'Vernieuwde WRM op 1 januari 2020 wordt niet gehaald'
De ingangsdatum van de vernieuwde WRM staat voor 1 januari 2020, maar voor VRB-secretaris Irma Brauers staat als een paal boven water dat dat niet wordt gehaald. "Er moet nog zo verschrikkelijk veel gebeuren en door zo veel verschillende instanties naar worden gekeken dat ik dat niet haalbaar acht", zei ze bij de ledenvergadering van de VRB op vrijdag 25 januari. En dan waren er ook nog de perikelen in het bestuur.
Om met het laatste te beginnen: Eric Bakker liet daags voor de ledenvergadering weten dat hij geen voorzitter meer wilde zijn. Penningmeester Henry Schouten deelde al eerder, op 10 januari, mee te gaan stoppen met zijn bestuurswerk. Hij gaf als reden dat hij het gevoel had dat de VRB te weinig kon bewerkstelligen en had bereikt en zijn besluit staat, zo laat de VRB weten, los van het besluit dat nadien door de voorzitter werd genomen. Het bestuur van de VRB dankt beiden voor hun inzet en betrokkenheid de afgelopen jaren. Tijdens de vergadering wilden beiden hun besluit overigens niet toelichten: ze waren afwezig (zie ook pagina 4).
Op de vergadering nam oud-voorzitter en vicevoorzitter Peter van Neck, die zowel tijdens de vergadering als in deze editie van Rij-instructie laat weten het besluit van beiden te respecteren, weer tijdelijk de voorzittershamer ter handen. De administratieve taken van de afgetreden penningmeester worden voorlopig door de op financieel gebied ervaren Jacques Schelle (de echtgenoot van bestuurslid Yvette Schelle-de Wit) overgenomen. Verder zijn Rob Steuten en Jos van Zuylen benoemd tot algemeen bestuurslid, waarbij Van Zuylen de man wordt van onder andere de CCV. Rob Steuten neemt de ledenadministratie en de ledencontacten voor zijn rekening.
WRM
Secretaris Irma Brauers gaf tijdens de vergadering een uitgebreide toelichting op de WRM-besluitvorming en de Tweede Kamer en de gevolgen daarvan voor de branche. Ze zei onder andere wat ze in de vorige editie van Rij-instructie ook al aangaf en dat is dat door de educatieve maatregelen die er komen in plaats van de kans om je lesbevoegdheid te verliezen als je praktijkbegeleiding als onvoldoende wordt aangemerkt, vooral de opleiders garen zullen spinnen. Want, zegt zij, haal je het in de nieuwe constellatie niet, dan moet er een maatwerktraject afgestemd worden met een gecertifieerde opleider (die zijn er trouwens nog niet) en daar hangt ongetwijfeld een gepeperd prijskaartje aan. "De opleiders hebben laten weten dat ze denken aan een maatwerkoplossing van drie dagen voor iemand die gezakt is. Als je weet dat één dagdeel praktijktraining 300 euro kost, dan kan iedereen uitrekenen wat een traject van drie dagen gaat kosten in een een-op-eensituatie."
Rot geschrokken
De VRB heeft een stroomschema gemaakt waarmee in één oogopslag helder is wat de gevolgen zijn. Dat is niet alleen aan de leden, maar ook aan het CBR en IBKI én aan de betrokken Kamerleden gestuurd en vooral de laatsten – toch niet de minst belangrijke groep - zijn zich rot geschrokken, aldus Brauers. "Ik kreeg mails terug met de tekst 'Oeps, dit wordt wel heel erg ingewikkeld'. Deze gevolgen hebben ze niet gezien toen ze het besluit namen om de sanctie van het verliezen van de lesbevoegdheid te laten vallen", zei ze.
Overleggen
Momenteel werken de VRB en alle andere stakeholders hard om zaken helder te krijgen en om het vervolg handen en voeten te geven. Begin februari en maart vinden er weer overleggen plaats. Op dit moment kan eigenlijk alleen maar worden gezegd: wordt vervolgd, en daarna weer, en weer. De procedure sneller doorlopen dan nu wordt voorzien, gaat in elk geval niet gebeuren.
Aftasten
"We zitten nu in een fase van aftasten, de landsadvocaat en meerdere ministeries moeten er wat van vinden, vervolgens moet IBKI er iets over zeggen en dan wordt er uiteindelijk een voorstel gepresenteerd aan de centrale examencommissie. Binnenkort zijn de verkiezingen voor Provinciale Staten en het Europees Parlement en dan gebeurt er niets, daarna gaan we alweer het zomerreces in en vervolgens naar Prinsjesdag en dan is het alweer najaar. Wanneer er een besluit wordt genomen, is niet te voorspellen, maar dat 1 januari 2020 niet gehaald wordt, is wel zeker. We proberen er van alles aan te doen om een zo goed en snel mogelijk resultaat te halen, maar ik kan het niet mooier maken."
Ondernemersklankbord
Verder heeft de VRB een convenant gesloten met het Ondernemersklankbord (OKB) met als insteek dat leden van de VRB hier makkelijk kunnen aankloppen. Dat zal niet voor een matsprijs zijn, maar voor de prijs hoeft een ondernemer het inschakelen van iemand van het OKB niet te laten, want die is 150 euro voor een begeleidingstraject van 6 maanden. Wat je daarvoor krijgt? Dat legden directeur Frank van Santen en adviseur Peter Weber uit. Het komt erop neer dat het OKB door een mkb-ondernemer kan worden ingeschakeld bij financiële vraagstukken. In de praktijk komt dat voor een belangrijk deel neer op het voorkomen van een faillissement, maar ook voor vragen over bijvoorbeeld opvolging kan het OKB worden ingeschakeld. Mooi aan dit fenomeen is dat het OKB een ideële club is, bestaande uit ondernemers en topmanagers die inmiddels zijn afgezwaaid. Voor het geld hoeven ze het allemaal niet te doen.
31 rijschoolhouders
Voor de goede orde: in 2018 hebben 31 rijschoolhouders zich gewend tot het OKB met vooral financiële malheur en 28 konden na het adviseringstraject weer verder met ondernemen. In één geval ging het om een rijschoolhouder die een aantal instructeurs heeft rijden en daar een fee voor krijgt, een franchiseconstructie dus. Onder aan de streep had de ondernemer echter niet voldoende geld, hetgeen reden was een adviseur van OKB in te schakelen om het lek boven te krijgen. Uit de administratie bleek dat één zijn fee al geruime tijd niet had afgedragen. Bovendien is het systeem aangepast om herhaling te voorkomen.
Een ander geval betrof een rijschool uit 1994 -bepaald geen broekie dus - die zijn omzet zag dalen en niet wist waarom. Uit de analyse bleek de reden, waarna werd geadviseerd om het over een andere boeg te gooien. Dit advies werd opgevolgd, waarna de omzet weer steeg.
