Noch efkes en dan zit alweer de linte in de loch

Bovenstaande regel komt uit het Venlose carnaval en betekent, vrij vertaald: 'Nog even en dan zit alweer de lente in de lucht.'
Op het moment dat ik dit schrijf, staan wij in Limburg op de drempel van wat wij noemen het meest belangrijke feest van het jaar. Op het moment dat jullie dit lezen, is het alweer voorbij en vergeten.

Carnaval betekent voor mij twee dingen: eenheid en samen. Een kleine week in het jaar zijn wij met z'n allen één grote eenheid. Wekenlang bouwen buurten, verenigingen en andere groepen wagens en ze naaien wekenlang aan kleurige en fleurige klederdracht om zo een paar dagen SAMEN feest te vieren. Een paar dagen de zorgen aan de kant en genieten van je omgeving en al het gemoedelijke dat carnaval te bieden heeft.

Op Aswoensdag is het weer voorbij. Dan is het tijd om nog even met een hapje en een drankje na te babbelen en vooruit te kijken.

Het einde van carnaval is ook het begin van het voorjaar. De dagen worden langer en de zon komt meer en meer tevoorschijn. Een ondernemer haalt weer alles uit de kast om, in ons geval, zijn rijschool weer helemaal spic en span te tonen aan de buitenwereld voor de aanvang van het zogenoemde nieuwe seizoen. Er komen weer plannen van open dagen voor de auto en de motor en verder zie ik nog meer acties voorbijkomen die me vrolijk stemmen. Het is heerlijk om hiermee bezig te zijn en vol goede moed weer richting zomerseizoen te knallen.

Ik hoop dat ik iedereen een klein beetje kan inspireren om vooruit te kijken. En daarmee kom ik aan het woord eenheid, dat wat mij betreft een veel grotere lading mag krijgen binnen de rijschoolbranche. Want er is nog veel te verbeteren. Ik sprak de laatste weken regelmatig met collega-brancheverenigingen, met IBKI, LBVI VVB en ja, ook met René Ungerer van het Rijleskeurmerk, want waarom niet. En ik voel duidelijk dat we allemaal hetzelfde bedoelen en voor ogen hebben. We komen steeds dichter tot elkaar en over en weer groeit het begrip. Ik heb er dan ook weer veel zin in om dit voorjaar de gesprekken met deze partijen weer op te pakken en door te zetten. In ieder geval heb ik ze toegezegd: mijn steun heb je, zolang we maar opbouwend voor de totale branche met elkaar bezig zijn en met respect voor alles en iedereen die zich inzet.

Uiteraard moet ik ook wat vinden van de perikelen rondom de medische afdeling van het CBR. Vooropgesteld daarbij is dat de laatste maanden niet de meest positieve maanden waren voor het CBR. Er is inmiddels meer dan genoeg gezegd en geschreven over alles wat er niet goed gaat op de medische afdeling. Ook ik zie dat er veel verbeterd kan worden, begrijp me goed. Ik volg het allemaal op de voet en vind het terecht dat het CBR diep door het stof moet. Ik denk dat de reorganisatie met de vernieuwing en modernisering iets te veel van het goede is geweest. Tel daarbij het enorme aantal groeiende 75 plussers, de enorme groei van het aantal chauffeursopleidingen en van de auto- en motorrijbewijzen op en dan concludeer ik dat het CBR niet te benijden is.

Nu kunnen we hier wel over door blijven schoppen en zaniken, maar dat is niet mijn stijl. Laten we vooral eens kijken naar alles wat wél goed gaat. Kijk alleen maar naar de openheid en handreiking die het CBR/CCV de laatste jaren heeft gedaan naar de branche. Er zijn werkgroepen en commissies over alle mogelijke afdelingen en zelfs in het ICT-overleg zijn brancheorganisaties en leveranciers vertegenwoordigd om mee te denken. En laten we ook eens kijken naar al die keren dat we wel geholpen worden en soms zelfs gematst worden. Vele duizenden kandidaten die wij jaarlijks klaarstomen zijn geslaagd en denken met volle tevredenheid over het CBR. Wat mij betreft mogen we SAMEN het CBR wel wat meer credit geven. Ik heb in elk geval respect voor al die medewerkers die daar hun werk willen doen tussen acht en vijf uur en vervolgens 's avonds laat en ook in de weekenden nog reageren op mail van ons.

Ik heb er weer zin in. De dagen lengen, de zon wordt sterker, ik zit vol met ideeën en heb vooral zin in uitdagingen!
Voelt u het ook al kriebelen?

'Det duit um t veurjaor, det leet aan t linte waer…'

Ruud Rutten,
voorzitter FAM