De laatste kans is niet gepakt

Deze branche is afhankelijk van het CBR en juist deze organisatie ligt momenteel zwaar onder vuur. Rijschoolhouders, ingewijden in de branche, leden van de Tweede Kamer, de minister van Infrastructuur en Waterstaat, klanten natuurlijk: iedereen vindt er wat van.

Dit is de zoveelste smet op onze branche. Ik weet niet hoe het met u zit, maar ik krijg van mensen uit soms onverwachte hoek regelmatig vragen in de trend van 'Zo, lekkere branche waar jij in werkt. Gaat daar ook nog iets goed?', en zo.

Ik heb een paar vaste reacties. Mijn vaste antwoord ten aanzien van de rijschoolhouders is dat er nog altijd veel meer goede ondernemers in de branche zijn dan slechte en dat ook de goedwillende ruimer zijn vertegenwoordigd. En over het CBR draai ik inmiddels de riedel af dat dit een te logge organisatie is geworden en dat ingrijpende maatregelen langzamerhand noodzakelijk zijn.

Het vervelende is: de geschiedenis herhaalt zich. In 2011 publiceerde adviesbureau Twijnstra en Gudde een vernietigend rapport, waarna het CBR met een Verbeterplan kwam.
Voor de aardigheid ben ik eens voor de vuist weg wat gaan googelen en daarbij kwam ik onderstaand citaat tegen uit een column in het personeelsblad CBR.doc van René Verstraeten, de financieel directeur die vorig jaar afscheid nam:
'Er werden veel opmerkingen over gemaakt; de dreiging dat de politiek wel eens de stekker zou kunnen trekken uit het CBR. Welnu, op 9 maart hebben wij het duidelijke antwoord ontvangen tijdens het Algemeen Overleg CBR in de Tweede Kamer en via een brief van de minister aan de CBR-directie. Die boodschap laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Enkele Kamerleden hadden het nu al gehad met het CBR. De minister heeft echter het vertrouwen uitgesproken in het CBR en het Verbeterprogramma.'
'Zij wist de Kamerleden te overtuigen dat wij een laatste kans krijgen om in juni te bewijzen dat wij in staat zijn goede resultaten te laten zien, verbeteringen door te voeren en een aantal problemen opgelost te hebben of te laten zien dat er zicht is op de oplossingen. Het is nu aan ons om samen die laatste kans te pakken.'

Met de wijsheid van nu kunnen we acht jaar later vaststellen dat het het CBR niet is gelukt de problemen het hoofd te bieden. Eerder integendeel.
Ingrijpende maatregelen kunnen dan ook eigenlijk niet uitblijven. Welke dat zijn, is de vraag. Veel rijschoolhouders vinden dat een tweede CBR nodig is, maar dat is geen goed idee. Dan krijg je een ongewenste concurrentiestrijd en het rijbewijs leent zich daar niet voor. Het opknippen van het CBR ligt meer voor de hand. Maar welke maatregel er ook komt: de tijd van pappen en nathouden lijkt de tijd van pappen en nathouden voorbij.