Afbeelding
Foto: Hans Peijs

Er is niet één oplossing tegen afleiding in het verkeer

Dé oplossing tegen afleiding in het verkeer, bijvoorbeeld door telefoongebruik of reclame langs de weg, is nog niet gevonden. Er zal dan ook blijvende aandacht en inspanning nodig blijven om aan maatregelen te werken.

Dit blijkt uit een literatuurstudie die SWOV heeft uitgevoerd naar de maatregelen tegen afleiding achter het stuur. Op dit moment zijn er drie soorten maatregelen: mensgericht, voertuiggericht en infrastructureel.

Mensgerichte maatregelen

Door voorlichting, educatie en handhaving kunnen automobilisten worden aangezet/gemotiveerd om geen gevaarlijke, afleidende activiteiten te ondernemen onder het rijden. Daarnaast kan men automobilisten trainen om noodzakelijke activiteiten zo uit te voeren dat ze de veilige uitvoering van de rijtaak zo min mogelijk aantasten. Het effect van handhaving hangt vooral af van de grootte van de pakkans.

Bevordering van de veiligheidscultuur

Ook een veiligheidscultuur binnen bedrijven kan helpen tegen afleiding door telefoongebruik tijdens het rijden. Bij ondernemingen met een veiligheidscultuur waarbij smartphonegebruik tijdens verkeersdeelname taboe is, blijkt dat chauffeurs hun telefoon onder het rijden aanzienlijk minder gebruiken dan in bedrijven waar geen duidelijke veiligheidscultuur bestaat.

Voertuiggerichte maatregelen: techniek

Er zijn verschillende technische maatregelen voorhanden, en aan andere wordt gewerkt. Zo zijn er systemen in de auto die afleidende activiteiten onmogelijk moeten maken en apps die het gebruik van sterk afleidende taken tijdens het rijden onmogelijk maken. Maar er worden ook nog veel auto's verkocht met ingebouwde infotainmentsystemen waarmee het juist wel mogelijk is om sterk afleidende activiteiten uit te voeren.

Hoewel er aanwijzingen zijn dat spraakgestuurde systemen of systemen met head-updisplays minder afleidend kunnen zijn, wordt cognitieve afleiding er niet mee voorkomen. Ook werken spraakgestuurde systemen nog verre van perfect, waardoor het 'bedienen' ervan, en dus de afleidende taken, langer kunnen duren.

Met techniek is het ook mogelijk om afleiding minder gevaarlijk te maken. Sensoren kunnen bijvoorbeeld detecteren dat er sprake is van een voetganger waarmee men in botsing kan komen en de afgeleide bestuurder daarvoor waarschuwen. Er zit aan deze vormen van het minder gevaarlijk maken van afleiding door techniek echter een schaduwzijde. Door het steeds verder automatiseren van de rijtaak wordt rijden ook steeds saaier. Hierdoor neemt de kans dat men andere dingen gaat doen onder het rijden juist weer toe.

Infrastructurele maatregelen

De wegomgeving kan zo ingericht worden dat er zich geen objecten in bevinden die langdurig de aandacht trekken van bestuurders. Voorbeelden van opvallende objecten zijn lichtgevende digitale reclameborden met bewegende beelden. Die lichtreclames kunnen de bestuurder niet alleen verblinden, maar ook afleiden. Er zijn richtlijnen die reclameborden op drukke plaatsen en zeer aandachttrekkende reclameborden verbieden. De uitkomsten van onderzoek naar het effect van digitale reclameborden op het ongevalsrisico zijn niet eenduidig. Van de twee methodologisch goede onderzoeken die gevonden zijn, toont er één wel aan dat door die borden het ongevalsrisico toeneemt en het andere onderzoek toont aan dat dit niet het geval is.

Naast richtlijnen voor objecten en reclame-uitingen langs de kant van de weg is er een infrastructurele maatregel die bestuurders waarschuwt wanneer ze bijvoorbeeld door afleiding van de weg af dreigen te geraken: ribbelmarkering. Uit onderzoek is gebleken dat door deze markering het ongevalsrisico afneemt.
(Bron: SWOV)

'Bouwbusjes zijn veel erger dan pakketbezorgers'

Onlangs berichtte Veilig Verkeer Nederland (VVN) dat woonwijken onveiliger worden door rondscheurende pakketbezorgers. Meer pakketbezorgers maken de straten in woonwijken onveiliger, waarschuwt VVN. Dit klopt van geen kant, stelt Walther Ploos van Amstel, Lector City logistiek, Hogeschool van Amsterdam, in een reactie op verkeerskunde.nl.

"VVN noemde SWOV-cijfers over verkeersdoden met bestelauto's, die geen enkele aantoonbare relatie met pakketbezorging of ongevallen in woonwijken hebben. Van de miljoen bestelauto's in Nederland zijn er 50.000 voor de pakketbezorging. Dat is 5 procent! Bouw- en servicebusjes zijn 80 procent van het bestelverkeer in woonbuurten. In mijn buurt staan die de hele dag op de stoep. Waar heeft Veilig Verkeer Nederland die woonstraat gevonden waar 40 tot 60 bestelauto's met pakketjes komen."

"Natuurlijk moeten we beter nadenken over al dat bestelverkeer in onze straten. In een woonwijk met, laten we eens zeggen, 3.000 woningen komen elke dag 300 pakjes voor consumenten met hooguit 6 tot 10 bestelauto's. Met de groei in onlinelevensmiddelen komen er dagelijks 12 tot 24 voertuigen van Picnic, Albert Heijn en Jumbo bij. Tot overmaat van ramp maken 's avonds tussen 6 en 9 uur 200 tot 300 maaltijdbezorgers op hun scooters en fietsen de buurt onveilig."

Wat Ploos betreft, moet daarom de bezorging in woonwijken veel beter. "Zorg voor voldoende laad- en los- (en parkeer-) mogelijkheden en veilige routes voor de bestelauto's die echt in die wijk moeten zijn. Zet voertuigen in die beter passen bij de maat van de straat, zoals lichte elektrische voertuigen en vrachtfietsen. Regel slimme (en onbemande) afhaalpunten waar consumenten en monteurs die in de buurt moeten zijn hun pakketten kunnen ophalen."

En ten slotte, betrek de bezorger bij het bedenken van een veilige aanpak. "Zij kennen de buurt als geen ander. En natuurlijk mogen we hen aanspreken op onveilig gedrag, zoals te hard rijden, op de stoep parkeren en appen achter het stuur."