraren.

Kortom: grondig onderzoek of de school goed genoeg is voor hun kind.

Dat zie je ook bij de middelbareschoolkeuze of bij de zwemles. In ons waterrijke landje lopen kinderen immers groot gevaar. Gemiddeld kiezen ouders intuïtief trouwens niet vaak voor een spoedcursus zwemmen. Alleen al vanwege het gezegde 'zo gewonnen zo geronnen' waarmee wordt bedoeld dat wat snel verdiend of geleerd is of wat je zonder veel moeite te hoeven doen hebt gekregen, even snel weer verdwijnt. Niemand wil dat zijn kind gevaar loopt in het water. Natuurlijk kiezen sommige ouders wel voor een sneltraining zwemmen, maar dat zijn meestal goede privézwemlessen die - vanwege de hogere kosten - vooral zijn weggelegd voor bemiddelde in plaats van gemiddelde ouders.

Toen ik rijinstructeur werd, had ik bij wetskennis een goede leermeester. Hij sprak vaak over de regel van de Wet van Jost, namelijk 6x1 is beter dan 1x6. De Wet van Jost (Duitse psycholoog uit het einde van de 19de eeuw) komt erop neer dat herhaling in vele stapjes in plaats van alles in één keer leren de beste leermeester is. Zwemdocente Lisette: "Een van de lesmethodes die ik gebruik is Superspetters van het KNZB."

"Hierbij is geen sprake van een A-B-C: er is maar één diploma op C-niveau, dat gemiddeld in één jaar wordt behaald. Verder organiseert de zwemschool waar ik lesgeef terugkomlessen na het behalen van het zwemdiploma om de zwemvaardigheden te onderhouden. Uiterst belangrijk, want niet alle ouders zwemmen vaak of graag met hun kroost en oefening baart kunst! Voor het A-diploma is een snelcursus een slecht idee."

"Automatiseren is namelijk erg belangrijk en zelfs dan zijn kinderen met enkel het A-diploma niet zwemveilig. B is echt belangrijk voor de langere afstanden, dus meer conditie, terwijl het C-diploma de zwemveiligheid garandeert, bijvoorbeeld bij gedesoriënteerd van een boot in het water vallen."

Bij een uitstekende rijopleiding is een gemiddelde van een jaar ook aardig vergelijkbaar. Dat weet elke goede rijinstructeur. Bijvoorbeeld bij de Rijopleiding in stappen valt stap 6 te vergelijken met zwemdiploma A, stap 7 met B, terwijl stap 8, net zoals bij C, een grotere veiligheid en rijvaardigheid garandeert. Een veilige bestuurder word je in de meeste gevallen dus niet van een snelcursus en al helemaal niet zonder terugkomdagen. Waarom ouders zich wel grondig verdiepen in scholen of zwemles en niet in wat de beste rijopleiding is om van hun kind een veilige automobilist te maken, verbaast me. Tijd voor de mentale schijf van vijf om te weten wat goed voor je is. Goedkoop is duurkoop.