CBR en rijschoolhouders zijn tot elkaar veroordeeld

Vrijwel elke dag weer ben ik verbaasd over de wijze waarop rijinstructeurs op sociale media over het CBR schrijven. Natuurlijk, het is maar een relatief kleine groep instructeurs die blijkbaar de tijd hebben om het een en ander van zich af te schrijven. Maar ze geven wel voor een belangrijk deel de toon aan.

Laten we er niet omheen draaien: natuurlijk heeft het CBR een groot aantal ongelooflijke uitglijders en blunders gemaakt. En natuurlijk is het CBR nog lang niet boven Jan. Zelf meldt het CBR dat het nog tot het najaar zal duren voordat alles op orde is. Met een beetje pech wordt het dan zomaar begin volgend jaar - scheelt toch weer een paar maanden - maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat er wordt gewerkt aan verbeteringen, ook al zijn die lang niet altijd zichtbaar. Terzijde: wij zouden graag CBR-directeur Jan Jurgen Huizing zijn licht laten schijnen over hetgeen allemaal nog staat te gebeuren, maar op een verzoek voor een interview vingen we helaas bot.

Maar daar gaat het nu even niet over. Het gaat mij nu vooral om de negatieve teneur op sociale media. En die betreft niet alleen het CBR, maar ook IBKI, elke beweging van een brancheorganisatie en elk initiatief dat met de beste bedoelingen wordt genomen. Als bijvoorbeeld Ruud Rutten van de FAM iets roept, zijn de poppen steevast aan het dansen, ook al zegt hij iets waar de hele branche iets aan kan hebben. En een particulier initiatief als het Rijleskeurmerk werd afgedaan als 'stelletje zakkenvullers.' En dit zijn maar twee voorbeelden. Want werkelijk niets deugt. Het is een constante golf van negativiteit van branchegenoten die trouwens iets positiefs hebben toegevoegd aan de branche.

De allergrootste vijand is echter het CBR. Maar laat daarbij één ding helder zijn: we zullen het er toch echt mee moeten doen. We zijn tot elkaar veroordeeld, heet dat. Ik sluit niet uit dat het CBR wordt opgeknipt in meerdere zelfstandige onderdelen, maar een tweede CBR gaat er echt niet komen.

Dat wetende kun je er ook maar beter het beste van maken. Een strijdmodel levert alleen wat op in de boksring. In alle situaties waarbij partijen afhankelijk zijn van elkaar, zoals in onze branche, kun je maar beter met elkaar samenwerken in plaats van tegenover elkaar te staan. Zonder wrijving geen glans, luidt een gezegde. Dat zal best, maar je kunt ook zò veel wrijven dat de glans verdwijnt en nooit meer terugkomt. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je het altijd met elkaar eens hoeft te zijn. Elkaar naar de mond praten is wel het laatste dat je moet willen. Maar om 'de andere kant' telkens weer finaal tot de enkels af te branden is het andere uiterste. Een uiterste waar niemand iets mee opschiet.