Afbeelding
Archieffoto Rij-instructie

Nieuwe WRM op 1 januari 2020 is nog steeds mogelijk

'We zijn continu in overleg en we boeken vooruitgang'

Hoe staat het, nu de eerste drie maanden van het nieuwe jaar alweer achter de rug zijn, met de beraadslaging voor de nieuwe WRM? We vroegen het aan de voorzitters van de brancheorganisaties. Een van de belangrijkste vragen: is de ingangsdatum van de nieuwe WRM op 1 januari 2020 nog steeds haalbaar?

Eerder liet Ruud Rutten, voorzitter van de FAM, weten dat hij het verbazingwekkend vindt dat na de besluitvorming over de nieuwe WRM – met als meest opvallende besluit het feit dat er een educatieve sanctie komt in plaats van de sanctie dat je je bevoegdheid kunt verliezen zoals nu nog het geval is, de Kamerleden niets meer van zich laten horen.

Niet raar

Frank Hoornenborg, voorzitter van BOVAG Rijscholen, vindt dat helemaal niet zo raar. "De Kamerleden hebben hun zegje gedaan, er zijn beslissingen genomen en nu is de ambtenarij aan zet, in samenwerking met de branche en de uitvoerende instanties. Zo werkt dat nu eenmaal in de politiek. De Kamerleden concentreren zich nu weer op andere zaken."

Progressie

Hoornenborg heeft het goede gevoel dat er nog steeds progressie wordt geboekt en dat de streefdatum van 1 januari 2020 nog steeds haalbaar is. "We zijn continu in overleg en we boeken vooruitgang. En wat de BOVAG, FAM en VRB betreft is het zogeheten aanbevelingendocument van de brancheverenigingen voor ons nog steeds leidend."

Wordt gehaald

Ook Jos Post, voorzitter van de LBKR, heeft nog steeds goede hoop dat de datum gehaald wordt. "Voorlopig gaan wij ervan uit dat de deadline gehaald gaat worden. We hebben nog geen indicaties dat dit niet zou kunnen lukken. Het IBKI heeft overleg, enerzijds met de FAM, VRB, BOVAG en de opleiders, anderzijds met ons. Laat overigens helder zijn: deze werkwijze is niet bevorderlijk voor de voortgang. Het overleg gaat momenteel over de invulling van de educatieve sanctie. En binnen deze discussie willen wij voorkomen dat de sanctie voor de gemiddelde instructeur onbetaalbaar wordt."

Wel in stand gebleven

Peter van Neck, interim-voorzitter van de VRB, bevestigt dat je van sommige Kamerleden niets meer hoort, maar dat met anderen de contacten 'gelukkig wel in stand zijn gebleven'.

Op de vraag wat nu de status is van de onderhandelingen en of er al vooruitgang is geboekt, laat Van Neck weten verder geen uitspraken te doen. "In het belang van de voortgang en de ontwikkelingen melden wij dit aan onze eigen leden. En bij de onderhandelingen is het aanbevelingendocument nog steeds leidend. Daar blijven we achter staan en het is één geheel: je kunt hier niet zomaar maar één ding uithalen. Maar het ei is gelegd en het broedsel komt op enig moment ter tafel."

Nieuwe vragen

Op de vraag of de invoeringsdatum nog haalbaar is, antwoordt Van Neck: "We hebben helaas dit traject niet meer in eigen hand. Er komen iedere dag nieuwe vragen, stellingen en verwonderlijkheden bij: kennelijk is in de rijschoolbranche niet menselijks vreemd meer. Maar komt tijd, komt raad en niet eerder dan wanneer er 100 procent duidelijkheid is zullen we dit communiceren aan onze leden."

Afbeelding